Over Gelijkheid

Over Gelijkheid
Tweedaagse -Over Gelijkheid-  
15 en 16 mei 2025


1 / 18
next
Slide 1: Slide
LEFBurgerschapMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Over Gelijkheid
Tweedaagse -Over Gelijkheid-  
15 en 16 mei 2025


Slide 1 - Slide

Vandaag Donderdag 15-05 en morgen Vrijdag 16-05 gaan we twee dagen werken aan het thema: Gelijkheid. Dit doen we met heel klas 2 van onze school. 
Deze Lesson Up is voor klas 2F de  inleiding op het onderwerp gelijkheid. 
Wat gaan we deze twee dagen doen?
  • Deze ochtend heb je het met de klas over gelijkheid. Dit om jou al wat kennis en ideeën te geven waarmee je morgen zelf aan de slag gaat.  
  • Vandaag staan deze lesson up, theater Helder, de opdracht "Steenrijk-Straatarm" en het spel -Over de Lijn-  voor jullie  op het programma. 
  • Morgen gaan jullie  aan de slag met een eigen onderzoek;
                * Uitleg eigen onderzoek
                * Uitleg over mogelijke eindproducten
                * Eigen onderzoek uitwerken
                * Presentaties/informatie delen in
                   de eigen klas.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van deze tweedaagse over Gelijkheid,
  • Weet je wat gelijkheid is en wat het betekent in verschillende situaties.
  •  Kun je uitleggen waarom gelijkheid een belangrijke waarde is
  • Kun je uitleggen welke betekenis gelijkheid in jouw eigen leven heeft. 
  • Begrijp je dat gelijkheid ook betekent dat we juist rekening houden met verschillen. 
  • Begrijp je dat gelijkheid te maken heeft met rechten en óók met plichten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij het woord: Gelijkheid?

Slide 4 - Mind map

Bespreek (gezien de tijd) enkel de antwoorden van de leerlingen. Ter voorbereiding kun je onderstaande doorlezen:
Mogelijke antwoorden van leerlingen kunnen gaan over de volgende vormen van Gelijkheid:
1. Sociale gelijkheid; denk hierbij aan: zelfde kansen ongeacht afkomt, gelijke rechten, je mag mensen niet anders behandelen vanwege afkomst, uiterlijk. Je meg elkaar niet pesten omdat iemand anders is
2. Economische gelijkheid: Iedereen heeft recht op een inkomen, vrouwen en mannen moeten het zelfde betaald krijgen voor gelijkwaardig werk, iedereen moet kans maken op die gave baan ongeacht sekse, afkomst, uiterlijk, handicaps.
3. Onderwijsgelijkheid: iedereen heeft recht op onderwijs om daar te mogen leren, groeien en te ontdekken wat bij je past, en zo een diploma en uiteindelijk startbekwaamheid te behalen.
4. Gelijkheid in gezondheid: iedereen heeft recht op medische zorg, ook als je geen geld hebt, iedereen mag naar de dokter, iedereen heeft gelijk toegang tot zorg en sport.
5. Gendergelijkheid: Jongens en meisjes moeten dezelfde dingen kunnen doen, iedereen moet gelijk behandeld worden ondanks geaardheid.
6. Gelijkheid in media: Film en series zijn een goede maatschappelijke weergave, komen allerlei mensen in voor, niet alleen van een bepaalde bevolkingsgroep. Verschillende culturen en achtergronden worden eerlijk weergegeven.
7. Persoonlijke ervaringen: gepest zijn of worden omdat je anders bent, met iedereen om kunnen en willen gaan, zelfde kansen voor jou en je vrienden in vergelijking tot anderen, meningen doen er toe.
8. Gelijkheid in sport: Jongens en meiden kunnen dezelfde sporten doen, iedereen kan meedoen aan sport, ongeacht hoe goed ze zijn. Gelijke kansen om door te groeien in de sport.
9. Gelijkheid in de toekomst: Iedereen mag zijn haar dromen volgen, ongeacht wie ze zijn, iedereen heeft gelijke kans op een baan die men wil, iedereen heeft recht op een goed leven ongeacht de start die je hebt gehad.

