VWO 6 les 3 obligaties 2025-2026

Begintaak
Bekijk de kengetallen
Wat valt je op?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Begintaak
Bekijk de kengetallen
Wat valt je op?

Slide 1 - Slide

Programma
  • Herhaling
  • Obligatielening
  • 2.29, 2.30, 2.31

Slide 2 - Slide


A
Rechts geeft het verloop van de lasten van een annuïteitenhypotheek weer
B
Rechts geeft het verloop van de lasten van een lineaire hypotheek weer

Slide 3 - Quiz

Mariska heeft een annuïteitenhypotheek van
€ 240.000,- tegen 4% voor 30 jaar. Zij betaalt rente en aflossing steeds op 31 december. De annuïteit bedraagt
€ 13.879,23. Hoeveel betaalt zij aan aflossing
aan het eind van jaar 1.
A
€ 13.879,23
B
€ 8.000
C
€ 4.279,23
D
€ 9.600

Slide 4 - Quiz

Welke hypotheek is in totaal het goedkoopst?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteiten hypotheek

Slide 5 - Quiz

geldgever
geldnemer
geld
hypotheekgever
hypotheeknemer
hypotheekrecht

Slide 6 - Drag question

De obligatielening

Slide 7 - Slide

Obligatielening
Van der Kroft nv geeft per 1 januari 2020 een obligatielening uit met de volgende kenmerken:
  • Er worden in totaal 600 obligaties uitgegeven tegen een nominale waarde van € 1.000,- per obligatie
  • De interest bedraagt 3,5% per jaar
  • De looptijd van de obligatielening is 5 jaar
  • Aflossing in 5 jaarlijkse gelijke termijnen, voor het eerst op 31 december 2020
  • De interest wordt elk halfjaar achteraf betaald, voor het eerst op 30 juni 2020.

Slide 8 - Slide

600 obligaties uitgegeven tegen een nominale waarde van € 1.000,-
De interest bedraagt 3,5% per jaar De looptijd van de obligatielening is 5 jaar
Aflossing in 5 jaarlijkse gelijke termijnen, voor het eerst op 31 december 2020
De interest wordt elk halfjaar achteraf betaald, voor het eerst op 30 juni 2020.
Bereken het totale bedrag dat Van der Kroft op 31-12-22 moet betalen (€x.xxx)

Slide 9 - Open question

Antwoord
Interest: (600.000 – 2 x 120.000) x 3,5% x 6/12 = € 6.300
Aflossing: € 120.000,-
Totaal: € 126.300,-

Slide 10 - Slide

600 obligaties uitgegeven tegen een nominale waarde van € 1.000,-
De interest bedraagt 3,5% per jaar De looptijd van de obligatielening is 5 jaar
Aflossing in 5 jaarlijkse gelijke termijnen, voor het eerst op 31 december 2020
De interest wordt elk halfjaar achteraf betaald, voor het eerst op 30 juni 2020.
Bereken de interestkosten van de 3,5% obligatielening in 2023(€x.xxx)

Slide 11 - Open question

Antwoord
Interestkosten
 0,035 x (600.000 – 3 x 120.000) = € 8.400


Slide 12 - Slide

600 obligaties uitgegeven tegen een nominale waarde van € 1.000,-
De interest is 3,5% per jaar De looptijd is 5 jaar Aflossing in 5 jaarlijkse termijnen, voor het eerst op 31 december 2020 De interest wordt elk halfjaar achteraf betaald, voor het eerst op 30 juni 2020. Bereken het bedrag dat wegens de interest op de balans van 31 mei 2023 moet komen.(€x.xxx)

Slide 13 - Open question

Antwoord
5/12 x 0,035 x (600.000 – 3 x 120.000) = € 3.500

Onder de balanspost ‘Nog te betalen interest’.



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Maken
  • 5.29 Emissie van obligaties
  • 5.30 Juki
  • 5.31  Sam

Slide 29 - Slide