Je leert woorden die te maken hebben met eten en drinken en iets bestellen in een restaurant
Luisteren - Opschrijven - Leren
Geluidsniveau: STIL
Wat ga je doen?
Ga in het digitale lesmateriaal naar Naslag - Arrêt Chapitre 5
Voca & Phrases-clés B
Frans-Nederlands
* Luister naar de uitspraak
* Noteer de woorden/zinnen F-N in je schrift
* Oefen in blokjes van 5
* Zet een * voor woorden/zinnen die je nog niet kent en herhaal deze
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Lesdoelen (buts)
Je leert woorden die te maken hebben met eten en drinken en iets bestellen in een restaurant
Luisteren - Opschrijven - Leren
Geluidsniveau: STIL
Wat ga je doen?
Ga in het digitale lesmateriaal naar Naslag - Arrêt Chapitre 5
Voca & Phrases-clés B
Frans-Nederlands
* Luister naar de uitspraak
* Noteer de woorden/zinnen F-N in je schrift
* Oefen in blokjes van 5
* Zet een * voor woorden/zinnen die je nog niet kent en herhaal deze
Slide 1 - Slide
Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Ken ik de Franse signaalwoorden t.b.v. tekstbegrip en leesvaardigheid
Volg de LessonUp in eigen tempo
Slide 2 - Slide
Leesvaardigheid
Signaalwoorden
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Important! Signaalwoorden!
Handig om die te kennen, want ze geven structuur aan de tekst. De antwoorden op vragen over de tekst staan vaak in de buurt van de signaalwoorden (zie de vorige vraag...).
Ze kunnen een reden aangeven, of een tegenstelling, een voorbeeld, een opsomming, een doel etc.
We gaan ermee oefenen in de volgende dia.
Slide 5 - Slide
parce que
mais
pourtant
par exemple
si
par contre
donc
ensuite
bref
en plus
daarentegen
dus
bovendien
omdat
kortom
vervolgens
toch
bijvoorbeeld
maar
als
Slide 6 - Drag question
Wat geeft het signaalwoord POURTANT aan?
A
gevolg
B
oorzaak
C
tegenstelling
D
voorbeeld
Slide 7 - Quiz
Kies het passende signaalwoord: Je ne sors pas ..... il pleut.
A
pourtant
B
donc
C
parce qu'
D
par contre
Slide 8 - Quiz
Kies het passende signaalwoord: J'ai fait mes devoirs, .... je n'ai pas de bonnes notes
A
par exemple
B
pourtant
C
bref
D
en plus
Slide 9 - Quiz
Kies het passende signaalwoord: D'abord j'ai embrassé ma mère, ..... mon père
A
ensuite
B
si
C
mais
D
donc
Slide 10 - Quiz
Vul het passende signaalwoord in: J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, ..... je suis bien préparé!
A
en plus
B
parce que
C
par contre
D
bref
Slide 11 - Quiz
0
Slide 12 - Video
Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
In stilte werken zolang de timer loopt.
Slide 13 - Slide
Leer/les-doelen behaald?
Zo niet, noteer in TTS Planagenda
Slide 14 - Slide
à la prochaine!
;
les déchets dans la poubelle
restez à ta place jusqu'à 59/29
Samen zorgen we voor een fijne werkplek in het lokaal!