Meer dan blauw en roze: Verschillen in taalgebruik tussen mannen en vrouwen

Meer dan blauw en roze: Verschillen in taalgebruik tussen mannen en vrouwen
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meer dan blauw en roze: Verschillen in taalgebruik tussen mannen en vrouwen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe mannen en vrouwen taal verschillend gebruiken in sociale contexten.
Aan het einde van de les kun je de rol van taal in seksuele selectie en sociale interacties beschrijven.
Aan het einde van de les kun je de verschillen in taalvaardigheid tussen mannen en vrouwen analyseren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over hoe mannen en vrouwen taal gebruiken?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Verschillen in taalgebruik
Mannen gebruiken vaak complexere taal.
Vrouwen hebben over het algemeen betere taalvaardigheden.
Taalgebruik verschilt in sociale en flirtcontexten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De rol van taal in seksuele selectie
Mannen treden op met taal om indruk te maken.
Vrouwen selecteren op basis van taalgebruik.
Niet zwart-wit: er zijn variaties.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Impact van taalvaardigheid
Taalvaardigheid beïnvloedt sociale interacties.
Percepties van intelligentie verschillen tussen geslachten.
Vrouwen excellereren in juryvaardigheid.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Definities
Pauwenstaart: Een metafoor voor het gebruik van complexe taal door mannen om intellectuele capaciteiten te tonen.
Juryvaardigheid: Het vermogen om taalgebruik te beoordelen, waarin vrouwen vaak excelleren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 8 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 9 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 10 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.