rest dia''s presenteren

1 / 16
next
Slide 1: Video

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Inleiding/ opening

Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening. 



Slide 2 - Slide

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met gebaren communiceren
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 4 - Quiz

Er mogen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Een goede presentatie.
Inleiding: waar gaat het onderwerp over?
Kern: deelonderwerpen
slot: afsluiten van het onderwerp
Logische volgorde

Duidelijke overgang naar het volgende onderwerp. 

Slide 6 - Slide

Tips voor gebruik van PowerPoint, Prezi, Google presentaties:

- Gebruik zo min mogelijk slides en zo min mogelijk tekst. 

- Oefen de presentatie met de slides. 
 
- Gebruik kleur voor duidelijkheid en nadruk en niet als versiering. 

Slide 7 - Slide

Achtergrond 
  • overzichtelijk
  • goed leesbaar
  • plaatje past bij onderwerp
  • niet te druk
  • kernwoorden

Slide 8 - Slide

Tips tijdens de presentatie
- Spreek rustig en duidelijk. 

- Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. 

- Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart) 

 - Gebruik duidelijke  en korte zinnen 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Spreken voor publiek
  • Publiek luistert en kijkt
  • Boodschap -> wat zeg je en hoe zet je iets.
  • Lichaamshouding, mimiek, gebaren en bewegingen
  • Geloofwaardig en krachtig overkomen
  • Je moet in je verhaal geloven en erachter staan
  • Taalgebruik, stem, houding en contact met publiek.

Wat voegen we toe aan de criterialijst? Eerst enkele tips.

Slide 11 - Slide

Taalgebruik
  • Pas je taal aan aan je publiek: woordkeus en zinslengte.
  • Gebruik signaalwoorden om verbanden te leggen.
  • Leg moeilijke begrippen uit --> gebruik sprekende voorbeelden.
  • Vermijd stopwoordjes en probeer 'uhhhh...' te voorkomen.

Slide 12 - Slide

Stemgebruik
  • Tempo: spreek niet te snel.
  • Intonatie: varieer in toon en leg accenten --> overdrijven mag.
  • Volume: spreek duidelijk en hard genoeg. Varieer in volume.
  • Articulatie: Spreek de woorden goed uit. Oefen de uitspraak van moeilijke woorden. 

Slide 13 - Slide

Houding
  • Sta rechtop en wiebel niet.
  • Leun niet tegen een muur.
  • Zorg dat je gezichtsuitdrukking past bij je verhaal.
  • Maak gebaren met je handen --> blijf wel jezelf.
  • Wees enthousiast.
  • Straal uit dat je verhaal bijzonder en boeiend is.
  • Geloof in jezelf. 

Slide 14 - Slide

Contact
  • Kijk je publiek aan en kijk rond.
  • Maak contact met je publiek en houd rekening met reacties.

Slide 15 - Slide

In welke vorm gaan we de presentatie doen.
in de klas
als filmpje

Slide 16 - Poll