Zorg(leef)plan vervolg

Zorgplan vervolg
Leefplan
Ondersteuningsplan
Begeleidingsplan
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zorgplan vervolg
Leefplan
Ondersteuningsplan
Begeleidingsplan

Slide 1 - Slide

Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken volgens plan van belang.
In de VVT wordt het zorgleefplan gebruikt, in de gehandicaptenzorg het ondersteuningsplan en in de GGZ
het begeleidingsplan. Deze plannen verschillen onderling wel wat van elkaar, maar de basis is steeds
hetzelfde: methodisch werken, ook wel planmatig werken genoemd.
Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken volgens plan van belang.
In de VVT wordt het zorgleefplan gebruikt, in de gehandicaptenzorg het ondersteuningsplan en in de GGZ het begeleidingsplan. 
Deze plannen verschillen onderling wel wat van elkaar, maar de basis is steeds
hetzelfde: methodisch werken, ook wel planmatig werken genoemd.

Slide 2 - Slide

Herhaling
Wat was een zorgplan ook alweer?

Slide 3 - Slide

Wat staat er in het zorgplan?
In het zorgplan leg je de voorkeuren, vragen, behoeften of doelen van de cliënt vast. Hierbij heb je als zorgverlener niet alleen aandacht voor de persoonlijke verzorging maar kijk je naar alle aspecten die belangrijk zijn voor kwaliteit van leven van een cliënt. 

Slide 4 - Slide

Zorgplan VVT
Het zorgplan in de VVT bevat de volgende vier domeinen:
Mentaal welbevinden
Lichamelijk welbevinden
Woon- en leefomstandigheden
Daginvulling (Participatie)

Slide 5 - Slide

Model van Schalock
GHZ

Slide 6 - Slide

Methodisch werken
  • Doorlopen van vaste stappen
  • Evalueren
  • Bijstellen

Doel: planmatig en gestructureerd werken

Slide 7 - Slide

Opdrachten
  • Welke wetten hebben het opstellen en bijhouden van een zorgplan verplicht? Waaraan moet een zorgplan volgens deze wetten voldoen?
  • Wat is de registratielast in je eigen (toekomstige) instelling. Wat gaat goed en wat zijn verbeterpunten. Wie en wat heb je daarbij nodig?
  • Welke verpleegkundige classificatiesystemen zijn er? Naar welk classificatiesysteem zou jouw voorkeur uitgaan en waarom?

Slide 8 - Slide

Stap 1 Gegevens verzamelen
Hoe doe je dat?
Met wie?

Slide 9 - Slide

Stap 2 Vaststellen van behoeften en problemen

Behoefte?
Problemen?

Slide 10 - Slide

PES structuur
P
E
S

Slide 11 - Slide

Beschrijf een probleem met de PES structuur aan de hand van een praktijkvoorbeeld

Slide 12 - Slide

Stap 3 Vaststellen van zorgdoelen

Waarom doe je dat?
Hoe?
Met wie?

Slide 13 - Slide

SMART
Wat is dat en waar gebruik je het voor?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Oefening
De cliënt kan zelfstandig uit bed en zichzelf wassen.

Is dit doel SMART geformuleerd?
Waarom wel, waarom niet?

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Specifiek
De patiënt kan zelfstandig uit bed en kan zichzelf wassen.
Ik en de patiënt. Elke ochtend bij het wekken.
Het is voor het herstel en de zelfredzaamheid van de patiënt belangrijk zichzelf te kunnen wassen.
Meetbaar
Als de patiënt voor zijn ontslag in de ochtend zelfstandig uit bed kan komen en zich kan wassen is het doel gehaald.

