wk 37 les 2 presentaties en vraagwoorden

programme du cours
les devoirs d'aujourd'hui: Leren idioom hoofdstuk 4 + maken oef 26 t/m 31 + leren woorden tb p. 21 1e kolom. 

presentaties
grammatica bespreken (vraagwoorden + opdr 27)
lezen tb p. 15 + maken oef 35-37



les devoirs pour mardi 15  septembre: 


1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

programme du cours
les devoirs d'aujourd'hui: Leren idioom hoofdstuk 4 + maken oef 26 t/m 31 + leren woorden tb p. 21 1e kolom. 

presentaties
grammatica bespreken (vraagwoorden + opdr 27)
lezen tb p. 15 + maken oef 35-37



les devoirs pour mardi 15  septembre: 


Slide 1 - Slide

presentaties

luister mee
vul na afloop googleformulier in
  • Thirza Kingma
  • Anne-Lotte Kleen
  • Esther Kramer
  • Matthijs Leskens
  • Seth Marissen
  • Max Medendorp
  • Marijn Reinders
  • Reserve + inhalers:
  • Linde Rozemuller
  • Gijs de Ruiter
  • inhalers:

Slide 2 - Slide

Aandachtspunten
• Je gebruikt eenvoudige bewoordingen om de foto's beschrijven.
• De zinnen zijn ook eenvoudig en kort, maar in de meeste gevallen wel correct. Je kunt af en toe ook voegwoorden gebruiken, zoals 'omdat', 'en' of 'want'.
• Je hebt het uit je hoofd geleerd. Improviseren mag natuurlijk ook!
• Je gebruikt geen spiekbrief.
• Als je een keer hapert of na moet denken is dat niet erg.
• Je bent goed te verstaan, maar je mag een licht Nederlands accent hebben.

timer
3:00

Slide 3 - Slide

Poser des questions
  1. Tu faisais les courses comment ? 
  2. Comment est-ce que tu faisais les courses ? 
  3. Comment faisais-tu les courses ?

Slide 4 - Slide

zinnen zonder vraagwoorden
  1. ?
  2. est-ce que
  3. inversie

Slide 5 - Slide

zinnen zonder vraagwoorden
  1. Vous pourriez m'aider?
  2. Est-ce que vous pourriez m'aider?
  3. Pourriez-vous m'aider?

Slide 6 - Slide

zinnen met vraagwoorden
Wie = qui
wat = que / quoi
welk = quel / quelle / quels / quelles
waar = où
wanneer = quand
waarom = pourquoi
hoeveel = combien
hoe = comment


Slide 7 - Slide

Waar woon je?
vertaling??

Slide 8 - Slide

  1. Où habites-tu?
  2. Tu habites où?
  3. Où est-ce que tu habites?

Welke regels kun je hierbij bedenken?

Slide 9 - Slide

wat = que of quoi

Vooraan in een zin is wat "que", achteraan in een zin is wat "quoi". 

que fais-tu? 
qu'est-ce que tu fais?

tu fais quoi?

Slide 10 - Slide

quel est vs. qu'est-ce que
Quelle est ta réponse?
Qu'est-ce que tu donnes comme réponse?

Welke regel??

Slide 11 - Slide

conversation
Je verblijft op een camping in de Provence…warm maar mooi! Vanavond willen jullie barbecueën met een groep jongeren. De barbecue staat in principe klaar, maar eten en drank moeten jullie nog kopen. Om het allemaal ingewikkelder te maken is een van jullie vegetariër en hebben jullie maar een budget van € 30,- in totaal. Jullie taak is een boodschappenlijstje te maken waarin iedereen in het groepje zich kan vinden. 

Slide 12 - Slide

Vorige les heb je samen een lijst samengesteld. De bedoeling was dat de discussie over dat lijstje in het Frans zou gebeuren....

Bij de meesten was dat nog niet het geval.

Bedenk nu samen hoe de discussie in het Frans zou zijn gegaan. Schrijf hem samen in een googledoc uit en deel dat met mij.

resultaat:
een rollenspel + boodschappenlijst, gedeeld in docs met e.w.korterink@greijdanus.nl

timer
15:00

Slide 13 - Slide

imparfait / passé composé
passé composé
  • afgesloten gebeurtenis/handeling
  • het is gebeurd
  • tijdsaanduiding (in de zin of erbij denken): puis/alors/ensuite/soudain/tout à coup/ tout de suite après/hier

imparfait
  • beschrijft hoe het in het verleden was
  • een toestand/een gewoonte of feit/een handeling die aan de gang is
  • souvent/toujours/quelquefois/autrefois

Slide 14 - Slide

autrefois, on ____ au foot
A
jouait
B
a joué

Slide 15 - Quiz

Hier, je/j'______ de la pizza.
A
mangeais
B
ai mangé

Slide 16 - Quiz

les devoirs: 
Pour mardi 15 septembre:
herhalen idioom hoofdstuk 1 t/m 4 
leren woorden p. 21 1e kolom + maken oef 35+37

Pour vendredi 18 septembre:
SO idioom hoofdstuk 1 t/m 4
lezen tb p. 18 en maken oef 43 t/m 48

Slide 17 - Slide