Startschot verhaalanalyse

Startschot verhaalanalyse
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 35 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Startschot verhaalanalyse

Slide 1 - Slide

Maak een verhaal met volgende woorden...
!!! in deze volgorde !!!
Schemering
Ballon
Kleuterklas
Piano
Uitgewist
Herinneringen
Zee


Slide 2 - Slide

Verhaal uitwisselen
Fouten markeren
Met rood verbeteren
! goede oefening schrijfopdracht!

Slide 3 - Slide

Verhaalelementen
Te kennen: mee noteren!

Slide 4 - Slide

1. Vertelstof vs. thema
VERTELSTOF (wat gebeurt er?)
=onderwerp boek
Bv. Harry Potter is een jonge tovenaar, die in gevecht gaat tegen Voldemort, de moordenaar van zijn ouders.

THEMA (wat is de boodschap?)
=bredere, diepere betekenis inhoud
Bv. Vriendschap en trouw, de strijd tussen goed en kwaad, moed en zelfopoffering, omgaan met verlies.

Slide 5 - Slide

2. Story vs. plot
STORY
= chronologische volgorde verhaal
Bv. 1. Er wordt een moord gepleegd.
2. Het lijk wordt gevonden.
3. Recherche komt ter plaatse.
4. DNA leidt naar de dader
5. De dader wordt opgepakt.

Slide 6 - Slide

2. Story vs. plot
PLOT
=chronologische volgorde door elkaar gehaald
Bv. 1. Recherche komt ter plaatse.
2. DNA leidt tot de dader.
3. Dader wordt opgepakt.
4. Uitleg over moord door dader. 
! doel = spanning ! 

Slide 7 - Slide

3. Flat vs. round character 
FLAT CHARACTER
= personage wordt niet echt uitgewerkt
Bv. Olaf uit Frozen, Patrick uit Spongebob, boze stiefmoeder in sprookjes...

Slide 8 - Slide

3. Flat vs. round character 
ROUND CHARACTER
=maakt ontwikkeling door, heeft verschillende lagen
Bv. Belle uit Belle & het beest, Harry Potter...

Slide 9 - Slide

4. Tijdsvolgorde
FLASHBACK
= sprong in het verleden
Bv. Personage herinnert zich iets uit zijn jeugd


Slide 10 - Slide

4. Tijdsvolgorde
 FLASHFORWARD
= sprong naar de toekomst
Bv. Personage krijgt visioenen

Slide 11 - Slide

5. Ritme
VERTELTIJD
=hoelang het duurt om het verhaal te lezen/vertellen
VERTELDE TIJD
=hoelang het duurt om verhaal te beleven
Bv. ochtendroutine

Slide 12 - Slide

5. Ritme
TRAAG RITME
= verteltijd > vertelde tijd
Harry liep langzaam door de lege gangen van Zweinstein, luisterend naar het zachte kraken van de vloeren onder zijn voeten, terwijl hij elke schildering aan de muren aandachtig bekeek en zich afvroeg wat er die avond in de Grote Zaal zou gebeuren

Slide 13 - Slide

5. Ritme
SNEL RITME
=verteltijd < vertelde tijd
Bv. Ik sprong in de auto en reed naar Antwerpen.

Slide 14 - Slide

5. Ritme
SIMULTAAN RITME
= verteltijd = vertelde tijd
Bv. een dialoog

Slide 15 - Slide

6. Ruimte
GEOGRAFISCHE RUIMTE
= waar op de kaart speelt zich iets af?
Bv. Europa, België, Arendonk...

Slide 16 - Slide

6. Ruimte
SFEERSCHEPPENDE RUIMTE
= beïnvloedt sfeer in verhaal

Slide 17 - Slide

6. Ruimte
SYMBOLISCHE RUIMTE
= ruimte staat bv. symbool voor gevoelens

Slide 18 - Slide

7. Vertelstandpunt
IK-VERTELLER
-Belevende ik
Ik ga naar de deur en doe ze open.
-Vertellende ik
Ik ging naar de deur en deed ze open.