Wat is volgens jou de reden dat GELIJKHEID een belangrijk thema is om te bespreken?

Slide 5 - Open question

Bespreek de uitkomsten, vraag bij 'weet ik niet' of 'geen idee' eens door, wat hadden ze op de eerste vraag als antwoord gegeven? Wat is een eventuele link met school?

Mogelijke antwoorden: 
* iedereen heeft recht op onderwijs
* iedereen op school wordt op dezelfde manier beoordeeld
* iedereen heeft recht om deel te nemen aan de activiteiten

Verdieping:
* het is een belangrijke waarde in onze Nederlandse Democratie? Weten leerlingen wat we hiermee bedoelen? 

Weten ze echt niets te antwoorden dan gaan ze deze twee dagen hopelijk veel leren. ; )
Het eerste artikel in  onze grondwet
In artikel 1 van onze Nederlandse Grondwet staat:

"Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. 

Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”


Zo belangrijk is voor Nederland de waarde Gelijkheid! Deze staat in het eerste artikel van de  grondwet  benoemd!  In het filmpje volgt meer  uitleg. Deze Explainer is van 1 juli 2023.

Slide 6 - Slide

De Nederlandse overheid vindt Gelijkheid zo belangrijk dat dit is beschreven in Artikel 1 van onze grondwet. 
De Grondwet is er om onze rechten te beschermen, regels voor de regering te geven, gelijkheid te waarborgen en orde en veiligheid te bewaren. Het is een belangrijk boek dat ervoor zorgt dat Nederland een eerlijk en goed land is om in te wonen.

Artikel 1 kun je in twee delen verdelen: de eerste zin en de tweede zin. De tweede zin is in dec 2023 nog aangepast. zie filmpje of volgende slide.

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Wat betekent het volgens jou dat iedereen recht heeft op gelijke behandeling?

Slide 8 - Open question

Mogelijke antwoorden op de vraag zijn: 
  1. Respect voor iedereen: "Het betekent dat iedereen met respect behandeld moet worden, ongeacht wie je bent of waar je vandaan komt."
  2. Geen discriminatie: "Het betekent dat niemand gediscrimineerd mag worden vanwege zijn of haar afkomst, geloof, geslacht of andere kenmerken."
  3. Gelijke kansen: "Iedereen moet dezelfde kansen krijgen, bijvoorbeeld op school en bij het zoeken naar werk."
  4. Eerlijkheid: "Het betekent dat iedereen eerlijk behandeld moet worden en dat niemand voorgetrokken mag worden."
  5. Inclusiviteit: "Het betekent dat iedereen erbij hoort en dat niemand buitengesloten mag worden."
  6. Rechtvaardigheid: "Het betekent dat iedereen dezelfde rechten heeft en dat iedereen gelijkwaardig is."
  7. Veiligheid: "Het betekent dat iedereen zich veilig moet kunnen voelen, zonder bang te zijn voor discriminatie of uitsluiting."
Wat is volgens jou de reden dat in Artikel 1, het recht op gelijkheid, een verbod tegen discriminatie werd opgenomen? (pas sinds 1983)

Slide 9 - Open question

Achtergrond informatie Docent:
Het verbod op discriminatie werd in 1983 toegevoegd aan Artikel 1 van de Grondwet om verschillende redenen:
  1. Modernisering van de Grondwet: De Grondwet van 1983 was een algehele modernisering van de Nederlandse Grondwet. Dit was een gelegenheid om de tekst te actualiseren en aan te passen aan de toenmalige maatschappelijke normen en waarden.
  2. Bewustwording en Maatschappelijke Veranderingen: In de jaren '70 en '80 was er een groeiende bewustwording van de noodzaak om discriminatie expliciet te verbieden. Dit kwam voort uit de burgerrechtenbewegingen en de toenemende aandacht voor mensenrechten wereldwijd.
  3. Juridische Noodzaak: Het expliciet opnemen van een verbod op discriminatie in de Grondwet versterkte de juridische basis voor het bestrijden van discriminatie. Het gaf rechters en wetgevers een duidelijk kader om discriminatiegevallen te beoordelen en aan te pakken.
  4. Internationale Verplichtingen: Nederland had zich verbonden aan verschillende internationale verdragen die discriminatie verboden, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het opnemen van een expliciet verbod in de Grondwet was een manier om deze verplichtingen na te komen.
  5. Gelijke Behandeling: Het benadrukken van gelijke behandeling en het verbod op discriminatie was een manier om de kernwaarden van de Nederlandse samenleving te onderstrepen en te bevorderen. Het was een stap richting een inclusievere en rechtvaardigere samenleving.
  6. Deze toevoeging was een belangrijke stap in de ontwikkeling van de Nederlandse rechtsstaat en de bescherming van de rechten van alle burgers.
Als je merkt dat de vraag lastig is, kun je hem vereenvoudigen naar: Leg eens uit wat gelijkheid en discriminatie met elkaar te maken hebben? 

