Les 17-02-Werk

Werk
oefeningen bij de tekst
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2Secundair onderwijs

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werk
oefeningen bij de tekst

Slide 1 - Slide

..... was ik inpakster, ...... assistent en ............... shiftleider.
A
eerst - uiteindelijk - daarna
B
uiteindelijk -daarna- eerst
C
eerst - daarna - uiteindelijk
D
daarna - eerst - uitendelijk

Slide 2 - Quiz

Ik wil ruilen = ik wil ...
A
leveren
B
wisselen
C
bestellen

Slide 3 - Quiz

Wat/Wie kan ik aansturen?
A
mijn team
B
mijn collega's
C
mijn afdeling
D
mijn loon

Slide 4 - Quiz

Je moet volhouden, je mag niet ...
A
aangeven
B
opgeven
C
meegeven
D
teruggeven

Slide 5 - Quiz

Na de middag heb ik altijd een klein ...
A
dipje
B
dopje
C
tipje
D
topje

Slide 6 - Quiz

Hoe zeg je dat je iets zeker weet?
A
vast en zeker
B
zeker en vast
C
ongetwijfeld
D
waarschijnlijk

Slide 7 - Quiz

Betaald worden = je ....... verdienen
A
brood
B
fruit
C
groenten
D
bier

Slide 8 - Quiz

Wie past niet in de rij?
A
de zelfstandige
B
de werknemer
C
de werkgever
D
de koerier

Slide 9 - Quiz

Wat past niet in de rij?
A
de ministers
B
de overheid
C
de vakbond
D
de regering

Slide 10 - Quiz

Wat vind jij van de vierdagenwerkweek?
(= een voltijdse job in 4 dagen)
Een fantastisch idee!
Ik twijfel.
Een stom idee!

Slide 11 - Poll

Werk jij 's avonds?
Zou jij 's avonds willen werken?
ja
nee
ja, maar niet elke avond

Slide 12 - Poll

Werk jij in het weekend?
Zou jij in het weekend willen werken?
ja
nee
ja, maar niet op zondag

Slide 13 - Poll

Werk jij 's nachts?
Zou jij 's nachts willen werken?
ja
nee

Slide 14 - Poll

Wat is belangrijk
bij een job?

Slide 15 - Mind map

Zinnen aanvullen

Slide 16 - Slide

Ik ben gelukkig op mijn werk want ...

Slide 17 - Open question

Ik doe dit werk graag omdat ...

Slide 18 - Open question

Als ik een hele dag werk, dan ...

Slide 19 - Open question

Welke eigenschappen
heb je nodig als verkoper?

Slide 20 - Mind map

Welke eigenschappen
heb je nodig als leerkracht?

Slide 21 - Mind map

Welke eigenschappen
heb je nodig als student?

Slide 22 - Mind map

Welke eigenschap
vind je belangrijk
bij een collega/vriend(in?

Slide 23 - Mind map

Welke eigenschap
vind je niet leuk
bij collega's/vrienden?

Slide 24 - Mind map

Woordenschat

Slide 25 - Slide

Welk woord is niet positief?
A
creatief
B
energiek
C
behulpzaam
D
slordig

Slide 26 - Quiz

Welk woord is niet positief?
A
dynamisch
B
slim
C
nors
D
vlot

Slide 27 - Quiz

Ken jij een synoniem voor fier?
A
tevreden
B
trots
C
trouw
D
traag

Slide 28 - Quiz

Ken jij een synoniem voor vlijtig?
A
ijdel
B
creatief
C
ijverig
D
ordelijk

Slide 29 - Quiz

vol
bemoei-
leiding-
veel-
leer-
plichts-
begrip-
eisend
ziek
gevend
gierig
bewust

Slide 30 - Drag question

Letterpuzzels
Welk woord zoeken we?

Slide 31 - Slide

DNTIBUGI

Slide 32 - Mind map

IGOKPP

Slide 33 - Mind map

IGNREIEUGWIS

Slide 34 - Mind map

EIBNCHSDE

Slide 35 - Mind map

GSTNZAELDFI

Slide 36 - Mind map