25-12-12-Chapitre1-la famille-verbe avoir-1H

• Frans
• HBO
• Voortgezet speciaal onderwijs
• WO
• Leerroute 4
• Leerroute 2
• Leerroute 1
• Studiejaar 1

Bonjour

et 

bienvenue!!

Vendredi 12 décembre 2025

Bonjour tout le monde!

Leg allemaal je spullen op de tafel

-ton livre:  Grandes Lignes 1 VMBO-GT/HAVO:  Cahier d'activités A

- ton cahier 

-

ton stylo bleu

Pose ton sac-à dos par terre, s'il vous plaît

1, 2, 3

Le programme de cours

• Contrôle des devoirs
• Révision: Grammaire H: het persoonlijk voornaamwoord en het ww. ''avoir''
• Je présente ma famille

leerdoelen 

Aan het eind van deze les:

• Kun je je familie voorstellen;
• Ken je de persoonlijk voornaamwoorden;
• ken je de vormen van het ww. ''avoir'' in t.v.t.

Contrôle des devoirs

Chapitre 1: 

apps.noordhoff.nl

Contrôle des devoirs

On corrige ex.  31 (49 - 50)

Vandaag starten we met Unité 5

Unite 5 gaat over relaties

 Écouter: La famille

kijk en luister naar het filmpje. Schrijf in je schrift zoveel mogelijk namen van familieleden in het Frans op (dia 13).

Ma famille- vocabulaire

Ex. 25 (p. 44)

Bekijk de stamboom van Fabio. Lees de zinnen. Schrijf de namen op de goede plaats.

Al klaar? fais ex. 25 b en 26 (p. 45). Vertaal de onderstreepte woorden.

Ma famille- vocabulaire

On corrige ex. 25 en 26 (p. 44- 45). 

apps.noordhoff.nl

Lesevaluatie

Prenez vos ordinateurs. Connectez -vous à LessonUp.

Weet jij nu de persoonlijke voornaamwoorden, het rijtje van avoir in de tegenwoordige tijd en de familienamen in het Frans?

Je

1. wij
2. jij
3. il
4. ik

tu

1. hij
2. zij
3. jij
4. wij

elle

1. zij
2. hij
3. wij
4. jullie

Ik heb een hond

1. Nous avons un lapin.
2. J'ai un chien.
3. Vous avez un chat.
4. Il a un oiseau.

Anna a un frère .

1. Anna is aardig
2. Anna heeft een broer
3. Anna a une grande maison.
4. Anna a une grande famille

Nous avons un chat.

1. Ik heb een hond.
2. Wij hebben een kat.
3. Jullie hebben een kat.
4. Zij hebben een vis.

La famille:

le frère

de broer

de familie

de moeder

de zus

la soeur

la famille

la mère

le grand-père

la mère

la grand-mère

le père

la soeur

le frère

les devoirs

1. Fais (maak) exercice 33 à la page 51. Schrijf de opdracht op een A4. Lever het in de volgende les.
2. Apprends  (leer) grammaire H à la page 55 utilise Slim stampen

Merci de votre attention

Aurevoir