Schizofrenie

Methodiek - Schizofrenie 
Periode: Reageert op onvoorziene crisissituaties
1 / 24
next
Slide 1: Slide
psychologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Methodiek - Schizofrenie 
Periode: Reageert op onvoorziene crisissituaties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik & vooruitblik
Terugblik: Rouwverwerking
Vooruitblik: Schizofrenie symptomen, oorzaken, verloop, behandeling & begeleiding communicatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie over Schizofrenie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

"Iemand met Schizofrenie heeft een gespleten persoonlijkheid."
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Schizofrenie 
> Schizofrenie is een hersenaandoening / ernstige psychiatrische stoornis.
> Vooral kenmerkend aan wanen en psychoses. De aandoening wordt daarom ook wel psychose-gevoeligheid genoemd.
> Paradigmaverschuiving Schizofrenie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Mensen met Schizofrenie kunnen tegenwoordig gewoon meedoen in de samenleving
A
Ja
B
Nee
C
Niet altijd

Slide 6 - Quiz

Mensen met schizofrenie hebben geen meerdere persoonlijkheden. Het woord schizofrenie komt uit het Grieks en betekent 'gespleten geest'. Hierdoor verwarren mensen het wel eens met MPS (meervoudige persoonlijkheidsstoornis, tegenwoordig ook wel dissociatieve stoornis genoemd).
Kenmerken Schizofrenie (DSM-5)
Positieve symptomen:
Wanen (Foute denkbeelden)
Hallucinaties (Auditief, visueel, etc.)
Gedesorganiseerd spreken (bijvoorbeeld frequente ontsporing of incoherentie).
Ernstig gedesorganiseerd of katatoon gedrag (motorische symptomen).

Negatieve symptomen:
Depressie, apathie of initiatiefverlies.

Diagnose 17 – 24 jaar vaak bij mannen.​
Deze ziekte is eigenlijk altijd chronisch (voor het hele leven).​

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Overige symptomen en kenmerken
> Denkstoornissen, verwardheid
> Verstoorde waarneming (auditief en visueel het vaakst voorkomend)
> Gevoel (angst en irritatie)
> Taal
> Contact
> Lichaamsbeleving
> Slaapstoornissen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De rol van dopamine 


Positieve & negatieve symptomen
Hyperactief + te weinig stimulus (-)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren / oorzaken
> Een familiegeschiedenis van schizofrenie hebben.
> Hersenchemie: Abnormale werking van neurotransmitters zoals dopamine kan schizofrenie veroorzaken.
> Erfelijkheid.
>Hogere leeftijd van de vader tijdens het verwekken van het kind.
> Complicaties rondom zwangerschap en geboorte.
> Het nemen van psychoactieve of psychotrope drugs tijdens tienerjaren en jonge volwassenheid. Regelmatig hasj of wiet roken, geeft een verhoogde kans op een psychose (kan de kans vergroten)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Verloop
> Prodrome
> Psychotische periode
 > Herstel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

1 geen controle over het denken, soms zelfs opdrachten door een ander in het hoofd
2 Plannen, ordenen en herinneren. Het heeft een rechtstreeks gevolg voor de hersenen.
3 Leeg, dingen niet meer beleven zoals vroeger.
4 uiten van emoties zijn verstoord. Emoties worden niet herkend. Troost word niet als troost gezien.
5Moedeloosheid.
Agitatie, opwinding,

Behandeling
> Medicamenteus: Antipsychotica (Haldol, Risperidon) & kalmeringsmiddelen
> Cognitieve therapie
> Assertive Community Treatment, ACT
> Rehabilitatie
> Bemoeizorg

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Problemen behandeling Schizofrenie
Medicatie ontrouw
Zorgwantrouw
Suïcide
Verslavingsproblematiek
Automutilatie 
Activering
Terugval psychotische periode

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Denken dat u een andere en heel belangrijke persoon bent.
A
Waan
B
Negatief symptoom
C
Hallucinatie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Opdrachten krijgen van een mannelijke Stem
A
Hallucinatie
B
Negatief symptoom
C
Waan

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Positieve en negatieve symptomen. leg het verschil uit.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Begeleiden (communicatie) psychose
• Benader iemand zoals u zelf benaderd zou willen worden. ​
• Luister goed, heb respect en maak geen verwijten. ​
• Vraag naar wat hij of zij denkt, ziet, hoort en voelt. Neem hem/haar serieus, maar ga niet in de wanen of hallucinaties mee. ​
• Oordeel niet over zijn ideeën, maar geef rustig aan dat u het anders ziet. Ook zonder dat u in zijn/haar wereld kruipt, kunt u vertrouwen winnen door te luisteren. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tips
Bevestig hem/haar in ideeën die kloppen met de werkelijkheid.​
 Reageer zo rustig mogelijk op iemand die een psychose doormaakt. Boosheid en irritatie werken vaak averechts. ​
Geef de persoon de ruimte. Zit hem/haar niet op de huid, dat kan extra stress geven bij iemand met een psychose, maar ga niet in op een verzoek om hem of haar voortaan helemaal met rust te laten. Isolement helpt niet.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Casus
Je werkt als MZ’er op een gesloten GGZ afdeling bij Antes. Een cliënt (man 25 jaar) bekend met Schizofrenie. ​
Je staat op een groep en meneer zit in de woonkamer van de groep. Meneer praatte al in zichzelf en keek verward heen en weer. Je ziet aan meneer dat hij onrustig beweegt.​
Meneer kijkt je aan en begint ineens tegen je te roepen: “Waarom zeg je dat tegen mij, idioot? Wie ben je om zo tegen me te praten? Iedereen is tegen me hier”.​
Hoe reageer je op meneer in deze situatie?​

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Docu Schizofrenie
/ mogelijkheid werken aan portfolio :-)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Terugblik & vooruitblik
Terugblik: Schizofrenie
Vooruitblik: Laatste els

Slide 24 - Slide

This item has no instructions