H. 9 Negatieve getallen instructie par. 9.3

H. 9 
NEGATIEVE GETALLEN
  • Welkom 
  • Thuiswerk vorige week
  • Thuiswerk deze week
  • Herhaling par. 9.1 + 9.2
  • Leerdoel par. 9.3 
  • Instructie par. 9.3
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H. 9 
NEGATIEVE GETALLEN
  • Welkom 
  • Thuiswerk vorige week
  • Thuiswerk deze week
  • Herhaling par. 9.1 + 9.2
  • Leerdoel par. 9.3 
  • Instructie par. 9.3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

2 online lessen per week
  • Op woensdag 1e lesuur (bb + kb)

  • Op vrijdag: 1e lesuur bb, 6e lesuur kb. (dit wissel ik per week)

 Houd de TEAMS agenda goed in de gaten! 

Slide 3 - Slide

Thuiswerk deze week
(zonder rekenmachine)
  •  Maken par. 9.3 (wo.) + 9.4 (vr.)                                                                                 Als je een achterstand hebt, zorg dat je die vandaag voor 12.00 uur inhaalt.
  • par. 9.1 + 9.2 afmaken                    (lukt het je niet alleen, laat het me weten.)

Slide 4 - Slide

POSITIEF EN NEGATIEF

Slide 5 - Slide

Thermometer
 Verticale getallenlijn

  • Op de verticale getallenlijn staan de negatieve getallen onder de 0.

Slide 6 - Slide

Positief of negatief
  • Op de verticale getallenlijn staan de positieve getallen boven de 0.

  • Op de verticale getallenlijn staan de negatieve getallen onder de 0.

Slide 7 - Slide

REGELMAAT
  • In de regelmaat hiernaast komt er steeds 4 bij.
  • Als je de getallen achter elkaar zet, krijg je onderstaande getallenrij:  -11, -7, -3, 1,  5,  9,  13

Slide 8 - Slide

Bij een regelmaat komt er steeds hetzelfde bij of 
gaat er steeds hetzelfde vanaf. 
  • Bij een regelmaat komt er steeds hetzelfde bij of gaat er steeds hetzelfde vanaf.

  • De stappen omhoog of omlaag zijn evengroot. 

Slide 9 - Slide

TEGENGESTELDE GETALLEN
Twee getallen die even ver van het getal nul liggen, noem je tegengestelden van elkaar.

Slide 10 - Slide

KLEINER DAN OF GROTER DAN

Slide 11 - Slide

Hoe hoger hoe groter.
Hoe lager hoe kleiner
  • Hoe lager je op de getallenlijn gaat, hoe kleiner de getallen worden.

  • Hoe hoger je op de getallenlijn gaat, hoe groter de getallen.


Slide 12 - Slide

Groter dan >       
Kleiner dan <
7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"
2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Ezelsbruggetjes:
De opening van < en > staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Slide 13 - Slide

De krokodil wil de prooi die het grootst is.

Slide 14 - Slide

Van < kun je een k maken van kleiner dan

Slide 15 - Slide

Groter dan of kleiner dan?
Denk ook aan kouder = kleiner

Slide 16 - Slide

par. 9.3 BLOKJES IN DE KETEL

Slide 17 - Slide

Leerdoel
  • Ik weet hoe de temperatuur verandert als er blokjes in de ketel worden gedaan.

Slide 18 - Slide

Warme en koude blokjes
  • Als de heks warme blokjes in de ketel gooit, dan wordt de temperatuur in de ketel hoger.

  • Als de heks koude blokjes in de ketel gooit, dan wordt de temperatuur in de ketel kouder.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video