Samenvatting H12

H12 Rekenen met variabelen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H12 Rekenen met variabelen

Slide 1 - Slide

Optellen en aftrekken 
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen. In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6
g = a + 2

Slide 2 - Slide

Vermenigvuldigen
Stappenplan

Stap 1   Getallen vermenigvuldigen
Stap 2   Letter op alfabetische volgorde
Stap 3   Laat de  vermenigvuldigingspunt weg.

Slide 3 - Slide

12.4 
Kwadranten

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

12.4 Lineaire formules
Een lineaire formule heeft altijd de vorm:

De b is de beginwaarde (begingetal). Snijpunt met de verticale as.
De a is de stapgrootte. Wat gebeurt er als je een
stap opzij gaat?
 

De grafiek van een lineaire formule is een rechte lijn.



a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
 y = a x + b

Slide 6 - Slide

12.4 Lineaire formules opstellen
Stap 1        Noteer de standaardvorm: 
                y = a x + b 
Stap 2       Bereken het stapgrootte (a).
Stap 3       Lees de beginwaarde (b) af.
Stap 4       Noteer de lineaire formule.

   


  1. Aflezen. De grafiek stijgt of daalt ... per stap.
  2. Bereken (maak een tabel met twee roosterpunten)
Snijpunt met de y-as (verticale as)
x= 0 geeft y = ...

Slide 7 - Slide

12.5 Kwadratische formule
Standaard vorm:   

De grafiek bij een kwadratische formule noemen we een parabool
De waarde van het getal (a) voor de x² geeft aan of het een dal of bergparabool wordt.

a < 0   bergparabool 
a > 0   dalparabool
 y = a x² + b

Slide 8 - Slide

12.5 Kwadratische formule
Standaard vorm:   

Stappenplan (grafiek tekenen)
Stap 1   Formule noteren.
Stap 2  Tabel tekenen (altijd meer dan 5 kolommen
Stap 3  Assenstelsel tekenen met de grafiek.

 y = ax² + b

Slide 9 - Slide

Tabel bij een formule tekenen 
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel met potlood en geodriehoek.

Stap 3  Zet bij de bovenste rij de hetgeen die je invult in de formule.
Stap 4  Zet bij de onderste rij hetgeen je wilt berekenen met de formule.

Stap 5  Noteer in de bovenste rij de getallen die je wilt invullen in de formule.
Stap 6  Vul de getallen in de formule in en bereken. 
           Noteer de uitkomst in de onderste rij van je tabel.
hetgeen
Dit is de grootheid met de bijbehorende eenheden.

Slide 10 - Slide

Grafiek bij een formule tekenen
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel bij de formule (zie stappenplan tabel tekenen).

Stap 3   Stapgrootte assen bepalen, gebruik eventueel een zaagtand.
Stap 4   Assen benoemen (Waar gaat het over? grootheden/eenheden).

Stap 5   Punten uit de tabel in het assenstelsel tekenen.
Stap 6   Verbind de punten met elkaar. Je tekent nu de grafiek.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

12.6 Machten
Een macht is een vermenigvuldiging 
van gelijke factoren.

Het berekenen van machten 
heet machtsverheffen.

            







Slide 13 - Slide

12.6 Machten vermenigvuldigen
Dit kan alleen als het grondtal hetzelfde is!

a × a = a²
a² × a³ = a×a × a×a×a = a² ⁺ ³ = a⁵
a² × b³ = a² b³ 
a2b3=a2b3

Slide 14 - Slide

12.6 Machten vermenigvuldigen
Dit kan alleen als het grondtal hetzelfde is!

a × a = a²
a² × a³ = a×a × a×a×a = a² ⁺ ³ = a⁵
a² × b³ = a² b³ 
a2b3=a2b3
Rekenregel:
De exponenten tel je bij elkaar op.
abac=ab+c

Slide 15 - Slide

12.6 Machten optellen en aftrekken
De machten moeten hierbij hetzelfde zijn, dus zowel het grondtal als het exponent    
                                        


a+a=2a
a2+a2=2a2
6a3+2a3=8a3
a+b
a2+a3
De exponent is niet hetzelfde.
Het gondtal is niet hetzelfde.

Slide 16 - Slide