4.3 Neus & tong

Geur en smaak
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geur en smaak

Slide 1 - Slide

Neus
Reukzintuig  = zintuigcellen
Ruiken met neus + mond

Slide 2 - Slide

Smaakzintuig

Slide 3 - Slide

5 smaken
Bitter
zuur
zoet
zout
umami

Slide 4 - Slide

Je proeft met neus & tong!
Ook met je neus neem je eten waar; geur is heel belangrijk. Ruikt eten vies? No way dat jij het wilt opeten ;)

Slide 5 - Slide

Geur is een ......
A
prikkel
B
zintuig
C
prikkel en zintuig
D
geen idee

Slide 6 - Quiz

Geur is een impuls
A
Klopt helemaal
B
Klopt niks van

Slide 7 - Quiz

Wat hoort bij elkaar? (slepen)
Geurstof waarnemen
Prikkels omzetten naar impulsen
Smaken waarnemen
Reukharen
Zintuigcellen
Smaakknopjes

Slide 8 - Drag question

Wat is de drempelwaarde voor Tommy? (om de smaak te proeven?)
A
0,01 gram/L
B
0,02 gram/L
C
0,1 gram/L
D
0,2 gram/L

Slide 9 - Quiz

Wanneer ruik je een geur?
A
Wanneer de geurprikkels opgevangen worden door het reukzintuig.
B
Wanneer de berichten van je reukzintuig in je hersenen aankomen.
C
Wanneer je hersenen de prikkels van je smaakzintuig en reukzintuig hebben gecombineerd.hy

Slide 10 - Quiz

Geur van pizza?
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 11 - Quiz

Sleep het product naar de plek op de tong waar je deze smaak waar neemt.

Slide 12 - Drag question

licht
smaak
in de huid
gehoorzintuig
geur

Slide 13 - Drag question

Geur is een adequate prikkel voor je ogen.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Je kan proeven door de samenwerking van
A
Oog en neus
B
Oog en tong
C
Neus en tong
D
Mond en tong

Slide 15 - Quiz

Welke smaken kun je proeven met de smaakzintuigcellen?
A
zoet en vet
B
zoet, zout, bitter, zuur
C
zoet, zout, bitter, zuur en umami
D
umami, vet, zout, zuur, zoet en bitter

Slide 16 - Quiz

hoe kan je iets eten zonder het te proeven
A
neus dicht
B
oren dicht
C
niet vast pakken

Slide 17 - Quiz

deze 4 smaken kan je proeven
A
metaal,bloed,zoet, zout
B
zoet, zout, zuur,bitter
C
zoet, zout, zuur, zoet
D
bitter, zout, scherp, zoet

Slide 18 - Quiz