Examentraining Duits

Examentraining Duits
1 / 40
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Examentraining Duits

Slide 1 - Slide

Hoe pak je het aan?

Slide 2 - Slide

Leesstrategie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Soorten examenvragen
1. Gesloten vragen:
-meerkeuzevragen
-meerkeuze-invulvragen (gatentekstvragen)

2. Voorgestructureerde vragen:
-combinatie-/matchingvragen
-beweringsvragen
-ordeningsvragen

3. Citeervragen
4. Open vragen

Slide 8 - Slide

Gesloten vragen I
Meerkeuzevragen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Gesloten vragen II
meerkeuze-invulvragen (gatentekstvragen)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Voorgestructureerde vragen I
combinatie-/matchingvragen

Slide 15 - Slide

Combinatie-/matchingvragen
-Lees de vraag, vertaal de vraag.
Je moet de vraag helemaal begrijpen.
-Lees de aangeboden omschrijvingen
-Lees daarna de alinea/tekstgedeeltes, niet de hele tekst
-En ga zo door

Slide 16 - Slide

Voorgestructureerde vragen II
Beweringsvragen

Slide 17 - Slide

Beweringsvragen
juist/onjuist - wel/niet vragen

-Tekst globaal lezen > indruk krijgen van de inhoud
-Lees de eerste bewering
-Waar staat het in de tekst? En wat staat er precies?
-Probeer kort in eigen woorden het gedeelte samen te vatten
-Bepaal of de bewering wel of niet klopt


Slide 18 - Slide

Voorgestructureerde vragen III
Ordeningsvragen

Slide 19 - Slide

Ordeningsvragen
delen van de tekst in de juiste volgorde zetten

-Lees alle stukjes zorgvuldig door en let vooral op de eerste en laatste zin van elk stukje (meestal alinea)
-Want: de eerste zin moet logisch aansluiten op de laatste zin van het vorige stukje (alinea)
-Zoek naar signaalwoorden = aanwijzingen voor opbouw tekst
-Klaar? Lees alles nog eens goed door


Slide 20 - Slide

Citeervragen

Slide 21 - Slide

Citeervragen
-Lees de vraag: Vertaal de vraag. Begrijp de vraag.
De vraag geeft aan hoe je moet antwoorden!
Bv: 
Met welke twee zelfstandige naamwoorden worden... aangeduid?
Noem de eerste twee woorden van een zin...
-Als de vraag ook met een citaat wordt ingeleid, dan moet je het citaat:
Goed begrijpen & Markeren in de tekst

Slide 22 - Slide

Open vragen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Tips

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Tips
Er zit geen logica in de frequentie van de antwoorden
Dus 7x C achter elkaar dat kan !

Je mag in de tekst markeren. Dat kan soms helpen om de tekst te structuren en overzicht te krijgen. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Überblick

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Even snel wat tips...

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

De diepte in...

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Und jetzt üben!

Viel Erfolg!!!!

Slide 40 - Slide