Administratie

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Administratie

verkopen

Doelen

• Ik kan uitleggen wat een debiteur en een crediteur is
• Ik kan aan de hand van bonnen zien of het een contante, verkoopfactuur of inkoopfactuur is. 
• Ik kan een schema invullen aan de hand van een bon.

Wat betekent een debiteur?

Tekst

Wat betekent een crediteur?

Wat gebeurt er met mijn bankrekening en debiteuren?

1. Bankrekening debiteer je met €100,50 en debiteuren crediteer je met €100,50
2. Bankrekening crediteer je met €100,50 en debiteuren crediteer je met €100,50
3. Bankrekening debiteer je met €100,50 en debiteuren debiteer je meet €100,50
4. Bankrekening crediteer je met €100,50 en debiteuren debiteer je meet €100,50

Debiteuren

• Een debiteur is een klant van wie jij nog geld krijgt. 
• Deze rekening staat aan de debet kant van de balans.
• Je herkent een debiteur aan een VF (verkooprekening)
• Als een debiteur betaald, wordt de rekening minder. 

Crediteur

• Een crediteur is een bedrijf aan wie jij nog geld moet geven.
• Deze rekening staat aan de credit kant van de balans.
• Je herkent deze rekening  aan IF (inkoopfactuur)
• Je koopt voorraad in

Bonnen:

K = kassabon --> contante verkoop

IF = inkoopfactuur --> crediteuren

VF = verkoopfactuur --> debiteuren

B = bankafschrift --> bank +

wat voor soort schema is dit?

1. Verkoop op rekening
2. Inkoop op rekening
3. Bankafschrift
4. Contante verkoop

wat voor soort schema is dit?

1. Verkoop op rekening
2. Inkoop op rekening
3. Bankafschrift
4. Contante verkoop

Opdracht

• In tweetallen ga je op zoek naar de volgende bonnen: K15004, VF15026, IF15011, K15002, VF15024, K15023
• Je verwerkt ze in het juiste schema 
• Klaar? Kom de antwoorden controleren

Hoe ging deze les? Zijn er tips en tops?