HU P4 les 1 vocabulario Versie 2 nav feedback

BIENVENIDOS
1 / 50
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BIENVENIDOS

Slide 1 - Slide

BIENVENIDOS
Pon el móvil en el hotel
Cierra el ordenador
Tira el chicle a la basura
Pon el libro sobre la mesa

Slide 2 - Slide

La planificación de hoy
Evaluar el examen

Preparar la revista
Fecha de entregar: el viernes 19 de abril 
(ItsLearning sluit op 21 april, 23.59 uur)
(La empieza de unidad 7)

Slide 3 - Slide

La planificación de este año

Slide 4 - Slide

Toetsstof periode 4: 
Unidad 7 en 8

Unidad 7 en Unidad 8, inclusief alle woordjes ‘glosario’ (p.108-109) en alle zinnetjes ‘para comunicarme’ (p.111) en alle oefeningen die bij Unidad 7 en Unidad 8 horen.

Alle woorden van Unidad 7 en Unidad 8 leer je 
Nederlands/Spaans en Spaans/Nederlands.
Van unidad 7 en unidad 8 moet je alle grammatica goed kennen.
Ook de oefeningen (boek en online)



Slide 5 - Slide

Tips voor het leren voor de toets
Het is verstandig om de lessen nogmaals te doorlopen voor de toets. Daarin komt alle grammatica aan de orde. In de week voor de toetsweek gaan we oefenen en herhalen.
Daarnaast is het heel verstandig om zoveel mogelijk opdrachten te maken in je boek en de online methode. 
Een taal leer je door er mee te oefenen.
Heel veel succes!

Slide 6 - Slide

Glosario
90 woorden per hoofdstuk
Alle woorden NS en SN

Slide 7 - Slide

Planner op ItsLearning

Slide 8 - Slide

Fechas importantes de periodo 4
El viernes 5 de abril: SO unidad 6 (INHAAL Kalyma, Isa, Nora)
El viernes 19 de abril: entregar La Revista (ItsLearning sluit op 21 april 23.59)

El viernes 17 de mayo: SO unidad 7
El miércoles 12 de junio: SO unidad 8
SO's zijn summatief

El ... junio empieza la semana de los exámenes

Slide 9 - Slide

La revista
Jullie gaan in groepjes van 2 leerlingen werken aan ‘una revista’ voor Spaanse leeftijdsgenoten.

Fecha de entregar: viernes 12 de abril 
Inleverdatum: vrijdag 12 april

Hoe? ga naar: https://www.jilster.nl/ en maak een account aan.









Slide 10 - Slide

La revista - inhoud

- Bedenk een naam voor je ‘revista’ en maak een voorblad

- inhoudsopgave
- noticias (=korte berichtjes om je tijdschrift op te vullen)
- jullie stellen jezelf voor als de journalisten van het tijdschrift. minimaal 50 woorden per leerling.
- jullie vertellen elk in 50 woorden iets over het dorp waar je woont of een Spaanse stad.
- Spaans puzzeltje (zelf bedenken!)
- stripverhaal (mag van internet, maar zorg ervoor dat je weet waarover het gaat)








Slide 11 - Slide

La revista - importante
INLEVEREN OP ITSLEARNING als ÉÉN DOCUMENT (i.v.m. plagiaatscan)
- jullie stellen jezelf voor als de journalisten van het tijdschrift. minimaal 50 woorden per leerling.

- jullie vertellen elk in 50 woorden iets over het dorp waar je woont of over een Spaanse stad.
- tiempo libre (vertel iets over wat Nederlandse jongeren in hun vrije tijd doen, elke journalist werkt een hobby/vrijetijdsbesteding uit in 50 woorden)

Woordenboek gebruiken mag, geen hele zinnen uit vertaalmachine.

Slide 12 - Slide

La revista
Jullie maken dit tijdschrift in het programma 'Jilster'. - ga naar: https://www.jilster.nl/ en maak een account aan.
- degene die het tijdschrift begint, wordt hoofdredacteur. De hoofdredacteur kan vervolgens zijn klasgenoot toevoegen als medehoofdredacteur. Zo kun je samen werken aan één tijdschrift.
- als je klaar bent kun je mij toevoegen als medehoofdredacteur zodat ik het kan nakijken. Gebruik daarvoor dit mailadres: mariannevanamerongen@gmail.com

Slide 13 - Slide

Unidad 7: Hábitos
Gewoonten en routines

ERK: Je kunt vragen stellen/beantwoorden 
over gewoonten en routines

Slide 14 - Slide

Hábitos
Welke gewoontes/routines heb jij?

