Bij een volwassen persoon in rust duurt de periode tussen twee hartslagen iets minder dan een seconde.
In die tijd trekken achtereenvolgens de boezems en de kamers samen om bloed door het lichaam te pompen. Na elke samentrekking volgt een moment van rust, waarin de hartspier zich even ontspant.
De hartslag wordt aangestuurd door een elektrisch stroompje dat opgewekt wordt door de sinusknoop in het hart.
Slide 22 - Slide
Onderdelen van het hart
Slide 23 - Slide
Opdracht
Je krijgt per tweetal een setje met werkbladen.
Knip de onderdelen uit langs de zwarte lijn.
Bij witte lijnen maak inkepingen (knip niet verder dan de lijn zelf).
Vouw bij de stippellijnen.
Hierdoor kun je de inkepingen in elkaar vast zetten.
Leg je hart op een A3 vel en benoem alles wat je weet. Maak hier een foto van en lever deze in bij de opdracht in Toddle.
Slide 24 - Slide
Hoe loopt de kleine bloedsomloop (heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 25 - Quiz
Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 26 - Quiz
Hoe krijgen de nieren zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten
Slide 27 - Quiz
Wat is de volgorde van de grote bloedsomloop?
A
hart - organen
B
hart - longen - hart
C
hart - longen
D
hart - organen - hart
Slide 28 - Quiz
Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
soms
D
Ze bevatten alleen heel veel koolstofdioxide
Slide 29 - Quiz
Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat
Slide 30 - Quiz
Een glucose-molecuul wordt opgenomen uit de darmen in het bloed en verlaat het bloed in de nieren. Langs welke onderdelen uit het bloedvatenstelsel komt dit glucose-molecuul? Geef de juiste volgorde!