Woordenschat §2 Voorbereiding toets

Nederlands

Vrijdag 7 februari 

6e lesuur

Programma

1. Jeugdjournaal

2. Woordenschat 

3. Afsluiten

jeugdjournaal.nl

Woordenschat

Pak snel je laptop, we gaan aan de slag met woordenschat. 

1. Lesson up

2. Online oefenen

De montageset

1. een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
2. de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
3. de tijd die je krijgt om iets uit te zenden.
4. twee tijden waartussen iets open is.

(de) presentator

1. een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
2. de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
3. iemand die iets presenteert.
4. twee tijden waartussen iets open is.

(een) studio

1. een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
2. de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
3. een ruimte voor het opnemen van muziek, films, radio- of tv-programma’s.
4. twee tijden waartussen iets open is.

hoogtepunten

1. voordeel hebben.
2. bekijken.
3. alle bezigheden.
4. mooiste en belangrijkste momenten.

bezichtigen

1. voordeel hebben.
2. bekijken.
3. alle bezigheden.
4. mooiste en belangrijkste momenten.

(het) tijdslot

1. een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
2. de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
3. iemand die iets presenteert.
4. twee tijden waartussen iets open is.

(de) redactie

1. een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
2. de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
3. iemand die iets presenteert.
4. twee tijden waartussen iets open is.

profiteren

1. voordeel hebben.
2. bekijken.
3. alle bezigheden.
4. mooiste en belangrijkste momenten.

Oefenen

Ga nu naar je online omgeving en maak de opdrachten voor woordschat af. Heb je dat al gedaan?

Ga dan door met trainen. 

Fijn weekend!