Slide 15 - Mind map

Welke gewoonten/routines komen ieder jaar terug? In welke maand?

Slide 16 - Mind map

Noem twee relevante contexten om de maanden van het jaar (in het Spaans) te kennen.

Slide 17 - Mind map

Unidad 7: Hábitos
ERK: Je kunt vragen stellen/beantwoorden over gewoonten en routines, bijvoorbeeld:
* wanneer je je verjaardag (cumpleaños) viert
* jaarlijkse festiviteiten/feestdagen (nationaal/christelijk)

Maanden van het jaar zijn ook belangrijk bij
* bovenaan een brief * afspraken * jaarplanning * vakanties!

Slide 18 - Slide

Objetivos de esta clase
Tu cumpleaños
Puedes preguntar cuándo es el cumpleaños de tus compañeros
Puedes responder cuándo es tu cumpleaños (verjaardag)

Las fiestas españolas
Puedes hablar de las fiestas españolas
* decir las fechas (en español)



Slide 19 - Slide

Vocabulario temático (Un.7)
los meses del año
las estaciones
las fiestas españolas

Benodigde (voor)kennis:
getallen 1 t/m 31 (herhaling)
woord 'verjaardag' (cumpleaños)

Slide 20 - Slide

Ophalen voorkennis              


         
Hoy es el dos de abril.
Mañana es ... 

Slide 21 - Slide

Ophalen voorkennis              


         
Ken je de getallen 1-31 nog?
Herhaal ze in tweetallen
(eventueel: boek, p. 17, 27)
timer
4:00

Slide 22 - Slide

De volgende slides zijn bedoeld dat je vast kunt 'wennen' aan de naam van je eigen verjaardagsmaand in het Spaans.

Slide 23 - Slide

¿Cuándo es tu cumpleaños?
(Wanneer ben je jarig?)
Mi cumpleaños es en ...
A
abril (april)
B
mayo (mei)
C
junio (juni)
D
in een andere maand

Slide 24 - Quiz

¿Cuándo es tu cumpleaños?
(Wanneer ben je jarig?)
Mi cumpleaños es en ...
A
julio (juli)
B
agosto (augustus)
C
septiembre (september)
D
in een andere maand

Slide 25 - Quiz

¿Cuándo es tu cumpleaños?
(Wanneer ben je jarig?)
Mi cumpleaños es en ...
A
octubre (octubre)
B
noviembre (november)
C
diciembre (december)
D
in een andere maand

Slide 26 - Quiz

¿Cuándo es tu cumpleaños?
(Wanneer ben je jarig?)
Mi cumpleaños es en ...
A
enero (januari)
B
febrero (februari)
C
marzo (maart)
D
in een andere maand

Slide 27 - Quiz

Activiteit: je verzamelt data (fechas)
Wie? In groepen van 3-4 pers. 
(op basis van je niet-verjaardagsmaand)
Hoe? 
Je leest individueel de tekst ¡Fiesta!
Je markeert de data/maanden van Spaanse feesten 
(zie volgende slide)
Je bespreekt de antwoorden en schrijft de data voluit
Aan het einde: QUIZ!

Slide 28 - Slide

Jullie maken groepen op basis van de maand van jullie verjaardag (ong. 3-4 personen)


Stel elkaar de vraag: ¿Cuándo es tu cumpleaños?

Antwoord met: Mi cumpleaños es en ...
enero/febrero/marzo/abril/mayo/junio/
julio/agosto/septiembre/octubre/noviembre/diciembre

Slide 29 - Slide

Aan de slag
Lees de tekst ¡Fiesta! (individueel)
¿Cuándo se celebran los carnavales?
¿Cuándo se celebra la feria de Sevilla?
¿Cuándo se celebra San Fermín (en Pamplona)?
¿Cuándo se celebra la Semana Santa?
¿Cuándo se celebra el día de los Reyos Magos?
¿Cuándo se celebra la noche del nacimiento de Cristo (Nochebuena)?
¿Cuándo se celebra el día de Navidad?
¿Cuándo se celebra la Nochevieja?
¿Cuándo se celebra el Año Nuevo?

