Paragraaf 5.1 - De huid

5.1 De huid
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de onderdelen van de huid benoemen en de functies van de huid beschrijven
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

5.1 De huid
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de onderdelen van de huid benoemen en de functies van de huid beschrijven

Slide 1 - Slide

5.1 De huid
Waaruit bestaat de huid?
  • De huid bestaat van buiten naar binnen uit 3 lagen:
    - de opperhuid, de lederhuid en het onderhuids bindweefsel

  • Opperhuid
    - bestaat uit 2 lagen; hoornlaag en kiemlaag
    - Hoornlaag > bestaat uit dode huidcellen, deze laag slijt aan buitenkant af
    - Kiemlaag > vult de hoornlaag vanaf onderaf aan met nieuwe cellen.
    - Nieuwe cellen ontstaan onderin kiemlaag, pigmentcellen bevinden zich ook in kiemlaag.
    - Pigmentcellen maken pigment, hierdoor kan huid bruin worden.


Slide 2 - Slide

Wat is de functie van het onderhuids bindweefsel?
A
Opname van voedingsstoffen
B
Productie van pigment
C
Opslag van vetten
D
Bescherming

Slide 3 - Quiz

Waar worden nieuwe cellen in de huid gevormd?
A
Kiemlaag
B
Onderhuids bindweefsel
C
Hoornlaag
D
Lederhuid

Slide 4 - Quiz

Waar bevinden zich de pigmentcellen?
A
Hoornlaag
B
Onderhuids bindweefsel
C
Kiemlaag
D
Lederhuid

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de hoornlaag?
A
Opname van voedingsstoffen
B
Transport van zuurstof
C
Productie van pigment
D
Bescherming

Slide 6 - Quiz

5.1 De huid



  • Lederhuid
    - bevat haren (in haarzakjes, aan elke haar een spiertje), talgklieren (maken talg > houdt huid soepel en vet), zweetklieren (maken zweet, hier koelt lichaam van af), zintuigen (hiermee neem je omgeving waar).
  • Onderhuids bindweefsel
    - hierin lopen bloedvaatjes, zenuwen en is vet opgeslagen, vet isoleert tegen kou.

Slide 7 - Slide

Welke zintuig bevindt zich in de lederhuid?
A
Reukzintuig
B
Smaakzintuig
C
Gehoorzintuig
D
Tastzintuig

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van het vet in het onderhuids bindweefsel?
A
Beschermt tegen zonnestralen
B
Isoleert tegen kou
C
Maakt huid soepel
D
Reguleert lichaamstemperatuur

Slide 9 - Quiz

Wat bevindt zich niet in het onderhuids bindweefsel?
A
Zenuwen
B
Bloedvaatjes
C
Vet
D
Talgklieren

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van de talgklieren?
A
Maakt zweet aan
B
Houdt huid soepel en vet
C
Zorgt voor opslag van vet
D
Maakt vet aan

Slide 11 - Quiz

5.1 De huid
Wat zijn de functies van de huid?

  • De huid beschermt je lichaam
    - houdt ziekteverwekkers en vuil tegen
    - houdt schadelijk zonlicht tegen
    - beschermt je tegen uitdrogen
    - beschermt je organen tegen beschadiging
  • Je huid neemt de omgeving waar
    - warmtezintuigen, koudezintuigen, tastzintuigen, drukzintuigen en pijnzintuigen
  • De huid helpt je temperatuur te regelen
    - zorg ervoor dat je lichaam niet te koud of te warm wordt.


Slide 12 - Slide

Wat is een functie van de huid bij het beschermen van organen?
A
Bevorderen van de bloedsomloop
B
Produceren van energie
C
Reguleren van de stofwisseling
D
Voorkomen van beschadiging

Slide 13 - Quiz

Wat is een functie van de huid bij temperatuurregeling?
A
Helpen bij de spijsvertering
B
Produceren van hormonen
C
Voorkomen dat het lichaam te koud of te warm wordt
D
Regelen van de hartslag

Slide 14 - Quiz

5.1 De huid
  • Wat? Maken 5.1 – Opdracht 1 t/m 11
  • Hoe? Blz. 90 t/m 94
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 11 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 15 - Slide

5.1 De huid deel 2
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe de huid helpt bij het regelen van je lichaamstemperatuur
  • Je kunt uitleggen wat het effect is van zonlicht op de huid
  • Je kunt beschrijven hoe de huid je tegen zonlicht beschermt

Slide 16 - Slide

5.1 De huid
Hoe regelt de huid je temperatuur?

  • Zoogdieren (mensen) zijn warmbloedig > constante lichaamstemperatuur
    - niet te veel afkoelen of opwarmen
  • Je lichaam wordt te warm
    - bloedvaatjes worden wijder, meer bloed stroomt erdoor, huid wordt rood en geeft extra warmte af aan omgeving - zweetklieren maken meer zweet, dit verdampt via de poriën op je huid, zweet verdampt hierdoor koel je af
  • Je lichaam wordt te koud
    - bloedvaatjes worden nauwer, minder bloed stroomt erdoor, huid houdt hierdoor warmte vast, bleke huid door nauwe bloedvaten
    - haren op huid gaan rechtop staan doordat haarspiertjes samentrekken > kippenvel
    - rillen > skeletspieren trekken onwillekeurig samen, hierbij ontstaat warmte