Het is waardevol dat kinderen antwoord kunnen geven op de vraag waarom er in Artikel 1 van de Grondwet een verbod tegen discriminatie is opgenomen, omdat dit hen helpt om:

  1. Begrip van Gelijkheid en Mensenrechten: Door te begrijpen waarom gelijkheid en het verbod op discriminatie belangrijk zijn, leren leerlingen over fundamentele mensenrechten en de waarden die onze samenleving ondersteunen.
  2. Bewustwording van Geschiedenis en Maatschappij: Het helpt hen te begrijpen hoe en waarom deze rechten zijn ontstaan, en de historische context van discriminatie en ongelijkheid. Dit bevordert een beter begrip van de maatschappelijke ontwikkelingen en de strijd voor gelijke rechten.
  3. Empathie en Respect: Door na te denken over de redenen achter het verbod op discriminatie, ontwikkelen leerlingen empathie en respect voor anderen, ongeacht hun achtergrond. Dit draagt bij aan een inclusieve en respectvolle schoolomgeving.
  4. Kritisch Denken: Het stimuleert kritisch denken en het vermogen om na te denken over ethische en morele kwesties. Leerlingen leren om hun eigen meningen te vormen en deze te onderbouwen met argumenten.
  5. Burgerschapsvorming: Het draagt bij aan hun vorming als bewuste en verantwoordelijke burgers die begrijpen hoe ze kunnen bijdragen aan een rechtvaardige samenleving. Dit is een belangrijk aspect van burgerschapsvorming in het onderwijs.
  6. Voorbereiding op de Toekomst: Het helpt hen voor te bereiden op de toekomst, zowel in hun persoonlijke leven als in hun toekomstige carrière, door hen te leren hoe ze kunnen omgaan met diversiteit en inclusiviteit.
  7. Wetgeving en Rechten: Het geeft hen inzicht in de wetgeving en hun eigen rechten, wat essentieel is voor hun eigen bescherming en het vermogen om op te komen voor zichzelf en anderen.

    Door deze vraag te beantwoorden, ontwikkelen leerlingen een dieper begrip van de waarden die onze samenleving ondersteunen en leren ze hoe ze kunnen bijdragen aan een rechtvaardige en inclusieve wereld.
"Gelijkheid is belangrijk omdat het gaat over eerlijke kansen voor iedereen, ongeacht wie je bent en waar je geboren bent."

Slide 10 - Slide

Bespreek kort wat we zien op deze afbeeldingen.
Op de afbeeldingen ; bovenste rij van links naar rechts (1-3)  en dan onderste rij van links naar rechts (4-6)