Klaar? Schrijf de data in het Spaans uit, bijv. el dos de abril (02-04)



timer
10:00

Slide 30 - Slide

¿Cuándo se celebran los carnavales?
A
enero
B
febrero
C
marzo
D
abril

Slide 31 - Quiz

¿Cuándo se celebra la Semana Santa?
A
enero/febrero
B
marzo/mayo
C
junio/julio
D
agosto/septiembre

Slide 32 - Quiz

¿Cuándo se celebra la feria de Sevilla?
A
enero
B
febrero
C
marzo
D
abril

Slide 33 - Quiz

¿Cuándo se celebra San Fermín (en Pamplona)?
A
abril
B
mayo
C
junio
D
julio

Slide 34 - Quiz

¿Cuándo se celebra el día del Año Nuevo?
A
el 22 de diciembre
B
el 31 de diciembre
C
el 1 de enero
D
el 31 de enero

Slide 35 - Quiz

¿Cuándo se celebra el día de los Reyes Magos?
A
el 5 de enero
B
el 6 de enero
C
el 8 de enero
D
el 11 de enero

Slide 36 - Quiz

¿Cuándo se celebra el día de Navidad?
A
el 22 de diciembre
B
el 24 de diciembre
C
el 25 de diciembre
D
el 31 de diciembre

Slide 37 - Quiz

¿Cuándo se celebra la noche del nacimiento de Cristo?
A
el 24 de diciembre
B
el 25 de diciembre
C
el 26 de diciembre
D
el 31 de diciembre

Slide 38 - Quiz

¿Cuándo se celebra la Nochevieja?
A
el 1 de diciembre
B
el 1 de enero
C
el 31 de diciembre
D
el 1 de enero

Slide 39 - Quiz

Los meses de
verano son ...
A
enero/febrero/marzo
B
abril/mayo/junio
C
juni/julio/agosto/ septiembre
D
septiembre/octubre/ noviembre/diciembre

Slide 40 - Quiz

Los meses de
otoño son ...
A
enero/febrero/marzo
B
abril/mayo/junio
C
juni/julio/agosto/ septiembre
D
septiembre/octubre/ noviembre/diciembre

Slide 41 - Quiz

Los meses de
invierno son ...
A
diciembre/enero/ febrero/marzo
B
abril/mayo/junio
C
juni/julio/agosto/ septiembre
D
septiembre/octubre/ noviembre/diciembre

Slide 42 - Quiz

Los meses de
primavera son ...
A
diciembre/enero/ febrero/marzo
B
marzo/abril/mayo/junio
C
juni/julio/agosto/ septiembre
D
septiembre/octubre/ noviembre/diciembre

Slide 43 - Quiz

¿Cuándo es tu cumpleaños?

Mi cumpleaños es
A
en enero / febrero / marzo
B
en abril / mayo / junio
C
en julio /agosto/ septiembre
D
en octubre / noviembre / diciembre

Slide 44 - Quiz

Objetivos de esta clase
Tu cumpleaños --> exit ticket
Puedes preguntar cuándo es el cumpleaños de tus compañeros
Puedes responder cuándo es tu cumpleaños (verjaardag)

Las fiestas españolas --> gecheckt via de quiz
Puedes hablar de las fiestas españolas
* decir las fechas (en español)



Slide 45 - Slide

CHECK: fechas de las fiestas en España
¿Cuándo se celebran los carnavales?

¿Cuándo se celebra la Semana Santa?

¿Cuándo se celebra el día de los Reyos Magos?

¿Cuándo se celebra el día de Navidad?

¿Cuándo se celebra la Nochevieja?

¿Cuándo se celebra el Año Nuevo?


Slide 46 - Slide

Exit-ticket
Puedes preguntar cuándo es el cumpleaños de tus compañeros
Puedes responder cuando es tu cumpleaños

Así...
¿Cuándo es tu compleaños?
Mi cumpleaños es en ...


Slide 47 - Slide

Los deberes
Vocabulario
Ejercicio 1, 2, 4
Online: vocabulario

Slide 48 - Slide

Hasta la próxima vez

Slide 49 - Slide

Evaluar el examen

Slide 50 - Slide