Theorien over criminaliteit

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Paragraaf 3 

De wetenschap over criminaliteit

Wat is een theorie ?

- Een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren.

In dit geval : 

' Hoe ontstaat criminaliteit ' 

Wat gaan we doen 

1: Er zijn 5 theorien over hoe criminaliteit is ontsaan

2: elk groepje krijgt een eigen theorie 

3: Zoek de belangrijkste dingen uit de leertekst over jou theorie en schrijf dit op.  ( paragraaf 3 criminaliteit BLZ 132,) 

4:  Kies 1 iemand uit die de theorie uitlegt. 

5. Vervolgens klassikaal invullen op de slide's. 

6. Dit kunnen jullie leren 

1. Persoonlijkheidstheorie

2. Bindingstheorie

3. Aaangeleerd-gedrag theorie

4. Etiketteringstheorie 

5. Gelegenheidstheorie 

Persoonlijkheidstheorie

-Gevolg van psygische stoornis. 

- er zijn twee oerdriften : 

Seks en agressie. Ook hebben wij een geweten. Ons geweten zegt : sla niet zomaar iemand in elkaar. 

- Als je je driften niet kan beheersen vertoon je sneller crimineel gedrag. 

Voorbeeld : 

- iemand met een psygische stoornis wordt sneller agresief en slaat iemand in elkaar. 

Bindingstheorie 

-Bindingen die je hebt voorkomen dat je crimineel gedrag vertoont. 

Voorbeeld van bindingen : familie vrienden. 

Voorbeeld : 

-je stelt je ouders teleur

- Je gaat geen overal plegen omdat je bang bent dat  je dan niet meer voor je kind kan zorgen

Aangeleerd-gedrag theorie : 

Je neemt slechte dingen over van anderen zoals vrienden en familie. 

-je omgeving speelt een rol, je leert gedrag van anderen aan. 

Voorbeeld : 

Als je vrienden hebt die het gewoon vinden om te stelen ga jij dat ook makkelijker doen.

Etiketteringstheorie 

- Iemand die een etiket opgeplakt krijgt : bijvoorbeeld

bijvoorbeeld:  'je bent crimineel'

Gaat diegene zich daar ook naar gedragen. 

Voorbeeld : 

- Iedereen zegt dat je iets hebt gestolen, iedereen noemt je crimineel. En dan ga je je daar naar gedragen.

Gelegenheidstheorie 

Mensen kiezen wat het voordeligste is. Criminelen denken ook zo. "wat levert deze misdrijf mij op?' 

'Waar veel valt te halen, wordt veel gestolen.' 

Voorbeeld : 

- In een grote stad valt meer te halen, en is de pakkans kleiner ( wordt minder snel herkent ) ontstaat er sneller crimineel gedrag. 

(gelegenheid ) 

Maken : werkboek 

Magister- leermiddelen 

maatschappijleer, thema criminaliteit 

Paragraaf 3.