Hoofdstuk 2 Getallen 2.3 en 2.4

Welkom
Schrijf de opgaven waar je vragen over hebt op het bord.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Welkom
Schrijf de opgaven waar je vragen over hebt op het bord.

Slide 1 - Slide

Vandaag
1. doelen
2. vorige les
3. voorkennis
4. uitleg
5. zelfstandig werken
7. uitleg
8. zelfstandig werken
9. afsluiting

Slide 2 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... hoe je breuken met elkaar vergelijkt
... breuken vereenvoudigen
... wat het teken ≠ betekent
... een breuk als een decimaal getal schrijven
... een decimaal getal afronden


Slide 3 - Slide

Vorige les
Waar zijn we mee bezig geweest?

Slide 4 - Slide

Schrijf alle delers van 36.

Slide 5 - Open question

Schrijf 110 als vermenigvuldiging van priemgetallen.

Slide 6 - Open question

De zeef van Eratosthenes

Slide 7 - Slide

Voorkennis

Slide 8 - Slide

73
Teller
Noemer

Slide 9 - Drag question

2.3 Breuken
  • hoe je breuken met elkaar vergelijkt
  • breuken vereenvoudigen
  • wat het teken ≠ betekent

Slide 10 - Slide

...
73
74
A
>
B
<
C
=

Slide 11 - Quiz

...
53
83
A
>
B
<
C
=

Slide 12 - Quiz

Vereenvoudig zo ver mogelijk.
6515
A
6515
B
225
C
133
D
123

Slide 13 - Quiz

Wat betekenen de volgende tekens?
2.
1.=

Slide 14 - Open question

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken uitdagende opdrachten.
Maken? – 21, 22, 23, 24, 25, 27, 28



timer
5:00

Slide 15 - Slide

Drie kinderen hebben een biljet van 1 dollar gevonden. Ze willen het bedrag eerlijk verdelen.
- Welke beweringen zijn waar?
A. 
31=0,33
B.        > 
31
0,33
C.        < 
31
0,33
D. 
310,33

Slide 16 - Slide

2.4 Decimale getallen
  • een breuk als een decimaal getal schrijven
  • een decimaal getal afronden

Slide 17 - Slide

Van breuken naar decimale getallen
Schrijf als een decimaal getal.
253

Slide 18 - Slide

Van breuken naar decimale getallen
Schrijf als een decimaal getal.
253
=10012

Slide 19 - Slide

Van breuken naar decimale getallen
Schrijf als een decimaal getal.
253
=10012
=0,12

Slide 20 - Slide

Afronden
Hoe rond je een decimaal getal af?
Bijvoorbeeld op twee decimalen?
3,64159

Slide 21 - Slide

Rond 2,68527 af op drie decimalen.

Slide 22 - Open question

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken uitdagende opdrachten.
                  Alles af? Maak een begin met de Gemengde opdrachten.
Maken? – 21, 22, 23, 24, 25, 27, 28
                     en 30, 31, 32, 33, 35, 36


timer
5:00

Slide 23 - Slide

Hoe was je inzet?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... hoe je breuken met elkaar vergelijkt
... breuken vereenvoudigen
... wat het teken ≠ betekent
... een breuk als een decimaal getal schrijven
... een decimaal getal afronden

Slide 25 - Slide

Begrijp je de leerdoelen en begrippen?
wist dit al
ja
bijna
een beetje
nog niet

Slide 26 - Poll

Vereenvoudig 18/66 zo ver mogelijk.

Slide 27 - Open question

Schrijf 5/40 als decimaal getal.
A
0,40
B
0,5
C
1,25
D
0,125

Slide 28 - Quiz

Rond 18,2345 af op drie decimalen.

Slide 29 - Open question