9.4 Ziek

9.4 Ziek
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

9.4 Ziek

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 9.4
  • Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt en je kunt beschrijven hoe ze in je lichaam komen 
  • Je kunt beschrijven hoe een infectieziekte verloopt 
  • Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen ziekteverwekkers herkennen en hoe ze je genezen 
  • Je kunt uitleggen wat de functie van koorts is bij de genezing 
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam op eigen kracht immuun wordt voor een ziekte en hoe vaccinatie (inenting) daarbij helpt 
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een nieuw orgaan of weefsel nodig hebt 

Slide 2 - Slide

Ziek zijn
Ziekte is een tijdelijke lichamelijke of geestelijke aandoening die iemand belemmert in het normale functioneren. 

Een ziek organisme is uit zijn evenwicht, er is sprake van een verstoorde homeostase

Slide 3 - Slide

Hoe word je ziek?
Ziekteverwekkers: micro-organismen waar je ziek van kunt worden
  1. Bacteriën en schimmels kunnen giftige stoffen afgeven
  2. Virussen dringen je cellen binnen en zich daar vermeerderen, waardoor uiteindelijk de cel stuk gaat


Slide 4 - Slide

Hoe word je ziek?
Infectieziekte: ziekte die door een infectie met bacteriën, virussen of schimmels ontstaan.


  • Verkoudheid: virus in slijmvliescellen van je mond, neus en keel - besmetting via druppeltjes vocht in de lucht/handcontact

  • Griep: spierpijn, koorts, hoofdpijn, verkouden - zelfde manier van verspreiding

Slide 5 - Slide

Bij de supermarkt werden in Coronatijd de manden/karren ontsmet. Leg uit hoe je besmet kan raken als men dit niet doet.

Slide 6 - Open question

Hoe word je ziek?
Infectieziekte: ziekte die door een infectie met bacteriën, virussen of schimmels ontstaan.

  • Verkoudheid: virus in slijmvliescellen van je mond, neus en keel - besmetting via druppeltjes vocht in de lucht/handcontact

  • Griep: spierpijn, koorts, hoofdpijn, verkouden - zelfde manier van verspreiding

Slide 7 - Slide

Hoe genees je?
Afweer: het uitschakelen van ziekteverwekkers -> witte bloedcellen
  • Vreetcellen: sluiten bacteriën in en verteren ze -> pus/etter = dode witte bloedcellen, verteerde bacteriën en resten van kapotte huidcellen.
    Vreetcellen zijn niet heel specifiek

Slide 8 - Slide

Hoe genees je? (2)
Afweer: het uitschakelen van ziekteverwekkers -> witte bloedcellen

  • Antistofcellen: WBC die antistoffen maken
  1. Ziekteverwekker komt in lichaam
  2. Antistofcellen maken juiste antistof
  3. Antistofcellen delen snel  = + antistoffen
  4. Antistoffen koppelen en schakelen ziekteverwekkers uit
  5. Vreetcellen sluiten ze in en verteren ze

Slide 9 - Slide

Hoe herkennen je witte bloedcellen dan een ziekteverwekker?

Slide 10 - Slide

Lichaamseigen/vreemd
Antigenen: herkenningseiwitten aan buitenkant van een cel 
  • Lichaamseigen - eigen lichaamscellen
  • Lichaamsvreemd - ziekteverwekkers
Op iedere antigen past slechts één specifieke antistof

Slide 11 - Slide

Waarvoor krijg je koorts?
Koorts doordat witte bloedcellen stofjes maken waardoor de hypothalamus lichaamstemperatuur verhoogt

  • Bloed stroomt sneller en voert de afvalstoffen van ziekteverwekkers sneller af
  • Witte bloedcellen maken sneller antistoffen
  • > 42 graden Celsius is gevaarlijk, waarom?

