Vraagzinnen maken: vraagwoord

Vraagzinnen maken
Lesdoel: Vandaag leren we hoe we vraagzinnen maken met een vraagwoord.
Je leert:
  • De volgorde: Vraagwoord, Werkwoord, Onderwerp, Tweede werkwoord.
  • Vraagzinnen met vraagwoord herkennen en maken.
  • Voor A2-leerlingen: Vraagzinnen uitbreiden met meer details en complexere structuren.
1 / 6
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolISKvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 6 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vraagzinnen maken
Lesdoel: Vandaag leren we hoe we vraagzinnen maken met een vraagwoord.
Je leert:
  • De volgorde: Vraagwoord, Werkwoord, Onderwerp, Tweede werkwoord.
  • Vraagzinnen met vraagwoord herkennen en maken.
  • Voor A2-leerlingen: Vraagzinnen uitbreiden met meer details en complexere structuren.

Slide 1 - Slide

Welke vraagwoorden ken je al?

Slide 2 - Mind map

De volgorde van een vraagzin met vraagwoord:
In het Nederlands gebruik je deze volgorde:
  1. Vraagwoord
  2. Werkwoord
  3. Onderwerp
  4. Tweede werkwoord (als dat nodig is)

1
2
3
4
Waar
ben 
je?
Wat 
ga
je
doen?
Waar
ben
je
geweest?
Voor A2-leerlingen:

Zo kun je extra informatie toevoegen:
  • Waar ben je geweest op vakantie?
  • Wat ga je doen na school?
  • Waarom ben je te laat gekomen?

Slide 3 - Slide

Maak de vraagzin af
  1. ___ heet ___? 
  2. ___ hebben ___ gedaan? 
  3. ___ gaat ___ eten? 

Opdracht:
Maak twee vraagzinnen met vraagwoorden.
Controleers elkaar zinnen.


A2
Voeg extra informatie aan de twee vragen.

Slide 4 - Slide

DISK
Oefenen met vraagzinnen in DISK: 
  • Grammatica
  • 3.6 De zin met een vraag: Waar woon je?

Slide 5 - Slide

Ik kan vraagzinnen met vraagwoord herkennen en maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll