2.1 De Griekse wereld (B)

Tijd van Grieken en Romeinen
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat (B)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tijd van Grieken en Romeinen
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat (B)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Leerdoelen en terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen overzien

Slide 2 - Slide

Leerdoelen en terugkoppeling
1. Je kunt met behulp van het begrip polis uitleggen dat de Griekse wereld op bestuurlijk gebied verdeeld was, maar op cultureel gebied verenigd.

2. Je kent de vijf bestuursvormen die in Griekenland voorkwamen (vandaag de vierde).
Kenmerkend aspect:

4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen en K.A.
1. Je weet wanneer men spreekt van burgerschap.
2. Je kent de vijf bestuursvormen die in Griekenland voorkwamen.
3. Je weet het verschil tussen mythisch en wetenschappelijk denken. 
Kenmerkend aspect:

4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. 

Slide 5 - Slide

Theorie*
Nadat in 509 v. Chr. een tiran werd verdreven ontstond er nog een andere en vierde bestuursvorm: democratie.
Besef:
In een democratie heeft het volk (demos) de macht (kratos) omdat het volk de politieke beslissingen neemt. 

Slide 6 - Slide

Monarchie, Democratie, Tirannie of Aristocratie?
Volgens de Griekse filosoof Plato mogen alleen burgers met kennis van politiek een staat besturen
A
Monarchie
B
Democratie
C
Tirannie
D
Aristocratie

Slide 7 - Quiz

In welke Griekse stad werd de democratie voor het eerst ingevoerd.
A
Athene
B
Pergamon
C
Troje
D
Sparta

Slide 8 - Quiz

Theorie
Niet elke Athener hoorde bij de demos. Vrouwen, slaven en inwoners die niet in Athene geboren waren hadden geen politieke rechten.
De mannen die wel burgerschap (politieke rechten) bezaten waren vrij en gelijk:  vrij omdat ze mochten spreken en stemmen in de volksvergadering. Gelijk omdat ze allemaal dezelfde rechten hadden. 

Slide 9 - Slide

Theorie
Het maakte niet uit of iemand arm of rijk was en of hij wel of niet van adellijke afkomst was. Om gelijkheid te bevorderen kon iedere burger door loting worden aangewezen om een jaar lang in de Raad van Vijfhonderd te zitten.
Noteer:
Raad van Vijfhonderd: Deze raad had de dagelijkse leiding over de polis en deed voorstellen waarover gestemd moest worden. Bijvoorbeeld belastingverhoging of oorlog voeren.
Om mee te kunnen stemmen moest de burger zelf aanwezig zijn. Dit noemen we directe democratie

Slide 10 - Slide

Theorie
De Grieken dacht ook anders over natuur en gezondheid. Ze zagen overal goden: in aardbevingen en stormen, pech en geluk, bomen en windrichtingen. Hoe de goden zich gedroegen en met elkaar omgingen beschreven de Grieken in honderden mythen: verhaal waarin goden en helden voorkomen.
Opschrijven:
Natuurverschijnselen werden verklaard door mythisch denken: het begrijpen en verklaren van een verschijnsel door goddelijk ingrijpen. 

Slide 11 - Slide

Theorie
In de zesde eeuw v. Chr. ontwikkelde zich het wetenschappelijk denken. Dit kwam door de denkers die naar logische verklaringen gingen zoeken. 

Deze denkers noemen we filosofen: vrienden van wijsheid. 


Slide 12 - Slide

Beeldmateriaal

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Aan de slag!
Gebruik het boek, blz. 22-23: burgerschap en wetenschap. Pak je opdrachtenboek en maak de opdrachten 10b, 12, 13, 15, 16, 18, 26. Klaar?

Slide 16 - Slide