G2D jeudi 7 mars

Bienvenue!
à la classe de français


1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Bienvenue!
à la classe de français


Slide 1 - Slide

vertaal: de/ het, een : mannelijk, vrouwelijk, meervoud.

Slide 2 - Open question

Vul in:
de > ............vélo (m)
de > ..........école (v)
een> ......... chance (v)

Slide 3 - Open question

Vul de présent in van être met de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Vul de présent in van avoir met de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Wat zijn de 2 stappen die je maakt om de présent te maken van een werkwoord op -er?

Slide 8 - Open question

Vul de présent in van het werkwoord travailler met de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
1. (werken) Il..........à la maison.
2. (zijn) Tu ....... un élève.
3. (hebben) Vous ........ un cadeau.

Slide 11 - Open question

Ontkennend: Maak de zinnen ontkennend: 1. Je fais du ski. (nooit)
2. Il y a beaucoup de monde. (niet...meer) 3. C'est bon. (niet)

Slide 12 - Open question

Wat zijn de stappen die je maakt om een voltooid deelwoord te maken: ww op -er

Slide 13 - Open question

Vertaal de zinnen in de passé composé:
1. Zij hebben gespeeld. (jouer)
2. Hij heeft gegeten. (manger)

Slide 14 - Open question


Vul het schema in, bezittelijke vnw

Slide 15 - Open question

Vul het bezittelijk vnw in:
1. J'écoute (mijn) ..... chanson (v).
2. Elle mange avec (haar) ...........frère (m).
3. Nous cherchons (ons) ....... amie (v).

Slide 16 - Open question

Maak de rijtjes met de persoonlijke vnw van: aller, faire, pouvoir, vouloir, travailler. présent

Slide 17 - Open question

Geef de p.c. van: avoir, être, faire, prendre, vouloir, pouvoir

vertaal: ik heb gehad. ik ben geweest. ik heb gemaakt/gedaan. ik heb genomen. ik heb gewild. ik heb gekunt.

Slide 18 - Open question

Bijvoegelijke naamwoorden: wat komt erachter bij mannelijk ev/ mv en bij vrouwelijk ev en mv?

Slide 19 - Open question

Neem de woorden tussen haakjes over en vul dit aan met het bijvoeglijk nw:
1. noir J'aime (mon pull).
2. beau C'est (une fille).

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Welke bijvoeglijke naamwoorden komen voor het zelfstandig naamwoord?

Slide 22 - Open question

Maak de zin vragen op 3 manieren. Vervang woorden of laat ze weg.
1. Nina et Sarah sont à l'école.

Slide 23 - Open question

Vertaal: jij bent geweest. (être) Ik heb geluisterd. (écouter) Wij hebben gedaan. (faire) Hij heeft gehad. (avoir)

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

Futur proche: toekomende tijd
vertaal:
Ik ga morgen zwemmen (nager). ....... ........ ....... demain.
Hij gaat een ijsje kopen. (acheter) ...... ....... ........ une glace.

Slide 26 - Open question

Succes met je compo toetsen!!

Slide 27 - Slide