  1. Oxfam Novib: Pride is voorbij, maar de strijd voor gelijkheid gaat door, hier strijden ze voor gelijkheid voor iedereen ongeacht geaardheid 
  2. Steenrijk/straatarm. In dit sociale experiment wordt duidelijk hoe het is om ineens rijk te zijn of juist krap bij kas te zitten. Misschien ken je het programma wel. Er worden in dit programma hele mooie momenten, die tot mooie inzichten lijden, gedeeld. 
  3. Maarten Luther King; Op de trappen van het Lincoln-memorial in Washington spreekt Martin Luther King jr. op 28 augustus 1963 de vurige wens uit dat mensen voortaan op hun gedrag en niet op hun huidskleur beoordeeld worden. Meer dan 250.000 mensen zijn naar deze protestmars in Washington gekomen.
  4. Nelson Mandela: Is bekend als eerste president van Zuid Afrika die democratisch gekozen is, hij streed voor gelijkheid tussen de verschillende rassen. Mandela ziet moed als de manier waarop wij zelf kiezen om te zijn. Niemand is moedig geboren, zou hij zeggen, het gaat om de manier waarop wij op verschillende situaties reageren. Doe alsof je moedig bent en je wordt niet alleen moedig, je bent moedig! Dat geldt voor alle dagelijkse activiteiten, groot en klein.
  5. Malala Yousafzai: Malala Yousafzai was amper 11 jaar oud toen ze voor het eerst opkwam voor het recht van meisjes op onderwijs en zich uitsprak tegen het extremisme van de taliban in Pakistan. Ook na de aanslag op haar leven in 2012 bleef zij deze strijd voortzetten. In 2013 werd Malala de jongste winnaar ooit van de Sacharovprijs.Ze strijdt voor gelijke kansen, gelijke rechten en goed onderwijs voor jonge meisjes. Zoals ze zelf zegt: 'Eén kind, één leerkracht, één boek en één pen kunnen de wereld veranderen. ' Ze verwijt de taliban niets en wenst geen wraak.
  6. Emancipatie, Gaat om gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vanuit religie en cultuur kan hier op verschillende manieren naar gekeken worden. Emancipatie is de strijd dat vrouwen en mannen gelijke rechten hebben en hetzelfde betaald krijgen in een gelijkwaardige functie. 
Gelijkheid is niet vanzelfsprekend.
Uit voorgaande afbeeldingen kun je al opmaken dat gelijkheid niet vanzelfsprekend is. Door de eeuwen heen is hier op verschillende manieren aandacht aan besteed. 



Hoe zou het komen dat er  elke keer weer groepen opduiken die samen strijden voor gelijkheid? 

Slide 11 - Slide

Stel eens de vraag: waarom niet? Waarom is gelijkheid niet vanzelfsprekend? 

Leg indien nodig uit, wat vanzelfsprekendheid betekent.
Wat hoort er dus allemaal bij gelijkheid?
Gelijkheid ongeacht godsdienst, 
Gelijkheid ongeacht levensovertuiging, 
Gelijkheid ongeacht politieke gezindheid, 
Gelijkheid ongeacht ras, 
Gelijkheid ongeacht geslacht, 
Gelijkheid ongeacht handicap, 
Gelijkheid ondanks seksuele gerichtheid 
Gelijkheid op welke grond dan ook, wat  missen we hier eventueel nog? 

Slide 12 - Slide

Wat is niet benoemd?
Hoewel Artikel 1 van de Grondwet een brede bescherming biedt tegen discriminatie, zijn er nog enkele voorbeelden van discriminatiegronden die niet expliciet benoemd zijn maar wel onder "op welke grond dan ook" vallen. Hier zijn enkele voorbeelden:
  1. Sociaal-economische status: Discriminatie op basis van iemands financiële situatie of sociale klasse.
  2. Leeftijd: Discriminatie op basis van leeftijd, zoals leeftijdsdiscriminatie bij werkgelegenheid.
  3. Nationaliteit: Discriminatie op basis van iemands nationaliteit of land van herkomst.
  4. Familieomstandigheden: Discriminatie op basis van iemands gezinsstatus, zoals alleenstaande ouders of kinderloze personen.
  5. Uiterlijk: Discriminatie op basis van fysieke verschijning, zoals lichaamsgewicht, lengte, of andere uiterlijke kenmerken.
  6. Gezondheidstoestand: Discriminatie op basis van iemands gezondheidstoestand, zoals chronische ziekten of mentale gezondheid.
  7. Taal: Discriminatie op basis van de taal die iemand spreekt of zijn taalvaardigheid.
  8. Culturele achtergrond: Discriminatie op basis van iemands culturele achtergrond of etnische afkomst.
  9. Werkstatus: Discriminatie op basis van iemands werkstatus, zoals werkloosheid of deeltijdwerk.
  10. Burgerlijke staat: Discriminatie op basis van iemands burgerlijke staat, zoals getrouwd, gescheiden, of ongehuwd.

