This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Pt-4
Slide 1 - Slide
Periode 4
Hoofdstuk 10
Warmteoverdracht
Hoofdstuk 11
Warmtewisselaars
Slide 2 - Slide
Wat is energie?
Energie is een fundamentele natuurkundige grootheid, dat is een meetbare eigenschap van een natuurkundig verschijnsel.
Energie wordt op veel verschillende manieren gemeten wordt. Al deze metingen hebben gemeen dat de resultaten uitgedrukt kunnen worden in dezelfde natuurkundige eenheid.
De SI-eenheid van energie is:
Joule. kJ (kilojoule) MJ megajoule
Slide 3 - Slide
Warmte-energie
Warmte is een laagwaardige vorm van energie. Andere vormen van energie zet je makkelijk/soms spontaan om in warmte. Warmte omzetten in hoogwaardigere vormen van energie is moeilijker.
Voorbeeld: Elektrische energie kun je bijna voor 100% omzetten in warmte. Warmte omzetten in elektrische energie zit tussen de 40 en 60%.
Slide 4 - Slide
Wat is de formule om de warmte te berekenen?
timer
2:00
Slide 5 - Open question
Oefening: We hebben 100 kg water van 20 graden Celsius en we verwarmen het tot 50 graden Celsius.
Hoeveel warmte moeten we dan toevoegen?
timer
5:00
Slide 6 - Open question
Warmteoverdracht
Het is een natuurwet dat warmte alleen van warm naar koud kan stromen.
Slide 7 - Slide
Warmteoverdracht
Warmte en moleculen
Bij warmteoverdracht wordt de trilling van een warm molecuul overgedragen naar een kouder molecuul.
Drie manieren van warmteoverdracht:
- Geleiding (conductie)
- Straling (radiatie)
- Stroming (convectie)
Slide 8 - Slide
Straling (radiatie)
Geleiding (conductie)
Stroming (convectie)
Slide 9 - Drag question
Oefening: We hebben 500 kg alcohol van 20 graden Celsius en we verwarmen het tot 78 graden Celsius.
Hoeveel warmte moeten we dan toevoegen?
timer
0:05
Slide 10 - Open question
Oefening: We hebben 660 kg alcohol van 20 graden Celsius en we verwarmen het tot 78 graden Celsius.
Hoeveel warmte moeten we dan toevoegen?
timer
3:00
Slide 11 - Open question
Op welke bladzijde in het VAPRO tabellenboek kun je verbrandingswarmten vinden?
A
83
B
85
Slide 12 - Quiz
Gebruik van de vorige vraag de warmte Q = 96082,8 kJ
Hoeveel Gronings aardgas hebben we nodig? Rond af om gehele m3
Slide 13 - Open question
Gebruik van de vorige vraag de warmte Q = 96082,8 kJ
Hoeveel kg steenkool hebben we nodig? Rond af op 1 decimaal
Slide 14 - Open question
Hoeveel betalen we voor het berekende Groningse aardgas en steenkool uit voorgaande vragen? (gem. prijs gas per m3 = 0,76 euro) (gem. prijs steenkool per m3 = 0,50 euro)