D1 Past simple regular forms

D1 Past simple regular forms
1 / 40
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

D1 Past simple regular forms

Slide 1 - Slide

After today's lesson.... 
- You will know words to talk about animals, animal welfare, habitats and behaviour
- You will know when to use the past simple
- You will know how to use the regular form of the past simple 

Slide 2 - Slide

Words 
First, put your book on the corner of your desk, open on page 83, 84. I will check homework. 

Then go to joinmyquiz.com and wait for me to show you the code. 

Slide 3 - Slide

Past Simple
Past simple!

Slide 4 - Slide

Past simple





past simple + irregular verbs

Slide 5 - Slide

Past Simple
- Wanneer gebruik je de Past Simple?

-  Hoe maak je de Past Simple?

- Hoe kan je de Past Simple herkennen?

Slide 6 - Slide

Lees de zinnen en wacht op de vraag. 
I met him last week.
We saw a great movie yesterday
The new Avatar movie was released two months ago
I was born in 2007
They met when they were in primary school
I read the book before I watched the movie 

Slide 7 - Slide

Wat weet je zeker over alles wat in de zinnen stond?
A
Wanneer ze zijn gebeurd
B
Dat ze afgelopen zijn
C
Dat ze nog bezig zijn
D
Je weet A en B

Slide 8 - Quiz

De past simple 
Je gebruikt de past simple voor dingen 
- die in het verleden gebeurd zijn
- die nu afgelopen zijn
- waarvan je weet wanneer ze gebeurd zijn 

Slide 9 - Slide

De past simple: signaalwoorden
Schrijf in je schrift: 
W
A
L
I
B
Y

Slide 10 - Slide

De past simple: signaalwoorden
Vul nu aan: 
When ....... (I was five years old) 
Ago     (Five years ago) 
Last    (Last week, last month) 
In...... (In 2010, in November of last year) 
Before ....  (Before I was born, before I met him)
Yesterday  (I finished my book yesterday) 

Slide 11 - Slide

Past simple: bevestigend, regelmatig   
Weet je nog: een bevestigende zin: een zin waarin je zegt DAT iets zo is (dus geen vraag, geen ontkenning) 

Regelmatig of onregelmatig: 
- REGELmatig: je kunt altijd dezelfde regel toepassen.
- ONregelmatig: een vorm die zich niet aan deze regel houdt; die doen we de volgende les. 



Slide 12 - Slide

Kun je de regel vinden? 
When I was little, I lived in Amsterdam
I moved to Helmond a year ago
Last week we baked cakes for my birthday 
I stopped taking swimming lessons in 2012
Before going to school, I watched Netflix. 
I studied for my geography test yesterday 

Slide 13 - Slide

Hoe maak je een regelmatige past simple ?

Slide 14 - Open question

De regel: 
Stam + ed
De stam is gelijk aan het hele werkwoord (zonder "to") 

Maar soms gebeurt er iets met de spelling. 
Medeklinker + y:                   y wordt  - ied 
Klinker+ enkele medeklinker:              medeklinker verdubbelt 
Stam eindigt op -e:                alleen een d toevoegen 

Slide 15 - Slide

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?

Slide 16 - Quiz

PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.

Slide 17 - Quiz

Past simple van: 'marry'

Slide 18 - Open question

past simple van 'bake'?

Slide 19 - Open question

Past Simple: visit

Slide 20 - Open question

Past simple of laugh

Slide 21 - Open question

Past Simple:
talk

Slide 22 - Open question

Past Simple: watch

Slide 23 - Open question

Past Simple: listen

Slide 24 - Open question

Past Simple of:
travel

Slide 25 - Open question

Wat is de past simple van:
walk

Slide 26 - Open question

Past Simple: stop

Slide 27 - Open question

Past Simple of:
grab

Slide 28 - Open question

Past Simple of:
cry

Slide 29 - Open question

Past Simple of:
stay

Slide 30 - Open question

past simple van:
carry

Slide 31 - Open question

Wat is de past simple van:
love

Slide 32 - Open question

Wat is de past simple van 'jump'?

Slide 33 - Open question

Past Simple met 'be'
Hoe maak je de Past Simple met 'be'?


I, He, She, It
was
You, they, we
Were

Slide 34 - Slide

Ik weet wanneer ik de past simple moet gebruiken
0100

Slide 35 - Poll

Ik ken de signaalwoorden van de past simple
0100

Slide 36 - Poll

Ik weet hoe ik de regelmatige vorm van de past simple moet maken
0100

Slide 37 - Poll

To work! 
Do exercise 54 and 55 on page 90 / 91
This is NOT homework: we'll check it in 10  minutes. 

Slide 38 - Slide

Homework
DO: exercise 60, 61 on page 102 - 103
STUDY: all the words from chapter 5 (page 96 / 97) 

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide