Spellingles 15 A en B

Spelling 
Les 15 A en 15 B 

1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 
Les 15 A en 15 B 

Slide 1 - Slide

Dit heb je geleerd:
Je hebt geleerd hoe je woorden schrijft met heid en teit 

Slide 2 - Slide

Schrijf het woord met heid of teit.
Een meisje, in haar puber....

Slide 3 - Open question

Schrijf het woord met heid of teit
Zei 'jij' tegen de majes....

Slide 4 - Open question

Schrijf het woord met heid of teit
En bracht met die brutali....

Slide 5 - Open question

Schrijf het woord met heid of teit
De natie in verlegen....

Slide 6 - Open question

Die strenge vader eist absolute gehoorzaam....

Slide 7 - Open question

Zij heeft een charmante persoonlijk....

Slide 8 - Open question

De verwarming werkt op elektrici....

Slide 9 - Open question

Bergbeklimmen is een riskante bezig....

Slide 10 - Open question

We blijven nog even voor de gezellig....

Slide 11 - Open question

Zij heeft de mentali....

Slide 12 - Open question

Dit heb je geleerd:
't kofschip x

Slide 13 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van smeren?
A
gesmeert
B
gesmeerden
C
gesmeerd
D
smeren

Slide 14 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van verbazen?
A
verbazen
B
verbaasd
C
verbaast
D
verbasen

Slide 15 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van zagen
A
gezaagd
B
gezagen
C
gezaagt
D
zachen

Slide 16 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van herkennen?

Slide 17 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van groeien?

Slide 18 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van omhelzen?

Slide 19 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van meebrengen?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide