5.4 criminaliteit

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

 5.4 criminaliteit

5.4 criminaliteit

doelen:

• Je kunt het verschil uitleggen tussen een overtreding en een misdrijf.
• Je kunt uitleggen wat criminaliteit is.
• Je kunt risicofactoren van crimineel gedrag benoemen. 

• Je kunt uitleggen dat criminaliteit tijdgebonden en plaatsgebonden is 

strafrecht (de aanpak van gedrag dat volgens de wet verboden is)

Voordringen bij de kassa is niet strafbaar volgens de wet. Maar het is niet netjes, dit noem je dan        asociaal gedrag

Een strafbaar feit noem je ook wel een       delict. 

Criminaliteit       alle misdrijven zoals die in de wet staan.

overtreding of misdrijf

strafbare feiten die minder erg zijn  noem je          overtredingen 

(bv zonder helm rijden)

Ernstige strafbare feiten noem je                         misdrijven. 

(bv handel in drugs, diefstal, moord)

overtreding of misdrijf

Bij een overtreding krijg je vaak alleen maar een boete.

Bij een misdrijf gebeurt er meer:

• verhoor door de politie (vast zitten)
• ernstig misdrijf         rechtszaak
• zwaardere straffen
• Schuldig? Dan krijg je een strafblad

5.4 criminaliteit

tijd- en plaatsgebonden

Welke misdrijven er in de wet staan is niet altijd en overal hetzelfde.

tijdsgebonden        onze ideeën over wat strafbaar zou moeten zijn, veranderen.

plaatsgebonden        wat is toegestaan in Nederland, kan in een ander land strafbaar zijn.

5.4 criminaliteit

Risicofactoren

Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten:

• onveilige opvoeding
• groepsgedrag
• alcohol of drugs
• spijbelen en schooluitval
• biologische factoren

• gelegenheid

5.4: Criminaliteit

• Lesboek: pagina 80-81
  
• Werkboek: pagina 124-128
  
  
• Maak de volgende opdrachten:
  makkelijk: 2, 3, 5, 6, 13
  moeilijker: 7, 8, 9, 11, 12
  level pro: 14, 15, 16, 19