Slide 19 - Slide

7. Vertelstandpunt
HIJ/ZIJ-VERTELLER

-Personele hij/zij: standpunt vanuit 1 personage
Sanne keek om zich heen in de donkere kamer. Haar hart bonkte in haar borst terwijl ze probeerde te bedenken wat dat vreemde geluid kon zijn. Ze durfde nauwelijks adem te halen.

Slide 20 - Slide

7. Vertelstandpunt
HIJ/ZIJ-VERTELLER
-Alwetende hij/zij
Sanne keek angstig om zich heen in de donkere kamer, terwijl haar hart bonkte. Wat ze niet wist, was dat Tim haar al lang had zien binnenkomen en nu een plan beraamde om haar te verrassen.

Slide 21 - Slide

Ballon, Tommy Wieringa
Vraag a en b beantwoorden tijdens luisteren
Vraag c samen met je buur

Slide 22 - Slide

Verfilming kortverhaal
*Eerste helft klas: vraag 3a
*Tweede helft klas vraag 3b
*Iedereen beantwoordt vraag 4a-f

Slide 23 - Slide

Denk na over manier noteren

Slide 24 - Slide

Plot
=oude, eenzame man vindt kaartje ballonwedstrijd kleuter
antwoord bevat levenslessen

≠ film: toevoeging kleuter die levenslessen probeert te begrijpen

Slide 25 - Slide

Thema
= in leven op tijd beseffen wat écht belangrijk is

Slide 26 - Slide

Personages
=oude man: oud, wijs, eenzaam (vlak)
karakter uit verhaal afleiden (=impliciet)

=vrouw: weten weinig over haar (vlak)
karakter uit verhaal afleiden (=impliciet)

≠kleuter in film = denkt tov begin film meer na over lessen (=dynamisch)
≠kleuter in KV =vlak

Slide 27 - Slide

Tijd
≠verteltijd: 2 minuten (verhaal) VS 7 minuten (film)

≠ tijdsprongen: in KV van overdag naar moment brief schrijven
in film gesprongen naar moment aankomen brief

≠flashbacks: in KV 'Ooit speelde daar een vrouw piano'
in film naar moment ballon in de lucht

Slide 28 - Slide

Ruimte
=waarschijnlijk beide NL (zeker in film: taal juf)

=zee: symbolische ruimte (grenzeloosheid, avontuur, ontdekking...)

=sfeerscheppende ruimte: mistige weiland, schemerende kamer
==> eenzaamheid

Slide 29 - Slide

Stijl
=vaak in het ongewisse laten
Waarom geeft man levenslessen?
Wat heeft hij meegemaakt? Wat wil hij bereiken?...

≠ film soms explicieter
zien bv. dat levenslessen doel bereiken

Slide 30 - Slide

Leesopdracht
Kortverhaal lezen thuis
In de klas vragen als toets

Slide 31 - Slide

Verhaal 1
Tijdens een ogenschijnlijk onschuldige bergwandeling gebeurt er iets wat het leven van de jonge Henri voorgoed kan veranderen. Er hangt gevaar in de lucht, en niet iedereen die met hem op pad gaat, heeft even goede bedoelingen. Net wanneer het lot dreigt toe te slaan, duikt er onverwachte hulp op…

Slide 32 - Slide

Verhaal 2
Wat gebeurt er als een rijke man denkt dat hij alles weet, maar zijn butler hem stiekem slimmer is? Eén ding is zeker: hoogmoed komt vaak voor de val…

Slide 33 - Slide

Verhaal 3
Een nieuwe omgeving lijkt eerst saai en voorspelbaar, maar schijn bedriegt. Tussen alledaagse gebouwen en lege pleinen blijken verborgen plekken en geheimen te schuilen. Wat leek op een gewone vakantie wordt langzaam een ontdekkingstocht vol spanning, kleine intriges en onverwachte ontmoetingen.

Slide 34 - Slide

Geef keuze door via weblinks

Slide 35 - Slide