    Deze voorbeelden illustreren dat discriminatie op vele verschillende gronden kan plaatsvinden, en dat de brede formulering van Artikel 1 ervoor zorgt dat alle vormen van discriminatie verboden zijn, zelfs als ze niet expliciet genoemd worden.
Hoe ervaar jij de (kans)gelijkheid op school?

Slide 13 - Open question

Kansgelijkheid: alle leerlingen hebben vanuit het VMBO (mavo, kader of basis) de zelfde kansen. Is dat zo? ervaren onze leerlingen dit zo? Durf hierover het gesprek aan te gaan met de klassen. Laat ze eventueel even in groepjes overleggen en dan samen een antwoord formuleren. 
Kun je iedereen wel gelijk behandelen?

Slide 14 - Slide

Voorbeeldvragen voor gesprek:
  • Wat betekent gelijke behandeling voor jou persoonlijk?
  • Kun je een situatie bedenken waarin het moeilijk is om iedereen gelijk te behandelen?
  • Waarom denk je dat het belangrijk is dat iedereen gelijk behandeld wordt?
  • Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen gelijk behandeld wordt, zelfs als mensen heel verschillend zijn?
Wat lijkt jou op dit moment het meest interessant om verder uit te gaan zoeken of om meer over te willen weten?

Slide 15 - Open question

Als docent kun je kijken of je op deze wijze al groepjes kan vormen voor morgen. Kinderen met een zelfde interesse zouden samen hun onderzoek kunnen gaan doen. 
Wat was nieuw deze ochtend en wat hoop jij vandaag en morgen nog te leren?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Eigenlijk is gelijkheid een lastig onderwerp.
Deze les hebben we het volgende besproken:
  • Gelijkheid is een belangrijke waarde in onze grondwet
  • Gelijkheid gaat over heel veel zaken, en veel verschillende mensen en groepen. 
  • De vraag is of gelijkheid altijd eerlijk is en hoe zorgen we dan dat het wel eerlijk is?
  • wat betekent gelijkheid voor jou en wat vind jij belangrijk?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Denk hier nog maar eens over na: ; )






Veel plezier vandaag en morgen! 

Slide 18 - Slide

 "De ergste vorm van ongelijkheid is proberen ongelijke dingen gelijk te maken." Dit betekent dat het soms oneerlijk kan zijn om iedereen precies hetzelfde te behandelen. Hier zijn een paar redenen waarom:
  • Natuurlijke Verschillen:
    Mensen zijn van nature verschillend. Bijvoorbeeld, sommige mensen zijn goed in wiskunde, terwijl anderen beter zijn in tekenen. Als je iedereen precies hetzelfde behandelt, negeer je deze verschillen.

  • Verschillende Rollen:
    In een team of groep heeft iedereen een andere rol. Bijvoorbeeld, in een voetbalteam heeft de keeper een andere taak dan de spits. Als je iedereen hetzelfde behandelt, werkt het team niet goed samen.

  • Gelijkheid vs. Gelijkwaardigheid:
  • Gelijkheid betekent dat iedereen precies hetzelfde krijgt.
  • Gelijkwaardigheid betekent dat iedereen krijgt wat hij of zij nodig heeft om succesvol te zijn. Soms betekent dit dat mensen verschillende dingen nodig hebben.
  • Beloning op Basis van Inspanning:
    Aristoteles vond dat mensen beloond moeten worden op basis van hun inspanningen en prestaties. Als je iedereen hetzelfde behandelt, ongeacht hoeveel moeite ze doen, kan dat oneerlijk zijn.

  • Praktische Redenen:
  • In de praktijk is het soms onmogelijk om iedereen precies hetzelfde te behandelen.
    Verschillende situaties vragen om verschillende benaderingen.

    Voorbeelden

  • School: Stel je voor dat iedereen in de klas hetzelfde huiswerk krijgt, ongeacht hun niveau. Dit kan te moeilijk zijn voor sommige leerlingen en te makkelijk voor anderen.
  • Sport: In een sportteam moet je rekening houden met de sterke en zwakke punten van elke speler om het team succesvol te maken.