Slide 12 - Slide

Veel mensen slikken bij koorts paracetamol. Deze stof zorgt ervoor dat de hypothalamus weer de normale lichaamstemperatuur aangeeft.
De koorts zakt dan.

Word je door paracetamol ook sneller beter? Leg uit.

Slide 13 - Open question

Aan de slag!
Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt en je kunt beschrijven hoe ze in je lichaam komen opdr 4, 5 
Je kunt beschrijven hoe een infectieziekte verloopt opdr 6a en 7 
Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen ziekteverwekkers herkennen en hoe ze je genezen opdr 9, 11 t/m 13 
Je kunt uitleggen wat de functie van koorts is bij de genezing opdr 15 t/m 17 

Slide 14 - Slide

aan de slag

Slide 15 - Slide

9.4 Ziek

Slide 16 - Slide

Leerdoelen 9.4
  • Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt en je kunt beschrijven hoe ze in je lichaam komen 
  • Je kunt beschrijven hoe een infectieziekte verloopt 
  • Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen ziekteverwekkers herkennen en hoe ze je genezen 
  • Je kunt uitleggen wat de functie van koorts is bij de genezing 
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam op eigen kracht immuun wordt voor een ziekte en hoe vaccinatie (inenting) daarbij helpt 
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een nieuw orgaan of weefsel nodig hebt 

Slide 17 - Slide

Geheugencellen
Bekijk het plaatje. 

Functie?

Wat voor gevolgen hebben geheugencellen?

Slide 18 - Slide

Geheugencellen zorgen voor immuniteit. Wat houdt dat in?

Slide 19 - Open question

Er zijn twee soorten immuniteit. Wat is het grote verschil en hoe komt dat? 

Slide 20 - Slide

Vaccinatie zorgt dus voor immuniteit. Hoe werkt een vaccin eigenlijk dan?

Slide 21 - Open question

Het Covid-19 vaccin zorgt voor immuniteit tegen corona. Wat voor soort immuniteit is dat?
A
Actieve immuniteit
B
Passieve immuniteit

Slide 22 - Quiz

Meisjes in Nederland krijgen een prik tegen het HPV-virus. Wat voor soort immuniteit levert dat op?
A
Actieve immuniteit
B
Passieve immuniteit

Slide 23 - Quiz

Je bent gebeten door een hond. Als je niets doet loop je grote kans om tetanus te krijgen. Je krijgt daardoor altijd van de huisarts een prikje. Wat voor immuniteit levert dat op?
A
Actieve immuniteit
B
Passieve immuniteit

Slide 24 - Quiz

De griepprik zorgt voor actieve immunisatie. Toch moeten veel mensen met verhoogde gezondheidsrisico's elk jaar een griepprik halen. Leg dit uit.

Slide 25 - Open question

Orgaandonaties
Sommige ziektes zijn niet te genezen. Deze worden chronisch genoemd.

Het verkrijgen van een donororgaan kan soms een oplossing geven.

Slide 26 - Slide

Een bepaald type diabetes kan worden genezen door het verkrijgen van een nieuw orgaan.
- Welk type diabetes?
- Welk soort orgaan?
A
Diabetes type I Lever
B
Diabetes type I Alvleesklier
C
Diabetes type II Lever
D
Diabetes type II Alvleesklier

Slide 27 - Quiz

Het vinden van een juiste 'match' is heel erg belangrijk bij orgaandonaties.
Is de match niet juist, dan kan het ontvangen orgaan worden 'afgestoten' door de afweer van de ontvanger. Het orgaan zal dan uiteindelijk afsterven.
Leg dit uit. Gebruik de termen lichaamseigen, lichaamsvreemd, antistoffen, antigenen

Slide 28 - Open question

Een match
Bij een match lijken de antigenen van de donor dusdanig veel op de antigenen van de ontvanger, dat het ontvangen orgaan niet (meteen) zal worden afgestoten. 

Slide 29 - Slide

aan de slag

Slide 30 - Slide