Oefentoetsje stevigheid en bewegen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Oefentoets

Stevigheid e bewegen

Beweging en stevigheid zijn twee functies van het skelet. Noem de andere twee

zet op juiste plek. sommige blijve over

Spaakbeen

Opperarmbeen

Ellepijp

middenhands

beentjes

handwortel

beentjes

vingerkootjes

voetwortelbeentjes

opperarmbeen

teenkootje

dijbeen

sleutelbeen

schedel

heupbeen

kuitbeen

Vet wordt opgeslagen in het gele beenmerg van de platte beenderen

1. Juist
2. Onjuist

Jonge kinderen hebben veel kraakbeen in hun beenderen, waardoor deze niet snel breken

1. Juist
2. Onjuist

Kalk maakt het skelet harder en minder breekbaar

1. Juist
2. Onjuist

Naadverbindingen in de schedel van volwassenen kunnen een beetje bewegen

1. Juist
2. Onjuist

Je neus-tussenschotje bestaat vooral uit lijmstof

1. Juist
2. Onjuist

Als je kalkstof uit een bot haalt wordt het hard en breekbaar

1. Juist
2. Onjuist

Noem de vier verschillende typen beenverbindingen.

kan meerdere antwoorden plaatsen

Naadverbinding

Vergroeid

Gewricht

Kraakbeen

Veel beweging

Geen beweging

Beetje beweging

Geen beweging

Welke spieren vind je niet in je organen?

1. Kringspieren
2. Lengtespieren
3. Willekeurige spieren
4. Onwillekeurige spieren

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?

1. Spierbundels
2. Platte spieren
3. Holle spieren
4. Pezen

Met welke letter is een enkele spiervezel aangegeven?

1. A
2. B
3. C
4. D

Opperarmbeen

Spaakbeen

Heiligbeen 

Dijbeen

Kuitbeen

Dijbeen

Pees

Meniscus

Scheenbeen

Gewrichtskapsel

Knieschijf

a) De schijven tussen je wervels bestaan veelal uit lijmstof.

b) Lijmstof zorgt voor de stevigheid van je botten.

c) Ouderen hebben meer kalkstof waardoor hun botten makkelijker

 breken.

d) Aan het einde van de puberteit verbenen je groeischrijven.

e) Het gele beenmerg zit vooral in de pijpbeenderen.

f) Je ribben zitten vast op zowel je borstwervels.

g) Door een verkeerde lichaamshouding krijgt je wervelkolom een

     dubbele s-vorm.

WAAR

NIET WAAR

a

b

c

d

e

f

g

Wat zijn onwillekeurige spieren?

1. Spieren die steeds maar door gaan met samentrekken
2. Spieren die zich 'vanzelf' samentrekken
3. Spieren die zich samentrekken als jij dat wilt
4. Spieren die zich samentrekken als jij dat niet wilt