Maandag 30 september

Deze week
synoniemen
letterlijk en figuurlijk
leesdoelen en tekstdoelen
nieuwsbegrip
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Deze week
synoniemen
letterlijk en figuurlijk
leesdoelen en tekstdoelen
nieuwsbegrip

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

In teksten kom je vaak zinnen met figuurlijke betekenis tegen.


Om teksten goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om figuurlijk taalgebruik te herkennen.


Wanneer je zinnen met een figuurlijke betekenis letterlijk opvat, dan is het moeilijk om de tekst te begrijpen.

Slide 3 - Slide

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken


- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


- ookwel beeldspraak genoemd

Slide 4 - Slide

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles



Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

Slide 5 - Slide

UITDRUKKINGEN

- combinatie van woorden die samen een eigen,

soms figuurlijke, betekenis hebben


- als je niet weet wat een uitdrukking betekent, dan zoek je in het woordenboek naar het eerste belangrijke woord uit de uitdrukking

Slide 6 - Slide

Tim en Tom kunnen heel goed samen door één deur.

Wat is de letterlijke betekenis?

Slide 7 - Open question

Tim en Tom kunnen heel goed samen door één deur.

Bij welk woord zoek je in het woordenboek naar
de figuurlijke betekenis?

Slide 8 - Open question

Tim en Tom kunnen heel goed samen door één deur.

Zoek de betekenis en schrijf op.

Slide 9 - Open question

Je raadt nooit wie ik gisteren tegen het lijf liep in de stad.

Wat is de letterlijke betekenis?

Slide 10 - Open question

Je raadt nooit wie ik gisteren tegen het lijf liep in de stad.

Bij welk woord zoek je in het woordenboek naar
de figuurlijke betekenis?

Slide 11 - Open question

Je raadt nooit wie ik gisteren tegen het lijf liep in de stad.

Zoek de betekenis en schrijf op.

Slide 12 - Open question

Mieke heeft thuis de vinger in de pap.

Wat is de letterlijke betekenis?

Slide 13 - Open question

Mieke heeft thuis de vinger in de pap.

Bij welk woord zoek je in het woordenboek naar
de figuurlijke betekenis?

Slide 14 - Open question

Mieke heeft thuis de vinger in de pap.

Zoek de betekenis en schrijf op.

Slide 15 - Open question

Lees de tekst

Dit verhaal zuig ik uit mijn duim.


De twee voetbalvrienden Geer en Ger kunnen meestal heel goed samen door één deur. Ze steunen elkaar door dik en dun.

Ze hebben ruzie als er een van de twee met het verkeerde been uit bed is gestapt. Als hun team een wedstrijd verliest, dan zijn de rapen gaar. Niets is goed en ze maken van een mug een olifant.

Gelukkig gaat dat snel voorbij en is alles weer koek en ei.

Slide 16 - Slide


zuig ik uit mijn duim
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
verzin
D
maken van niets een groot probleem

Slide 17 - Quiz


samen door één deur
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 18 - Quiz


door dik en dun
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
met een slecht humeur de dag beginnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 19 - Quiz


met het verkeerde been uit bed gestapt
A
uit je hoofd weten
B
met een slecht humeur de dag beginnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 20 - Quiz


dan zijn de rapen gaar
A
uit je hoofd weten
B
doen alsof je van niets weet
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 21 - Quiz


maken van een mug een olifant
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 22 - Quiz


alles weer koek en ei
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het goed tussen die twee
D
maken van niets een groot probleem

Slide 23 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Iemand voor vol ....
A
aanzien
B
geven
C
bloedt
D
hebben

Slide 24 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Een appeltje voor de dorst ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
hebben

Slide 25 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Zijn schaapjes op het droge ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
hebben

Slide 26 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Met twee maten ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
meten

Slide 27 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Iets op je duimpje ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
meten

Slide 28 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Doen alsof je neus ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
meten

Slide 29 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Iemand ervan langs ...
A
komen
B
geven
C
knopen
D
meten

Slide 30 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Iets in de oren ...
A
kennen
B
stoppen
C
knopen
D
meten

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Mind map


Slide 33 - Open question


Slide 34 - Open question


Slide 35 - Open question


Slide 36 - Open question


Slide 37 - Open question


Slide 38 - Open question

Schrijfopdracht 1ste periode
Zoek een leuke afbeelding waar je een verhaal bij schrijft. Welk schrijfdoel kies je ? Wil je ons informeren, uitleg geven, overhalen of amuseren.
Het aantal woorden moet zijn tussen de 100 en 150.
Let goed op het hoofdletter en leesteken gebruik. Laat een ander eerst je tekst lezen voordat je het inlevert.

Slide 39 - Slide

en nu jullie
Maak de blokken spelling en over taal af.

Slide 40 - Slide