2VH quel

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Les objectifs

Aan het einde van de les...

1. Kan je minstens een detail van een foto die met kamperen te maken heeft, benoemen in het Frans
2. Ken je de vormen van het vraagwoord quel
3. Heb je het vocabulaire van bron B geoefend

Le programme

1. De vormen van het vraagwoord quel
2. Zelfstandig werken
3. bron E

Quiz in Quizlet

Vocabulaire chapitre 6 - bron A: 

j'adore le camping

Op je laptop of mobiel, ga naar: www.quizlet.live

Voer de code in

Répondez aux questions

Fais des phrases entières

1. C'est un camping pour adultes ou pour enfants?

Pourquoi?

2. Le camping est dans le sud ou dans le nord de la France?

Pourquoi?

Répondez aux questions

1. Faire du glamping, c'est une horreur! Oui, parce que...

Non, parce que....

2. Faire du glamping coûte plus cher que faire du camping? Oui, parce que..

Non parce que....

3. Quel est cet endroit? 

Une forêt ou une ville?

Het vraagwoord: quel

grandeslignes.digitaal.noordhoff.nl

Het vraagwoord: quel

Twee betekenissen:

1. Welke                  -->      wordt gevolgd door zelfst. naamwoord

2. Wat                     -->       wordt gevolgd door vorm van être

                                                      (nl. est of sont)

Quel past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud

Mannelijk enkelvoud

Vrouwelijk enkelvoud

Mannelijk meervoud

Vrouwelijk meervoud

quel

quels

quelle

quelles

1. ______________________ ta meilleure note de français?

2. _______________ tes matières préférées? 

3. ______________ est ton pays préféré?

4.  _______________ tes joueurs de foot préférés?  

Quelle est 

Quel

Quels sont

Quel

Quelle

Quelles sont 

Zelfstandig werken

Tu fais les exercices 17 (helemaal)

17f Maak vragen en gebruik quel(le)(s)

19 Verzin 4 vragen voor de toeristen

op jouw camping. Gebruik in ieder geval

quel(le)(s) 

Fini? Tu apprends (je leert) le voca A/B et la grammaire de D

Samenvatting van de les

A2A: Zelfstandig werken

Tu fais les exercices 18 (helemaal)

19a Zet in de goede volgorde

19b Vertaal de zinnen van 19a in Nederlands

19c Vul quel(le)(s) in

20a Verzin 6 vragen voor je onbekende buren

op vakantie. Gebruik in ieder geval

quel(le)(s) 

Fini? Tu apprends (je leert) le voca A/B et la grammaire de D

    Wat heb je vandaag    geleerd?

1. Op je mobiel, ga naar: www.menti.com

2. Vul de code in

3. Beantwoord de vragen op de 2 slides

MERCI!