1. Waar gaat de vraag over?
Wat willen ze weten? onderstreep wat je herkent/ hebt geleerd. Begrip (of omschrijving), jaartal, persoon.
2. Antwoord
Schrijf op papier wat je hebt geleerd over dit begrip/ jaartal of persoon. Dit is de essentie van jouw antwoord. Begin je antwoord met het herhalen van de kern van de vraag.
3. Conclusie / Check
Lees de vraag nog eens goed door.
Schrijf in een enkele zin het antwoord op de vraag.
Dus ... Check of je antwoord voldoet; juiste aantal argumenten/ invalshoek/ etc.