Je kan uitleggen hoe de ontwikkeling van zygote tot volgroeide baby gaat
Je kan de fasen van de geboorte benoemen en toelichten
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Hormonen
Regelen eisprong:
FSH [hypofyse] - Rijping eicel
LH [hypofyse] - Eisprong
Oestrogeen/Progresteron [follikel/gele lichaam] - in stand houding baarmoederslijmvlies
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Verandering bij bevruchting
Gele lichaam maakt nog steeds progesteron
Niet door LH (geremd door progesteron) maar HCG (Humaan Choriongonatropine)
HCG gevormd door zygote (=bolletje cellen na beruchting) eerste week, daarna door placenta
Slide 16 - Slide
Verandering bij bevruchting
Na 3 maanden sterft gele lichaam af -> placenta maakt progesteron
Progesteron:
- remt (net als bij normale cyclus) LH en FSH afgifte
- houdt (net als bij normale cyclus) baarmoederslijmvlies in stand
- Stimuleert ontwikkeling melkklieren
Slide 17 - Slide
Embryonale ontwikkeling (1)
Eerste weken - embryo - voorzien van zuurstof en voedingsstoffen door moeder
Na bevruchting - zygote (bolletje cellen)
Ontwikkelt door klievingsdelingen
Slide 18 - Slide
celdeling(klievingsdeling)
morula
Slide 19 - Slide
klievingsdelingen: celdelingen zonder plasmagroei
Ontwikkelingsstadia
Oocyt
Zygote
4 cellig stadium
8 cellig stadim
Morula
Blastula / blastocyst
Slide 20 - Slide
Blastula
Een blaasje (met
een holte) en heet dan blastula.
De buitenste laag cellen heet de trofoblast de holte heet de blastulaholte.
trofoblast vormt buitenste vruchtvlies
Slide 21 - Slide
Embryonale ontwikkeling (2)
Morula - klompje cellen
Blastula - holte met vocht binnenin bolletje cellen
embryoblast/embryonaalknop - deel van klompje cellen dat embryo zal worden
trofoblast - buitenste laag cellen
chorion/buitenste vruchtvlies - ontstaat uit trofoblast, vormt uitstulpingen in baarmoedeslijmvlies
Slide 22 - Slide
- trofoblast
vormt: chorion/buitenste vruchtvlies
blastocyste of blastula
- embryoblast/embronaalknop
hieruit vormen 2 holtes:
amnionholte en dooierzak
amnion vormt binneste vruchtvlies
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Celdifferentiatie
Tijdens embryonale ontwikkeling -> ontstaan weefsels/organen
Stamcellen ontwikkelen tot alle verschillende typen
Cellen beïnvloeden elkaar door afgifte stoffen -> celdifferentiatie
Waar cel zich bevindt, bepaalt welke delen van het DNA tot uiting komen
Soms geprogrammeerde celdood - apoptose
Voorbeeld apoptose - vingers tijdens ontwikkeling verbonden met vliezen. cellen uit vliezen moeten voor geboorte afsterven
Slide 28 - Slide
Stamcellen
Bij volgroeide organismen -> cellen gespecialiseerd
Embryonale stamcellen -> kunnen ontwikkelen tot alle soorten menselijke cellen
Adulte stamcellen -> beperkte ontwikkelmogelijkheid (te vinden in bijv. beenmerg)
Slide 29 - Slide
De geboorte
Indaling - begin weeën (samentrekking spieren)
Uitdrijving - weeën met tussenpozen; baarmoederhals en baarmoedermond worden wijder - ontsluiting
Nageboorte - verwijdering placenta, resten navelstreng en vruchtvliezen vanuit baarmoeder
Slide 30 - Slide
vragen
VRAGEN
Slide 31 - Slide
Stamcellen zijn celen die zich oneindig vaak kunnen delen. Wat is er bijzonder aan embryonale stamcellen in vergelijking met adulte (volwassen) stamcellen?
A
Die komen alleen voor bij embryo’s
B
Die kunnen nog elke type cel worden
C
Die kunnen niet meer delen
D
Die kunnen nooit een even aantal chromosomen hebben
Slide 32 - Quiz
In de afbeelding zijn cellen te zien die zijn ontwikkeld uit stamcellen. Kunnen de stamcellen uit deze afbeelding afkomstig zijn van een volwassen man?
A
ja
B
nee
Slide 33 - Quiz
Op welke dag in de cyclus vindt innesteling plaats als er op dag 14 ovulatie plaatsvindt en op dag 15 bevruchting?
A
rond dag 17
B
rond dag 21
C
rond dag 28
D
rond dag 40
Slide 34 - Quiz
Zet de volgende processen of stadia in chronologische volgorde
1
2
3
4
5
6
ovulatie
innesteling
zygote
klievingsde-
lingen
bevruchting
blastocyst
Slide 35 - Drag question
Slide 36 - Slide
Embryonale ontwikkeling (3)
Embryonaalknop ontwikkeld -> twee holten:
amnionholte en dooierzak
Cellen tussen holten worden het embryo
Slide 37 - Slide
Ontwikkeling van placenta
Bloedvaten vanuit kind naar placenta
vertakking tot dunne haarvaten
Bloed moeder - bloed kind gescheiden door membraan
Stoffen uitgewisseld door passief en actief transport
Voedingsstoffen, zuurstof, afvalstoffen
Slide 38 - Slide
Door wat wordt het hormoon HCG gemaakt?
A
de placenta
B
het gele lichaam
C
het embryo
D
de follikels
Slide 39 - Quiz
Welke gebeurtenis is oorzakelijk verbonden met de start van de menstruatie?
A
het dikker worden van het baarmoederslijmvlies
B
de ovulatie
C
de innesteling
D
het verval van het gele lichaam
Slide 40 - Quiz
Waar vindt de bevruchting plaats?
A
de vagina
B
de baarmoeder
C
de eileider
D
de eierstok
Slide 41 - Quiz
Waar vindt je het gele lichaam terug?
A
de vagina
B
de baarmoeder
C
de eileider
D
de eierstok
Slide 42 - Quiz
Een jong koppel probeert zwanger te raken.
Uiteindelijk lukt dat.
Sleep de gebeurtenissen zodat er een kloppende, chronologische volgorde ontstaat.
1
2
3
4
5
6
Er rijpt een follikel
Ze ovuleert
Haar eicel wordt bevrucht
Het embryo nestelt zich in
Haar menstruatie blijft uit
Ze doet een zwangerschapstest
Slide 43 - Drag question
Hieronder zie je een embryo van ongeveer 3 weken. Een aantal holten zijn met een cijfer aangegeven. Sleep de naam van de holte naar de juiste plek. Maak gebruik van BINAS.
1
2
3
amnionholte
chorionholte
dooierzak
Slide 44 - Drag question
Het gele lichaam (en later de placenta) produceert progesteron. Wat is GEEN functie van progesteron?