Slide 17 - Slide

Wat is kippenvel?
A
Een manier om warmte vast te houden
B
Een huidaandoening
C
Een ziekte
D
Het rechtop staan van haren door samentrekken van haarspiertjes

Slide 18 - Quiz

Wat is de functie van zweet bij het regelen van lichaamstemperatuur?
A
Verdamping van zweet zorgt voor afkoeling van de huid
B
Het dient als reservevocht voor het lichaam
C
Het zorgt voor opwarming van de huid
D
Het zorgt voor smering van de huid

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er als je lichaam te koud is?
A
Bloedvaatjes worden nauwer en huid houdt warmte vast
B
Skeletspieren trekken onwillekeurig samen
C
Haarspiertjes trekken samen en haren gaan rechtop staan
D
Bloedvaatjes worden wijder en zweetklieren maken meer zweet

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er als je lichaam te warm is?
A
Haarspiertjes trekken samen en haren gaan rechtop staan
B
Skeletspieren trekken onwillekeurig samen
C
Bloedvaatjes worden wijder en zweetklieren maken meer zweet
D
Bloedvaatjes worden nauwer en huid wordt bleker

Slide 21 - Quiz

Hoe regelt de huid je lichaamstemperatuur?
A
Door te slapen
B
Door te rillen
C
Door bloedvaatjes wijder of nauwer te maken
D
Door te bevriezen

Slide 22 - Quiz

5.1 De huid
Wat is het effect van zonlicht op de huid?
  • Uv-straling goed
    - huidcellen in kiemlaag hebben uv-straling nodig om vitamine D aan te maken
    - Vitamine D is nodig voor de opbouw van botten, tanden en energiehuishouding
  • Uv-straling slecht
    - te veel uv-straling kan de cellen in de kiemlaag beschadigen
    - huidkanker kan ontstaan als de cellen te vaak beschadigen > mutatie
    - huidcellen gaan zich extra snel delen en vormen zo een gezwel (tumor)
  • Gezwel of tumor bij huidkanker
    - zie afbeelding bovenin of blz. 97/bron 7
    - uitzaaiing > nieuwe tumor is ontstaan door rondstromende tumorcellen



Slide 23 - Slide

Wat is uitzaaiing bij huidkanker?
A
Een nieuwe tumor die ontstaat door tumorcellen die zich verspreiden
B
Een vermindering van de aanmaak van vitamine D
C
Een beschadiging van de huid door uv-straling
D
Een ontsteking van de huid

Slide 24 - Quiz

Wat is huidkanker?
A
Een virus dat de huid aantast
B
Een allergische reactie op zonlicht
C
Een onschuldige huidaandoening
D
Een gezwel dat ontstaat door beschadigde huidcellen die zich snel delen

Slide 25 - Quiz

Waarom is vitamine D belangrijk voor het lichaam?
A
Voor het immuunsysteem
B
Voor de opbouw van botten, tanden en energiehuishouding
C
Voor de bescherming tegen uv-straling
D
Voor de aanmaak van huidcellen

Slide 26 - Quiz

Wat is het gevolg van te veel uv-straling op de huid?
A
Beschadiging van de cellen in de kiemlaag
B
Verbeterde energiehuishouding
C
Verhoogde aanmaak van vitamine D
D
Bescherming tegen huidkanker

Slide 27 - Quiz

Waarom hebben huidcellen uv-straling nodig?
A
Om de huid te hydrateren
B
Om de huid te laten ademen
C
Om vitamine D aan te maken
D
Om de huid te beschermen

Slide 28 - Quiz

5.1 De huid
Hoe beschermt je huid tegen zonlicht?

  • Pigmentcellen in de kiemlaag
    - maken pigment > kleine korreltjes bruine kleurstof
    - door uv-straling wordt je dus bruin
    - zorgen ervoor dat uv-straling minder diep je huid binnendringen

  • Lichte huid > minder pigmentcellen en dunnere opperhuid
    - snel verbranden, grotere kans op huidkanker
  • Donkere huid > meer pigmentcellen en dikkere opperhuid
    - minder snel verbranden, kleinere kans op huidkanker



Slide 29 - Slide

Hoe zorgen pigmentcellen ervoor dat uv-straling minder diep de huid binnendringt?
A
Door pigment te maken
B
Door zweet te produceren
C
Door bloedvaten te verwijden
D
Door talg te produceren

Slide 30 - Quiz

Welke huid heeft minder kans op huidkanker?
A
Droge huid
B
Donkere huid
C
Lichte huid
D
Rode huid

Slide 31 - Quiz

Welke huid heeft minder pigmentcellen en een dunnere opperhuid?
A
Gevoelige huid
B
Lichte huid
C
Donkere huid
D
Vette huid

Slide 32 - Quiz

5.1 De huid
  • Wat? Maken 5.1 – Opdracht 12 t/m 27
  • Hoe? Blz. 95 t/m 101
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 12 t/m 27 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 33 - Slide