Taalverzorging: actieve en passieve zinnen

Nederlands
Taalverzorging: actieve en passieve zinnen.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Taalverzorging: actieve en passieve zinnen.

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je wat actieve en passieve zinnen zijn, kun je de zinnen herkennen én veranderen. 

Slide 2 - Slide

Kenmerken van een actieve zin
Het onderwerp is actief

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
De kinderen maken een foto

Slide 4 - Slide

Waarom actieve zinnen?
 Ze zijn makkelijker te lezen.
• Ze zijn duidelijker.
• Meestal zijn ze ook korter.
• Ze zijn overtuigender

Slide 5 - Slide

Kenmerken van een passieve zin
Het onderwerp is passief
Er staat een deelwoord in
Pv is een vorm van worden/zijn!
Er staat (vaak) een zinsdeel in met 'door'

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
De foto wordt door de kinderen gemaakt

Slide 7 - Slide

Dus:
Actief:    De kinderen maken een foto. 

Passief: De foto wordt door de
                  kinderen gemaakt.


Slide 8 - Slide

bladzijde 35

Slide 9 - Slide

Is de zin actief of passief?

Slide 10 - Slide

De winkeliers richten hun etalage in
A
Passief
B
Actief

Slide 11 - Quiz

De kaarten worden door veel mensen gekocht
A
Actief
B
Passief

Slide 12 - Quiz

Volwassen geven weinig cadeau's
A
Actief
B
Passief

Slide 13 - Quiz

Ze vinden Valentijnsdag onzin
A
Passief
B
Actief

Slide 14 - Quiz

Kaartjes en berichten worden wel door jongeren gestuurd
A
Passief
B
Actief

Slide 15 - Quiz

De 14e februari wordt vooral door winkeliers gewaardeerd
A
Actief
B
Passief

Slide 16 - Quiz

Ik heb het proefwerk goed gemaakt
A
Actief
B
Passief

Slide 17 - Quiz

Door alle leerlingen is het proefwerk goed gemaakt
A
Actief
B
Passief

Slide 18 - Quiz

Door de juf zijn alle proefwerken nagekeken.
A
Passief
B
Actief

Slide 19 - Quiz

De juf heeft alle proefwerken beoordeeld.
A
Passief
B
Actief

Slide 20 - Quiz

De voetballer scoort een geweldig doelpunt.
A
Actief
B
Passief

Slide 21 - Quiz

De scheidsrechter heeft het doelpunt afgekeurd.
A
Passief
B
Actief

Slide 22 - Quiz

Door de trainer is bezwaar gemaakt.
A
Passief
B
Actief

Slide 23 - Quiz

Even oefenen:
De jongens stelen de bal uit de tuin

Slide 24 - Open question

Nu jullie:
Klas 3H maakt een nieuwe opdracht.

Slide 25 - Open question

Ravi onderstreept de fouten.

Slide 26 - Open question

Indra droeg een zware boekentas.

Slide 27 - Open question

Een liedje wordt door hem gezongen.

Slide 28 - Open question

Ik snap hoe je een actieve zin verandert in een passieve zin en andersom.
A
Ja, ik kan zelfstandig met de opdrachten verder.
B
Nee, ik zou graag (een aantal) opdrachten samen met u maken.

Slide 29 - Quiz