Thema 1, week 2 Les 9 directe en indirecte rede

• Taal
• Basisschool
• Groep 7,8

Welke leestekens vind je in deze zin?
Ze zei: 'Ik wil je nooit meer zien.'

Lesdoel

Ik weet wat de directe en indirecte rede is en kunnen zinnen omzetten van directe naar indirecte rede en andersom.

Pap zegt dat ik mijn fiets voor het eten binnen moet zetten.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

De juf zegt: "Pak de boeken op de tafel."

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Britt zegt: "Ik ben wel weer toe aan vakantie."

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Aanhalingstekens vind je terug in de .....

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Directe rede

Indirecte rede

Wat letterlijk gezegd is of wordt

Een herhaling van wat gezegd is of wordt

Zehra vertelde: 'Taal is mijn lievelingsvak.' 

Zehra vertelde dat taal haar lievelingsvak is.

Directe rede

Indirecte rede

• Aanhalingstekens ''
• Hoofdletter 

• Codewoord dat
• Codewoord of

Zehra vertelde: 'Taal is mijn lievelingsvak.' 

Zehra vertelde dat taal haar lievelingsvak is.

'Ik hou erg van lezen.' zegt Yara

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Rik antwoordt: 'In Nederland regent het vaak.'

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Nuri vraagt of Nora met hem wil spelen.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

'Is voetbal jouw favoriete hobby?' vraagt de juf aan mij.

Mama zegt dat we een cake gaan bakken.

Directe rede

Indirecte rede

'Ik heb geen zin om buiten te spelen.' mompelde mijn buurjongen.

Premier Rutte zei dat we ons goed aan de Corona regels moeten houden.

Zet deze zin om naar de directe rede:

Mijn zus zegt dat zij nu op de schommel wil.

Zet deze zin om naar de directe rede:

Vader roept: 'We gaan eten!'

Aan de slag! TAAL

Thema 1, week 2, Les 9

Opgave 2 en 3 en plussen

Wat vind je in de gedicht terug?

1. Alleen directe rede
2. Alleen indirecte rede
3. Directe rede en indirecte rede
4. Geen directe rede of indirecte rede

Verander deze zin naar indirecte rede:
De ene rups zei: 'Rups we worden nat.'