H4/5 argumentatiestructuren

Argumentatiestructuren
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Argumentatiestructuren

Slide 1 - Slide

Bedenk een argument bij: het schoolstewardsysteem moet afgeschaft worden

Slide 2 - Open question

Een standpunt met 
één argument heet 
enkelvoudige argumentatie

Slide 3 - Slide

Nevenschikkend= naast elkaar
Kun je de argumenten los gebruiken? 
Het openbaar vervoer moet goedkoper worden.

↑                                                 ↑
  
 Hierdoor zullen de files afnemen.   Het is beter voor het milieu.

Slide 4 - Slide

Nevenschikkend= naast elkaar
Kun je de argumenten los gebruiken? 
We kunnen vanavond niet meer terug naar Amsterdam.
↑                                                      ↑

Ik heb te veel gedronken.       De treinen rijden niet.

Slide 5 - Slide

Onderschikkende argumentatie = een argument heeft onderbouwing
Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op
school kunnen maken.

Leerlingen zullen dan hogere cijfers gaan halen.

Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen.

Slide 6 - Slide


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 7 - Quiz


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 8 - Quiz


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 9 - Quiz


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 10 - Quiz

Blokjesschema
Politici zijn niet te vertrouwen: ze hebben immers allemaal hun eigen belangen voorop staan. Ik ga
dan ook niet meer stemmen bij de volgende verkiezingen. Bovendien ben ik dan op wereldreis.

Slide 11 - Slide

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Subargument
Ik ben op wereldreis.
Ze hebben allemaal hun eigen belangen voorop staan.
Politici zijn niet te vertrouwen.
Ik ga
  niet meer stemmen.

Slide 12 - Drag question

Dit is een?
A
Onderschikkende argumentatie
B
Enkelvoudige argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video