4. Geluidssterkte

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

4. Geluidssterkte

Ga rustig zitten op je plek.

Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.

Pak je boek en pen op tafel, iPad in de LessonUp.

Wat betekenen de lijntjes die je bij deze drumsolo zag?

1. Hoe hoog of laag het geluid is
2. Hoe hard het geluid is
3. Wat de frequentie van het geluid is
4. Wat de snelheid van het geluid is

Dit gaan we leren:

Je kan uitleggen wat de amplitude van een trilling te maken heeft met de geluidssterkte.

Je kan beschrijven hoe je geluidssterkte kan meten.

Je kan beschrijven wat de gehoordrempel en de pijngrens zijn.

We hebben al eens een oscilloscoop gezien. Geluid wordt hierop weergegeven als een golf.

Hoe meer golfjes op het scherm, hoe hoger de frequentie, en hoe hoger het geluid.

Hoe hoog de golfjes zijn, zegt iets over de geluidssterkte.

We noemen de afstand van de middenlijn tot het hoogste punt de amplitude. Hoe groter de amplitude, hoe harder het geluid.

Je ziet het niet alleen op een oscilloscoop, maar ook in een speaker zelf.

Hoe harder je het geluid zet, hoe harder de speaker heen en weer gaat bewegen.

In welke eenheid meten we de sterkte van geluid?

1. Watt
2. Hertz
3. Decibel
4. Volt

Hoe sterk geluid is, meten we in decibel (dB).

Vaak gebruiken we decibel(A) wat betekent dat we rekening houden met welke geluiden een mens goed kan horen. Je meet het met een decibelmeter.

Hoeveel decibel meten we hier?

https://www.checkhearing.org/soundmeter.php

https://bouncyballs.org/

Waarom is het van belang dat er bv. bij de passerende trein een afstand wordt genoemd?

https://www.checkhearing.org/soundmeter.php

https://bouncyballs.org/

Er bestaat geluid dat zo zacht is dat wij het niet kunnen horen. Het valt dan onder de gehoordrempel. Voor de ene toon is die drempel hoger dan voor de andere.

Er is ook geluid dat zo hard is dat het fysiek pijn doet. Dat geluid is dan boven de pijngrens.

Dit hebben we geleerd:

Je kan uitleggen wat de amplitude van een trilling te maken heeft met de geluidssterkte.

Je kan beschrijven hoe je geluidssterkte kan meten.

Je kan beschrijven wat de gehoordrempel en de pijngrens zijn.

Aan de slag!

Maak: paragraaf 8.3, opdrachten 1 t/m 10 en 15.

Hoe: in je (online) boek, gebruik de theorie bij de vragen.

Met wie: je mag rustig overleggen met je buur.

Hoe lang: tot vijf minuten voor einde, dan kort nabespreken.

Klaar: ga aan de slag met maak- of leerwerk voor een ander vak.

Opdracht 9

Waaraan zie je dat de geluidssterkte afneemt?

Verandert de toonhoogte wel of niet? Waaraan zie je dat?

Opdracht 15

Kan je deze tonen horen?

a. Geluidssterkte 20 dB, frequentie 500 Hz.

b. Geluidssterkte 20 dB, frequentie 50 Hz.

c. Hoe sterk moet een toon van 100 Hz zijn om gehoord te worden?