Herkansing H8 online

Toets H8
Instructie
De toets bestaat uit 24 vragen.
Je hebt 45 minuten om de toets te maken.

Lees bij elke opdracht steeds eerst de vraag.
Vul daarna het juiste antwoord in:
• open vragen: noteer het juiste antwoord 
• meerkeuzevragen: kruis de juiste letter aan op je antwoordblad.

Als je een vraag niet direct kunt beantwoorden, sla je die eerst even over.
Bekijk aan het einde van de toets de overgeslagen vragen.

Als een plaatje te klein is kun je het aanklikken dan wordt het groter

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Toets H8
Instructie
De toets bestaat uit 24 vragen.
Je hebt 45 minuten om de toets te maken.

Lees bij elke opdracht steeds eerst de vraag.
Vul daarna het juiste antwoord in:
• open vragen: noteer het juiste antwoord 
• meerkeuzevragen: kruis de juiste letter aan op je antwoordblad.

Als je een vraag niet direct kunt beantwoorden, sla je die eerst even over.
Bekijk aan het einde van de toets de overgeslagen vragen.

Als een plaatje te klein is kun je het aanklikken dan wordt het groter

Slide 1 - Slide

Door welk orgaan raakt je lichaam water in de vorm van urine kwijt? [2p]

A
hart
B
hersenen
C
longen
D
nieren

Slide 2 - Quiz

Aisha laat bloed prikken bij de huisarts. Zij zal bloed uit een ader afnemen. De huisarts legt uit wat de kenmerken van een ader zijn.
Wat vertelt de arts over de ader? [1p


A
Het bloedvat klopt en het bloed stroomt snel.
B
Het bloedvat heeft kleppen en het bloed stroomt langzaam.
C
Het bloedvat ligt in de organen en is heel dun.

Slide 3 - Quiz

Nicole gaat met de fiets naar school. Ze is laat en trapt hard door.
Welke twee stoffen heeft Nicole nu meer nodig om haar spieren zo hard te laten werken? [2p]

Slide 4 - Open question

Wat is de taak van het Zenuwstelsel ? [1p]

Slide 5 - Open question

Hoe adem je in? Schrijf het juiste woord op het antwoordblad om de zin compleet te maken. [3p]
a De ribben gaan ___________________________.
b De borstholte wordt _______________________.
c De longen worden _________________ .

Slide 6 - Open question

Dominique heeft astma en is benauwd. Ze neemt haar medicijnen, waardoor de benauwdheid overgaat.
Welk orgaanstelsel zorgt ervoor dat je zuurstof opneemt in het bloed? [1p]

Slide 7 - Open question

Welke stof hoort te staan bij d onderste pijl te staan ? [1p]

Slide 8 - Open question

Thomas is aan het turnen en zet af om een hoge sprong te maken.
Welk orgaanstelsel gaat aan het werk om voldoende bloed naar zijn beenspieren te vervoeren? [1p]


Slide 9 - Open question

Niels heeft een voetbalwedstrijd gespeeld en is nogal hongerig. Hij eet meteen na de wedstrijd een sappig appeltje.

Welke stoffen zijn nodig voor verbranding in de cellen?[2p]

Slide 10 - Open question

Niels heeft een voetbalwedstrijd gespeeld en is nogal hongerig. Hij eet meteen na de wedstrijd een sappig appeltje.

Door welk proces krijgt Niels na het eten van de appel (waar veel glucose in zit) veel energie? [1p]

Slide 11 - Open question

Bij ademhaling gebruik je de buik- of borstademhaling.
Daarvoor zijn twee spieren nodig. Welke spieren zijn dat? [2p]

Slide 12 - Open question

In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
Wat gebeurt er met zuurstof en koolstofdioxide in de longblaasjes? Leg je antwoord uit. [2p]

Slide 13 - Open question

Aan de binnenkant van je neus, luchtpijp en bronchiën zit slijmvlies. Welke twee taken heeft slijmvlies? [2p]

Slide 14 - Open question

Op de eerste hulp in het ziekenhuis komt een patiënt binnen met een doorgesneden slagader.
Waarom is een doorgesneden slagader gevaarlijker dan een doorgesneden ader? [2p]

Slide 15 - Open question

Bekijk de afbeelding. Eén van de bloedvaten vervoert het bloed van het orgaan naar het hart
Welk nummer heeft dit bloedvat? [1p]

Slide 16 - Open question

Elke bloedvat heeft een naam.
Hoe heet het bloedvat dat van de Darmen terugstroomt richting het hart? [1p]

Slide 17 - Open question

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 
Darmslagader
Longader
Nierader
Poortader
Aorta
Longslagader

Slide 18 - Drag question

Een rode bloedcel bij een kikker stroomt van de longen naar het hart.
Welk wel bloedvat is dit? [2p]

Slide 19 - Open question

Bloedwaarden
Julian is de laatste tijd erg moe. Hij laat zijn bloedwaarden meten bij de huisarts. De huisarts vertelt hem dat hij te weinig hemoglobine in zijn bloed heeft.

Als er te weinig hemoglobine in het bloed zit, kan je bloed te weinig van een bepaalde stof vervoeren.
Welke stof vervoeren rode bloedcellen door middel van hemoglobine? [1p]


Slide 20 - Open question

Tijdens welke stap van de hartslag is de hartspier ontspannen? [2p]

Slide 21 - Open question

Hoe heten de onderdelen van het hart? Noteer bij elk nummer de juiste naam. [2p]

Slide 22 - Open question

Kijk naar de tekening van de bloedsomloop. [3p]

Hoe heten de bloedvaten 2, 3, 4, 6, 8 en 13?
Schrijf de nummers op en zet de naam erachter.

Slide 23 - Open question

Aangeboren hartafwijking
Sommige baby’s worden geboren met een gaatje in de wand van het hart tussen de kamers.

23 [I] Leg uit waardoor het bloed dat naar de aorta stroomt bij deze baby’s minder zuurstof bevat. [2p]

Slide 24 - Open question

Zuurstof komt vanuit je bloed via bepaalde bloedvaten in je cellen terecht.
Hoe heten deze bloedvaten? [1p]

Slide 25 - Open question