1. normwaarden

lichaamswaarden
noem de vier lichaamswaarden die getest worden in alfabetische volgorde
1 / 35
next
Slide 1: Open question
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

lichaamswaarden
noem de vier lichaamswaarden die getest worden in alfabetische volgorde

Slide 1 - Open question

berekening BMI

Slide 2 - Open question

Tekst
lager dan 18,5 BMI
18,5 - 25
25-30
30-40
hoger dan 40
morbide obesitas
ondergewicht
overgewicht
obesitas, vertzucht
gezond geicht

Slide 3 - Drag question

Bij welk BMI is er sprake van:
morbide obesitas

Slide 4 - Open question

Bij welk BMI is er sprake van:
gezond gewicht

Slide 5 - Open question

Bij welk BMI is er sprake van:
obesitas

Slide 6 - Open question

Bij welk BMI is er sprake van:
overgewicht

Slide 7 - Open question

vetpercentage welke categrie bestaat niet?

A
20-39
B
40-59
C
60-79
D
80-99

Slide 8 - Quiz

vetpercentage vrouwen
normaal 20-39

Slide 9 - Open question

vetpercentage vrouwen
40-59 normaal

Slide 10 - Open question

vetpercentage vrouwen
normaal 60-70

Slide 11 - Open question

vetpercentage vrouwen
te hoog 20-39

Slide 12 - Open question

vetpercentage vrouwen
te hoog 39-40

Slide 13 - Open question

vetpercentage vrouwen
te hoog 60-79

Slide 14 - Open question

vetpercentage mannen
20-29 te hoog

Slide 15 - Open question

vetpercentage mannen
te hoog 40-59

Slide 16 - Open question

vetpercentage mannen
normaal 20-39

Slide 17 - Open question

vetpercentage mannen
normaal 40-59

Slide 18 - Open question

vetpercentage mannen
normaal 60-79

Slide 19 - Open question

vetpercentage mannen
te hoog 60-79

Slide 20 - Open question

middelomtrek vrouwen
ernstig verhoogd risco

Slide 21 - Open question

middelomtrek vrouwen
verhoogd risico

Slide 22 - Open question

middelomtrek vrouwen
geen verhoogd risico

Slide 23 - Open question

middelomtrek mannen
risico ernstig verhoog

Slide 24 - Open question

middelomtrek mannen
risico verhoogd

Slide 25 - Open question

middelomtrek mannen
geen verhoogd risico

Slide 26 - Open question

diastole
systole
onderdruk
bovendruk
duizeligheid, vermoeidheid, flauwvallen, misselijkheid, steretjes zien, wazig zien.
slagaderverkalking

Slide 27 - Drag question

Welke diastole hoort bij milde hypertensie?
A
80
B
80-84
C
85-89
D
90-99

Slide 28 - Quiz

Welke diastole is hoog normaal
A
80
B
80-84
C
85-89
D
90-99

Slide 29 - Quiz

Welke diastole is optimaal
A
80
B
120
C
90
D
130

Slide 30 - Quiz

Welke diastole is hoog normaal
A
80
B
80-84
C
85-89
D
90-99

Slide 31 - Quiz

welke systole is:
optimaal

Slide 32 - Open question

welke systole is:
normaal

Slide 33 - Open question

welke systole is:
hoog normaal

Slide 34 - Open question

welke systole is:
milde hypertensie

Slide 35 - Open question