What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Franse revolutie en Napoleon 2024
Formatieve check H2 p 1 en 2
Toets
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Formatieve check H2 p 1 en 2
Toets
Slide 1 - Slide
1. Lodewijk XVI had net als Lodewijk XIV alleen alle macht.
2. Lodewijk XVI werd met de guillotine onthoofd.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 is goed, zin 2 is fout
D
Zin 1 is fout, zin 2 is goed
Slide 2 - Quiz
1. In de tijd van Lodewijk XVI betaalden de geestelijke en de edelen geen belasting.
2. De Franse revolutie gebeurde alleen in Parijs.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 is goed, zin 2 is fout
D
Zin 1 is fout, zin 2 is goed
Slide 3 - Quiz
Een bisschop hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren
Slide 4 - Quiz
Een advocaat hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren
Slide 5 - Quiz
Wat wilde Lodewijk XVI met de Staten-Generaal bereiken?
A
toenadering van de standen
B
Verdeling van de grond onder de boeren
C
belastingverlaging
D
belastingverhoging
Slide 6 - Quiz
De Franse Revolutie begon in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795
Slide 7 - Quiz
De bestorming van de Bastille was het begin van de Franse revolutie!
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
De taak van de Tweede stand is
A
Vechten
B
Bidden
C
Zorgen voor voedsel
D
Geen taken
Slide 9 - Quiz
Mensen van de verlichting vinden dat
A
Er verschil is tussen mensen
B
Je je eigen verstand moet gebruiken
C
De koning de macht moet houden in het land
D
De 3e stand belasting moet betalen
Slide 10 - Quiz
Stelling:
Een gevolg van de Franse revolutie was de afschaffing van de standenmaatschappij.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Wat gebeurde er op 14 juli 1789?
A
Franse Revolutie: opstand tegen de Franse koning
B
Bataafse Revolutie: opstand tegen de stadhouder en de regenten.
C
Koning Lodewijk XVI wordt koning van Nederland
D
Napoleon wordt keizer van Frankrijk.
Slide 12 - Quiz
Overlegorgaan waarin de koning samenkomt met vertegenwoordigers van de drie standen heet:
A
Staten-Generaal
B
Parlement
C
Magna Carta
D
Investituur
Slide 13 - Quiz
Wat klopt niet? De Nationale Vergadering
A
is de vertegenwoordiger van het volk.
B
willen een grondwet waarin iedereen gelijk is
C
Willen dat de privileges worden afgeschaft
D
willen dat de 1e en 2 stand hun privileges houden
Slide 14 - Quiz
Wat hoort niet bij de 3 ideeën van de Franse Revolutie?
A
Liberte (vrijheid)
B
Egalite (gelijkheid)
C
Resume (verdergaan)
D
Fraternite (broederschap)
Slide 15 - Quiz
Wat heeft te maken met de oorzaak van de Franse revolutie?
A
Geen inspraak in het bestuur
B
Bestorming Bastille
C
Napoleon heeft de macht
D
Er worden 12.000 mensen onthoofd
Slide 16 - Quiz
In 1791 moet de koning zich aan de grondwet houden dit noemen we een
A
Constitutie
B
Republiek
C
Constitutionele Monarchie
D
Parlemenaire democratie
Slide 17 - Quiz
Wat veranderde er na de Franse Revolutie?
A
Geen standen, meer rechten voor de koning
B
Geen standen, grondwet, een democratie
C
Een extra stand die belasting moest betalen, een grondwet, revolutie
D
Er veranderde niets
Slide 18 - Quiz
Om het Franse leger sterk te maken neemt Napoleon de volgende maatregel:
A
produceert nieuwe wapens
B
laat boeren een opleiding volgen tot soldaat
C
laat mannen en vrouwen meevechten
D
voert de dienstplicht in
Slide 19 - Quiz
Napoleon wordt keizer van Frankrijk. Het Franse volk stemt over de nieuwe grondwet door middel van
A
Een pol
B
Een referendum
C
Een stembiljet
D
inspraak tijdens de vergadering
Slide 20 - Quiz
Bij welke veldslag werd Napoleon definitief verslagen?
A
Slag bij Leipzig
B
Slag bij Waterloo
C
Slag bij Austerlitz
D
Slag bij Metz
Slide 21 - Quiz
1. De mensen die tot de derde stand behoorden waren allemaal arm.
2. Toen Napoleon aan de macht kwam was Frankrijk nog steeds een standenmaatschappij.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 is goed, zin 2 is fout
D
Zin 1 is fout, zin 2 is goed
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
1.2 Revolutie in Frankrijk
December 2018
- Lesson with
17 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
1. Een oneerlijke verdeling
January 2017
- Lesson with
30 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
May 2019
- Lesson with
28 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
June 2019
- Lesson with
30 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
May 2019
- Lesson with
26 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
March 2018
- Lesson with
26 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
September 2017
- Lesson with
26 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl