H3 - Debatteren - H12, H13 en H14

H3 
Debatteren
H12 - H13 - H14
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 
Debatteren
H12 - H13 - H14

Slide 1 - Slide


Wat is een debat?
A
Een wedstrijd in het houden van een betoog
B
Een wedstrijd in welsprekendheid
C
Een wedstrijd in het verzinnen van argumenten
D
Een wedstrijd in het verzinnen van stellingen

Slide 2 - Quiz

Wat is waar over de voorstander van een stelling?
A
Hij verdedigt zijn stelling.
B
Hij noemt argumenten tegen de stelling.
C
Hij verzint feiten.
D
Hij is het oneens met de tegenstander.

Slide 3 - Quiz


Waar draait het om in een debat?
A
De opening
B
De stelling
C
De argumenten
D
De weerlegging

Slide 4 - Quiz

waar
niet
waar
Bij een debatwedstrijd heb je zowel binnen als buiten het debat dezelfde mening.
Bij een debatwedstrijd verdedig je altijd de stelling waarmee je het eens bent.
Bij een debatwedstrijd krijg je een vastgestelde spreektijd.
Bij een debatwedstrijd verdedig je soms een stelling waarmee je het niet eens bent.

Slide 5 - Drag question

'Huiswerk zorgt voor stress en neemt te veel tijd in beslag' is een voorbeeld van:
A
een introductie
B
een stelling
C
een argument
D
een conclusie

Slide 6 - Quiz

'Huiswerk moet afgeschaft worden op het JTC' is een voorbeeld van:
A
een introductie
B
een stelling
C
een argument
D
een conclusie

Slide 7 - Quiz

Zet de stappen voor het voorbereiden van een debat in de goede volgorde.
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
stap 7
argumenten selecteren
spiekbriefje maken
verdiepen in stelling, info verzamelen
argumenten in goede volgorde zetten
argumenten bedenken
introductie voorbereiden
tegenargumenten bedenken

Slide 8 - Drag question

Met welke zaken kun je je argumenten illustreren?
A
voorbeelden, vergelijkingen en citaten
B
voorbeelden, muziek en citaten
C
vergelijkingen, citaten en afbeeldingen
D
vergelijkingen, grapjes en voorbeelden

Slide 9 - Quiz


Als je je positie inneemt, dan
A
ga je klaarstaan.
B
kies je een (tegen)argument.
C
ben je tegen de stelling.
D
kies je een standpunt.

Slide 10 - Quiz

Wat is de taak van de leider van het debat?
A
Hij spreekt de debatteerder aan als hij zich niet aan de regels houdt.
B
Hij bepaalt wie er heeft gewonnen.
C
Hij introduceert het onderwerp.
D
Hij leidt de jury.

Slide 11 - Quiz

Bij debatteren is overtuigingskracht erg belangrijk. Hierbij maak je gebruik van drie overtuigingsmiddelen: LOGOS, PATHOS en ETHOS. Wat betekenen deze begrippen?
A
logisch - paté - drogist
B
inhoud - gevoel - persoonlijkheid
C
introductie - stelling - argument
D
verstand - lichaamstaal - vriendelijkheid

Slide 12 - Quiz

Tijdens de les moesten jullie in groepjes van 4 om de beurt spreken over een willekeurig onderwerp, zoals een hamster of gieter.

Dit was een oefening in ELOQUENTIE. Wat betekent dat?
A
debatteren
B
pathos
C
welsprekendheid (hoe goed je kunt spreken)
D
ethos

Slide 13 - Quiz

Bij een drogreden is er sprake van
A
een fout in de introductie
B
een onjuiste stelling
C
een onjuist argument
D
een onjuiste houding

Slide 14 - Quiz

maatschappelijk
debat
politiek
debat
Vindt plaats in de pauze, aan tafel, zomaar tussendoor 
Is formeel
In de Tweede Kamer
Heeft een debatleider
Gaat over actuele onderwerpen
Er zijn voor- en tegenstanders en alles ertussenin

Slide 15 - Drag question


Welke uitspraak in ONJUIST?
A
Een discussie is een gesprek waarin men het niet met elkaar eens is, maar het wel met elkaar eens probeert te worden
B
Bij een betoog is maar één persoon aan het woord.
C
Bij een conversatie voeren twee mensen een gesprek met elkaar.
D
Bij een debat heeft men als doel tot een overeenstemming te komen.

Slide 16 - Quiz

goede
debatstelling
geen goede
debatstelling
concreet
uitgebreid geformuleerd
onduidelijk
feit
kort maar krachtig
er zijn argumenten bij te bedenken
past bij het publiek

Slide 17 - Drag question

Zet de stappen voor het houden van een betoog in de goede volgorde.
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
stap 7
argument 2 + toelichting en voorbeeld
herhaing argumenten, conclusie en afronding
introductie en standpunt noemen
weerlegging tegenargument
argument 1 + toelichting en voorbeeld
tegenargument + toelichting en voorbeeld
argument 3 + toelichting en voorbeeld

Slide 18 - Drag question

Einde LessonUp
  • Ik hoop dat deze LessonUp goed ging! 
  • Zo niet: leer de leerstof en maak de LessonUp opnieuw.
  • Vergeet niet de opdrachten van H12 t/m 14 te bestuderen.
  • Als je nog vragen hebt, stel me die alsjeblieft via de mail.
  • Veel succes met leren! 

Slide 19 - Slide