Internationale samenwerking

Historisch Overzicht les 28
Hoofdstuk 5.3  Internationale samenwerking

Deelvraag;  Waarom en hoe gingen landen in de tweede helft van de twintigste eeuw samenwerken ?


1 / 10
next
Slide 1: Slide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Historisch Overzicht les 28
Hoofdstuk 5.3  Internationale samenwerking

Deelvraag;  Waarom en hoe gingen landen in de tweede helft van de twintigste eeuw samenwerken ?


Slide 1 - Slide

                     1985 Gorbatsjov

Slide 2 - Slide

noodzaak om te hervormen
Perestriojka;  (economische) hervormingen,
langzaam een beetje kapitalisme (handels vrijheid) invoeren in het communistische systeem.
Glasnost; vrije mening uiten om samen verder te komen, democratischer.

Slide 3 - Slide

Samenwerking op wereld niveau
*  eerste poging al na WO I, De Volkenbond (mislukt).
* 1945 Verenigde Naties (VN), oplossen crises, o.a. rampen, hongersnood, dreigende conflicten.
* De Veiligheidsraad, 15 lidstaten, 5 permanente leden met Vetorecht (China Rusland De VS, GB en FR),  andere landen wisselen ieder 2 jaar. 

Slide 4 - Slide

Veiligheidsraad geen democratische organisatie !!!!
* een resolutie (besluit) die het gedrag van een regering afkeurt
* Opleggen sancties, geen handel, bevriezen banktegoed e.d.
* Militairen sturen, vredesoperatie blauwhelmen (VN heeft geen eigen leger !)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Samenwerking in binnen (west) Europa
Waarom ?
* Herstel economie na WO II
* creëren politieke stabiliteit ivm dreigend Communisme
* voorkomen nieuwe Europese oorlog (FR - DU) door economische (later ook politieke) afhankelijkheid van elkaar 

Slide 7 - Slide

Steeds mee samenwerking
* 1951 EGKS (kolen en staal)
* 1958 EEG ( meer ec samenwerking)
* 1958 Euratom verdrag (atoom energie)

* 1967 Samengevoegd EG (uitbreiding lidstaten)
* 1993 EU verdrag van Maastricht (politieke samenwerking)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Lezen pagina 137 en 138
Maken opdrachten pagina 139 e.v.

1, 2, 3, 5, 6, 8, 9, 11.
En beantwoord de deelvraag van 5.3.

Slide 10 - Slide