ordening/compositie

ordening/compositie
1 / 29
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

ordening/compositie

Slide 1 - Slide

compositie

Slide 2 - Mind map

Compositie is een kwestie van groeperen, oderenen, indelen of structuur aanbrengen. Door ordening aan te brengen - sommige elementen juist naar voren te halen of juist minder nadruk te geven- krijgen we controle over het totale plaatje.

Slide 3 - Slide

compositie, ordening, vlakverdeling, groepering.
Dit zijn allemaal termen voor de ordening.
 
  • Je kan een strakke, losse of chaotische ordening hebben.
  • Je kan bepaalde dingen laten opvallen.
  • En speciale effecten bereiken zoals; rust, spanning of beweging.

Slide 4 - Slide

lijnen en richtingen
  • horizontale lijnen, verticale lijnen en schuine lijnen.
  •  cirkelvormige, gebogen, golvende, schuine en hoekige lijnen.

de richting van de lijnen in de compositie zorgen voor het effect:
- is de indeling overzichtelijk?
- is de compositie statisch of dynamisch?
- Naar welk punt wordt de aandacht getrokken?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bekijk de vorige dia. Beantwoord de volgende vragen:
Kijk naar de rode pijlen. Die wijze naar de zwarte lijnen. Welke kijkrichting wordt hierdoor gecreëerd?

Slide 7 - Open question

compositieschema
Onder de opbouw van een compositie ligt vaak een plan verborgen. Dit noemen we het compositieschema. We onderscheiden er een aantal.

Slide 8 - Slide

Composities die we gaan behandelen
  • 1. Centrale compositie
  • 2. Over-all compositie
  • 3. Diagonale compositie
  • 4. Driehoekscompositie
  • 5. Horizontale compositie
  • 6. Verticale compositie
  • 7. Symmetrische compositie
  • 8. Asymmetrische compositie
  • 9. Dynamische compositie
  • 10. Statische compositie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke compositie heeft de afbeelding op de vorige dia? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
piramidale compositie
B
centrale compositie
C
geometrische compositie
D
over-all compositie

Slide 11 - Quiz

leg jouw antwoord van dia 10 uit. gebruik de termen 'compositie' en 'lijn' in jouw antwoord.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Welke compositie wordt er toegepast in de vorige afbeelding?
A
Diagonale compositie
B
Modulaire compositie
C
Dynamische compositie
D
symmetrische compositie

Slide 14 - Quiz

omschrijf het dynamisch effect in deze compositie.

Slide 15 - Open question

Hoe zie je de dynamische compositie in dit schilderij?
Door de diagonale kijkrichting
Doordat de mensen over elkaar heen buigen
Je ziet de stofuitdrukking van de kleding. Daar gaat wind en beweging doorheen.
Er worden veel verschillende kleuren gebruitk.

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Slide

welke compositie zie je op de vorige dia?
A
symmetrische compositie
B
statische compositie
C
geometrische compositie
D
a-symmetrische compositie

Slide 18 - Quiz

Leg jouw voorgaande antwoord uit.

Slide 19 - Open question

Leg uit hoe een statisch effect ontstaat in een compositie. (zie het boek voor antwoorden)

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Bekijk vorige dia. Leg uit met welke vorm het patroon begint en hoe dit vervolgens over gaat in een beeldrijm.

Slide 22 - Open question

3D compositie
Voor ruimtelijke beelden gelden maar gedeeltelijk dezelfde compositieschema's en regels als voor composities op een plat vlak. Sommige beelden hebben een duidelijk vooraanzicht, hiervoor gelden dezelfde lijnen en schema's als voor een 2D werk. Maar er zijn ook werken die vanuit verschillende kanten (aanzichten) bekeken kunnen worden. 

Slide 23 - Slide

aanzicht 1
aanzicht 2

Slide 24 - Slide

Bekijk de vorige afbeelding. Noem 2 verschillen in compositie tussen beide aanzichten en noem 1 overeenkomst in compositie tussen beide aanzichten.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Leg aan de hand van de vorige afbeelding uit wat een piramidale compositie is.

Slide 27 - Open question

Leg uit wat de Gulden Snede is.

Slide 28 - Open question

Samenvattend
Wanneer je de compositie moet omschrijven vraag je jezelf het volgende af:
  • Is het een strakke, losse of chaotische ordening?
  • Welke onderdelen vallen op?
  • Welke speciale effecten zijn er? zoals; rust, spanning of beweging.

De richting van de lijnen in de compositie zorgen voor het effect:
  • Is de indeling overzichtelijk?
  • Is de compositie statisch of dynamisch?
  • Naar welk punt wordt de aandacht getrokken?

Slide 29 - Slide