Slide 17 - Slide

Acceptabel
Ik moet de patiënt overtuigen van het belang van zijn zelfredzaamheid en helpen bij het bevorderen ervan. Ik ben bekwaam om deze taak te verzorgen.
Realistisch (Relevant)
Ja, de nodige inspanningen voor het behalen van het doel zijn aanvaardbaar.
Ja, voor de patiënt. Ja, ik beschik over de benodigde tijd, ruimte, middelen en omstandigheden.
Tijdgebonden
Over 9 dagen is de patiënt instaat zelfstandig uit bed te komen en zichzelf zonder hulp te wassen.
Acceptabel
Ik moet de patiënt overtuigen van het belang van zijn zelfredzaamheid en helpen bij het bevorderen ervan. Ik ben bekwaam om deze taak te verzorgen.
Realistisch (Relevant)
Ja, de nodige inspanningen voor het behalen van het doel zijn aanvaardbaar. Ja, voor de patiënt.
Ja, ik beschik over de benodigde tijd, ruimte, middelen en omstandigheden.
Tijdgebonden
Over 9 dagen is de patiënt instaat zelfstandig uit bed te komen en zichzelf zonder hulp te wassen.

Slide 18 - Slide

Juist gefomuleerde SMART doel
Het is de kunst de antwoorden op deze vragen te bundelen in een geformuleerd SMART doel:

De zorgvrager is binnen 5 dagen instaat om voor 09:00 zelfstandig uit bed te komen en zich te wassen

Slide 19 - Slide

SMART doel formuleren
Formuleer een SMART doel bij je PES uit de eerdere opdracht

Slide 20 - Slide

Stap 4 Vaststellen en plannen van zorgactiviteiten



Wat houdt dit in?
Hoe zien jullie dit?
Noem wat voorbeelden?

Slide 21 - Slide

Interventies
Wanneer duidelijk is welk doel en welk zorgresultaat je wilt bereiken, kun je de verpleegkundige interventies en activiteiten plannen. Die neem je op in het zorgplan.
Belangrijk dat je samen met de cliënt het gewenste resultaat van de zorg hebt afstemd.
Zorg dat duidelijk is wat de cliënt wil bereiken, wat het doel is van de zorg en wat jij kunt doen om dit doel te bereiken.

Slide 22 - Slide

Databank interventies
https://www.databankinterventies.nl/ 

Slide 23 - Slide

Stap 5 Uitvoeren van de zorgactiviteiten volgens planning


Wat houdt dit in?
Wat is hierin belangrijk?

Slide 24 - Slide

Rapporteren
Waar moet een goede rapportage aan voldoen?
Waar moet je rekening mee houden?
Hoe kan je dit doen? 

Slide 25 - Slide

SOAP (of SOEP) -methode
Door gebeurtenissen zoveel mogelijk volgens de SOAP (of
SOEP)-methode* te beschrijven zorgen we voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages. Houd in gedachten dat SOAP/
SOEP een handvat biedt, maar niet dwingend is. Laat gerust
letters leeg, als je rapportage maar duidelijk is.

Slide 26 - Slide

Subjectief: 
Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
Objectief: 
Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Analyse/Evaluatie:
Conclusie getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O) gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: 
Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 27 - Slide

Voorbeeld
S: Mevrouw vertelt me dat haar vinger tussen de deur heeft
gezeten
O: De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd
A/E: Vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de
deur gezeten, zij heeft pijnklachten
P: Ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de
kraan laten houden. Dokter gebeld voor overleg. Hij komt
vanmiddag naar de vinger kijken.

Slide 28 - Slide

Oefenen met SOAP/SOEP
  1. Mw moest vaak naar het toilet.
  2.  Dhr. gaat te weinig naar zijn familie toe.
  3. Mw is depressief.
  4. De wond is verzorgd volgens afspraak.

Slide 29 - Slide

Stap 6 Evalueren en zonodig bijstellen van de zorg

Hoe vaak?
Wat evalueer je?
En dan?

Slide 30 - Slide

Casus
Oefenen met PES, SMART doelen stellen en interventies opstellen

Slide 31 - Slide

Info
Wil je meer info over het zorgplan en alles daaromheen?
Kom even langs lopen en dan kan ik wat documenten doormailen.

Slide 32 - Slide