Taal wanneer je tegen iemand'u' zegt of 'meneer of mevrouw'
Formeel taalgebruik is netjes en beleefd.
Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
Slide 3 - Slide
Formeel taalgebruik
Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
Als je tegen iemand praat die ouder is dan jij is of die jij niet goed kent,
dus bijvoorbeeld tegen een volwassene of een vreemde.
Als je iets wilt schrijven, schrijf je een mail of een brief.
Slide 4 - Slide
Informeel taalgebruik
Wat is informeel taalgebruik?
Informeel taalgebruik is dat je jij/je zegt tegen iemand. Je gebruikt informeel taalgebruik tegen leeftijdsgenoten, vrienden, familie, mensen die je goed kent. Je gebruikt niet de mail, maar de app.
Slide 5 - Slide
Regels formele mail
Bovenaan schrijf je achter Onderwerp waar de mail over gaat. Voorbeeld: Onderwerp: voorstellen
Begin met een formele aanhef. Beste meneer/mevrouw...(+ naam)
Spreek de ander aan met u en gebruik beleefde taal.
Gebruik witregels tussen de alinea's.
sluit af met een formele groet: Met vriendelijke groeten, en daaronder je voor- en achternaam.
Slide 6 - Slide
alinea's
Je schrijft de mail in alinea's.
Wat is een alinea?
Een tekst gaat over een onderwerp.
Een alinea gaat over een deel van het onderwerp. Tussen de alinea sla je een regel over. (= witregel)
Slide 7 - Slide
alinea's
Voorbeeld: een tekst gaat over huisdieren.
Alinea 1 gaat over de kat.
Alinea 2 gaat over de hond
Alinea 3 gaat over de vis.
Soms heeft een tekst een inleiding waarin je iets schrijft over het onderwerp en soms een slot. (korte samenvatting van de tekst)
Slide 8 - Slide
Tekst zonder alinea's
Huisdieren
De hond is een trouw huisdier. Je hebt verschillende soorten honden, zoals de herdershond, de teckel en nog meer. Een hond eet het liefst brokken.Ook de kat is een huisdier dat veel mensen hebben. Katten zijn eigenwijze dieren. Sommige katten leven op straat en sommige zijn het liefst binnen.Er zijn mensen die vissen hebben als huisdieren. Die leven in een groot aquarium. Je moet dan regelmatig het aquarium schoonmaken.
Slide 9 - Slide
Tekst in alinea's
Huisdieren
De hond is een trouw huisdier. Je hebt verschillende soorten honden, zoals de herdershond, de teckel en nog meer. Een hond eet het liefst brokken.
Ook de kat is een huisdier dat veel mensen hebben. Katten zijn eigenwijze dieren. Sommige katten leven op straat en sommige zijn het liefst binnen.
Er zijn mensen die vissen hebben als huisdieren. Die leven in een groot aquarium. Je moet dan regelmatig het aquarium schoonmaken.
Slide 10 - Slide
Opbouw mail:
Onderwerp: opdracht Nederlands
Daarna sla je weer twee regels over.
Bij de aanhef schrijf je: Beste mevrouw Stolk, (of een andere naam bij een andere docent. Als je iemand niet kent, schrijf je: Geachte meneer... Daarna sla je weer twee regels over.
Slide 11 - Slide
opbouw mail:
Je schrijft de mail in alinea's. Per alinea schrijf je over 1 onderwerp:
Alinea 1: Hoe heet je, uit welk land kom je, waar woon je nu en met wie woon je daar.
Voorbeeld: Mijn naam is Pietje Puk. Ik kom uit Polen. Nu woon ik in Leiden. Ik woon samen met mijn moeder.
Alinea 2: Wat zijn je hobby's?
Alinea 3: Wat wil je leren met Nederlands en wat wil je hierna voor opleiding doen? Wat wil je later voor je beroep gaan doen?
Tussen elke alinea sla je een witregel over.
Na alinea 3 sla je twee regels over. Onderaan de brief zet je de groet en daaronder je naam. Voorbeeld: Met vriendelijke groet/vriendelijke groeten, ....
Slide 12 - Slide
Voorbeeld opbouw mail:
Onderwerp: opdracht Nederlands
Beste mevrouw Stolk,
Mijn naam is... Ik kom uit... Ik woon ... jaar in Nederland. Ik woon hier met......
- regel overslaan
Mijn hobby's zijn...
-regel overslaan
Ik wil met Nederlands leren....
- twee regels overslaan
Met vriendelijke groet/vriendelijke groeten,
- regel overslaan
Pietje Puk
Slide 13 - Slide
Fictie/Literatuur
Literatuur= letterlijk: "dat wat geschreven is"
Niet alle boeken zijn literatuur.
Lectuur= alles wat je kunt lezen
Slide 14 - Slide
Kenmerken lectuur
verhalen zijn simpel en voorspelbaar : je weet al wat er gaat gebeuren
personages (=personen in het verhaal) zijn oppervlakkig -> niet goed uitgewerkt, geen diepte
Slide 15 - Slide
Kenmerken literatuur
personages (=personen in het verhaal) zijn uitgewerkt tot karakters
meer diepgang
verrassend (->verrassing)
ruimte voor interpretatie (=zelf invullen, bedenken)
houdt de lezer een spiegel voor (= je leert ervan, denkt erover na) over zichzelf of problemen in de maatschappij
Slide 16 - Slide
Wie bepaalt wat literatuur is?
Een groep mensen -> het literaire veld
Belangrijk in het literaire veld: uitgever, recensenten, presentatoren tv-programma's.