Economie 3GT 6.2 Het gaat om de winst!

1 / 33
next
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

6.2 Het gaat om de winst!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag
  • Terugblik op de vorige les.
  • Leerdoelen voor vandaag.
  • Uitleg/instructie.
  • Afsluiten van de les.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lotje verkoopt croissant, de inkoopprijs van een croissant is 0,50 cent, ze wilt een brutowinst van 65%
Bereken de verkoopprijs:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Consumenten verkoopprijs
De verkoopprijs inclusief btw. Dat is de prijs die de klant betaalt.
  • Inkoopprijs 
  • Brutowinstmarge  +
  • verkoopprijs  100%
  • Belasting Toegevoegde Waarde 21% of 9%+
  • Consumentenprijs    121% of 109%

Slide 6 - Slide

Inkooprpijs = De prijs dat een winkelier betaald bij de leverancier voor een product.

Brutowinstmarge + = De verhouding tussen de omzet en de winst ofwel hoeveel procent van de omzet overblijft als winst voor de onderneming.

verkoopprijs = Inkoopprijs + winstmarge

Btw/accijns + = Belastingen die voor overheden op indirecte wijze worden geheven, zoals de BTW en accijnzen.
Directe belastingen worden direct betaald aan de overheid. Dit is bijvoorbeeld de belasting die je over je inkomen moet betalen of de belasting die bedrijven over hun winst betalen. Indirecte belastingen zijn belastingen op producten en diensten, zoals de btw. Deze worden verwerkt in de prijs van de producten en worden dus indirect door consumenten via winkeliers aan de overheid betaald.

Consumentenprijs = De prijs die de consumenten betaalt inclusief toeslagen en belastingen.

Hoeveel is de indirecte belasting op de bon?
Hoeveel is de consumenten prijs op de bon?
Zijn de producten op de bon dus broodje kroket etc met of zonder winst marge?

zeg hoe kan je het controleren wat/waarvan x 100

Een jas kost €28,35 exclusief btw.
Het btw tarief is 21%
Bereken de consumentenprijs

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
In deze les leer je
  • Wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen. ✔
  • Hoe je de consumentenprijs berekent. ✔
  • Hoe je de btw vanuit de consumentenprijs berekent.
  • Wat het verschil is tussen afzet en omzet
  • Wat het verschil is tussen brutowinst en nettowinst

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend het volgende:
  • Wat is winst.
  • Wat is een verkoopprijs?
  • Wat is een consumentenprijs? Wie betaald deze?
  • Wat is BTW en waarom bestaat dit?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is winst?
A
B

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verkoopprijs?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat is een consumentenprijs?
Wie betaald deze?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is BTW en waarom bestaat dit?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Brutowinstopslag en verkoopprijs
Een winkelier koopt producten in en verkoopt ze door voor een hogere prijs.

Hierdoor dekt de winkelier de kosten en maakt hij winst.


 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verkoopprijs berekenen
  • De brutowinstopslag is een percentage (%) van de inkoopprijs.
  • De verkoopprijs kun je op twee manieren berekenen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Btw en consumentenprijs
De winkelier heeft zijn verkoopprijs vastgesteld.

Daarbovenop betaalt de consument ook btw (belasting toegevoegde waarde).


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Consumentenprijs berekenen
De btw is 9% of 21% van de verkoopprijs.
 
De verkoopprijs inclusief btw is de consumentenprijs.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Samenvattend
Inkoopprijs
Brutowinstmarge (= bijv. 25% bepaald de ondernemer)  +
Verkoopprijs

Verkoopprijs
BTW (= bijv. 21%)  +
Consumentenprijs

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

BTW
Appel bestaat uit 109% 
100% = verkoopprijs
9%= Btw

Laptop bestaat uit 121%     
100% = verkoopprijs
21%= btw

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een broek kost inclusief btw 35,95
Wat is het btw-bedrag:

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

timer
5:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen brutowinst en nettoresultaat?


Met een deel van de omzet kun je de inkoop betalen. Wat overblijft nadat je de inkoopwaarde betaald hebt, is de brutowinst.

Van de brutowinst gaan nog bedrijfskosten af. Wat je uiteindelijk overhoudt, is het nettoresultaat.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan nettoresultaat
Omzet   ( afzet x verkoopprijs )
inkoopwaarde ( afzet x inkoopprijs )
_____________________ - 
brutowinst
bedrijfskosten 
_____________________ - 
Nettoresultaat


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met:
Blz 165
Som 1 tot 11
timer
25:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Na de brutowinst worden de kosten en belastingen ervan afgehaald?
Waar
Niet waar

Slide 28 - Poll

This item has no instructions

Brutowinst is het geld wat je kan sparen of weer kan uitgeven
Waar
Niet waar

Slide 29 - Poll

This item has no instructions

Op groente en fruit hoef je geen BTW te betalen?
Waar
Niet waar

Slide 30 - Poll

This item has no instructions

Een winkelketen koopt rekenmachines in voor € 5,40 en verkoopt ze met een brutowinstopslag van 45%. De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs van een rekenmachine.

Slide 31 - Open question

- Verkoopprijs: € 5,40 x 1,40 = € 7,83

- Consumentenprijs: € 7.83 x 1,21 = € 9,47.
De prijs die je betaald voor een Iphone is 1435,50 bereken de verkoopprijs.

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Onderneming FLEX

Nike jordan
    €85 per stuk

Andere informatie:
- brutowinstmarge 8%
- BTW 21%
Bereken de brutowinstmarge
Bereken de verkoopprijs
Bereken de consumentenprijs
       €85 / 100 x 8 = € 6.80
        (Inkoopprijs + brutowinstmarge)
        €85 + €6.80 = €91.80 verkoopprijs
  • Bereken de BTW
       0,21 x €91.80 = €19.28
  • Bereken de consumentenprijs
       (Verkoopprijs + BTW )
        €91.80+ €19.28 = €111.08

Slide 33 - Slide

Wat is de oorspronkelijke bedrag?
€85

Wat is belangrijk om de Verkoopprijs te 
berekenen?
De prijs per stuk, de procent van de marge.

Wat is Belangrijk om de consumenten prijs te berekenen?
De verkoopprijs, en de btw percentage.

Is het btw hoog of btw laag?
BTW hoog.