Spelling 2 AA 2 groep 8

Spelling 2 AA 2 groep 8
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 2 AA 2 groep 8

Slide 1 - Slide

De apostrof
- Soms worden er letters weggelaten en staat er een apostrof. Vroeger zei men des middags. Nu zeggen we 's middags.

Voorbeelden:
's avonds, 's nachts.

Let op: wil je een woord met een apostrof aan het begin van de zin schrijven, dan schrijf je 's Avonds. Niet de 's, maar de A wordt een hoofdletter!

Slide 2 - Slide

des winters wordt met de apostrof op de juiste plek:
A
s' winters
B
's winters
C
s'winters
D
'swinters

Slide 3 - Quiz

Des zomers ga ik op vakantie.
wordt:
A
's Zomers ga ik op vakantie.
B
'S zomers ga ik op vakantie.
C
s' Zomers ga ik op vakantie.
D
'S Zomers ga ik op vakantie.

Slide 4 - Quiz

De apostrof
In het meervoud gebruik je na een a o i u y een apostrof.
Voorbeelden: lama's, foto's, taxi's, hobby's, paraplu's.

Slide 5 - Slide

meervoud van alinea
A
alineas
B
alineaas
C
alinea's
D
alineas'

Slide 6 - Quiz

meervoud van auto
A
autos
B
autoos
C
auto's
D
autos'

Slide 7 - Quiz

De apostrof
Als je het hebt over een bezit van iemand, dan schrijf je na een a o i u y een apostrof.
Voorbeelden: Xavi's telefoon, Sadio's paraplu
MAAR: Nieks boek, Sannes shirt, Julies tafel

Eindigt een naam op een s-klank, dan schrijf je alleen een apostrof.
Voorbeelden: Mees' stoel

Slide 8 - Slide

Het boek is van Dimitri
A
Dimitris boek
B
Dimitris' boek
C
Dimitri's boek
D
Dimitries boek

Slide 9 - Quiz

Het boek is van Gijs.
A
Gijs' boek
B
Gijss boek
C
Gijs's boek
D
Gijs boek

Slide 10 - Quiz

Het boek is van Bruce
A
Bruces boek
B
Bruce's boek
C
Bruces' boek
D
Bruce boek

Slide 11 - Quiz

Het boek is van Iva
A
Ivas boek
B
Iva's boek
C
Ivas' boek
D
Ivaas boek

Slide 12 - Quiz

Het boek is van Daniel
A
Daniel's boek
B
Daniels' boek
C
Daniels boek
D
Daniel 's boek

Slide 13 - Quiz

Maak bladzijde 17 van je werkboek. Let goed op de regels! 
Klaar? Dan maak je eerst Taalblobs
Klaar? Spellingsmol (2) + werkwoordpaard (3) als je dat nog niet af had
Klaar? Grammaticaklussers (15 minuten)
Klaar? Stil lezen of naamtekening afmaken

Slide 14 - Slide