This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Verslag: Sportdag op school
M6 niveau
Slide 1 - Slide
Wat deden de kinderen als eerste op de sportdag?
Slide 2 - Slide
Wat deden de kinderen als eerste op de sportdag?
A
Just Dance
B
Een spelkaart invullen
C
Ochtendgymnastiek op het plein
D
Hij zwemt in de zeeQ
Slide 3 - Quiz
Wat kregen de kinderen in de klas
na de ochtendgymnastiek?
Slide 4 - Slide
Wat kregen de kinderen in de klas na de ochtendgymnastiek?
A
een bal
B
een bingokaart
C
een fles water
D
een kleurplaat
Slide 5 - Quiz
Wat moest je doen om een sticker op je bingokaart te verdienen?
Slide 6 - Slide
Wat moest je doen om een sticker op je bingokaart te verdienen?
A
Goed meedoen met een spel
B
een spel winnen
C
de meeste punten halen
D
de snelste zijn
Slide 7 - Quiz
Welk spel werd binnen gespeeld?
Slide 8 - Slide
Welk spel werd binnen gespeeld?
A
knuppelbal
B
estafette met een spons
C
blikgooien
D
drie op een rij
Slide 9 - Quiz
Wat kregen de kinderen aan het eind als hun bingokaart vol was?
Slide 10 - Slide
Wat kregen de kinderen aan het eind als hun bingokaart vol was?
A
een diploma
B
een prijs
C
een medialle
D
een ijsje
Slide 11 - Quiz
Waarom kregen de kinderen een bingokaart?
Slide 12 - Open question
Waar vond de ochtendgymnastiek plaats?
Slide 13 - Open question
Wat is de hoofdgedachte van het verslag?
Slide 14 - Open question
In deze zin: “We deden veel spellen in groepjes met jongens en meisjes samen. Volgens mij waren de meisjes dit jaar nét iets beter in de spelletjes. Maar het belangrijkste was dat iedereen plezier had.” Waarnaar verwijst het woord iedereen?