B1 13 § 4.7 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Het bepalen van de kernzin van een alinea

WELKOM

Ga rustig zitten en vul je entreeticket in.

Entreeticket

Wat je al over grammatica weet.

De kinderen hebben het hondje gevoerd.

• a. De 2 werkwoorden (doe-woorden) zijn: hebben gevoerd
• b. De woorden  kinderen en hondje zijn: lw/zn?
• c. De woorden de en het zijn: lw/zn?

§ 4.7 Grammatica 

Lesdoelen:

Wat wist je dus al?

• Werkwoord
• Doe-woorden (ik-hij-wij rijtjes)
• Zelfstandige naamwoorden
• Mens-dingen-dieren-planten (namen en begrippen)
• Lidwoorden
• de-het-een

Lidwoorden

Oefenen lidwoorden

• Een lidwoord staat altijd direct voor het zn? waar/niet waar
• Een cadeau (lw?)
• Het lelijke schilderij. (lw?)
• Ik heb het spannende boek gelezen. (lw?)
• In de zomer staat een konijn in het hoge gras. (lw?)
• Op de tafel stond het kaarsje en een fruitschaal. (lw?)

Zelfstandig naamwoord

Aan de slag

• Maak in stilte zelfstandig opdr. 3 en 4.
• Gezamenlijk nakijken.

Werkwoord

bes - blijf - voor

bes - blijf - voor

keek - cake - bakje - oven

keek - cake - bakje - oven

Ik kijk op de klok.

Ik kijk op de klok.

Ik heb op de klok gekeken

We hebben gezwommen.

• bes - blijf - voor
  
• bes - blijf - voor
  
• keek - cake - bakje - oven
  
• keek - cake - bakje - oven
  
• Ik kijk op de klok.
  
• Ik kijk op de klok.
  
• Ik heb op de klok gekeken.
  
• Ik heb op de klok gekeken.
• We hebben gezwommen.
• We hebben gezwommen.

Aan de slag

Maak opdracht 8.